Hoe voel je je, nu je het Internationaal Fryderyk Chopin Piano Concours aan jouw palmares hebt kunnen toevoegen? Weet je waaraan je de bekroning te danken hebt?
Nee, want dat resultaat had ik helemaal niet verwacht. Ik was al heel blij dat ik een van de finalisten was, want zo kon ik het hele repertoire brengen dat ik had voorbereid. Toen ik tot winnaar werd uitgeroepen, was ik in eerste instantie wat bang, want de wedstrijd had me echt wel afgemat. Ik besefte dat ik meer werk zou krijgen. Ik weet nog dat ik het eerst allemaal wat eng vond. Maar nu, een maand na het Concours, raak ik stilaan gewend aan de situatie en begin ik ervan te genieten, want overal waar je komt doe je nieuwe inspiratie op. Het is een ervaring die me best wel voldoening schenkt.
Wanneer ben je je beginnen voor te bereiden op de wedstrijd? En hoe heb je je erop voorbereid?
Met die voorbereiding ben ik twee jaar geleden begonnen. Ik had er één jaar voor uitgetrokken, maar de wedstrijd werd uitgesteld. Daarvoor was ik met veel verschillende stukken bezig. Op een bepaalde manier heeft de pandemie me geholpen om vooruitgang te boeken. Ik heb het al vaker gezegd, maar ik denk dat de opnamen voor mij een cruciale rol hebben gespeeld. Door de pandemie vond alles online plaats. De onlinelessen hebben een nieuw soort onderwijs doen ontstaan. Ik volg natuurlijk ook wel nog altijd les bij mijn leraar. We hebben bovendien het geluk dat we in dezelfde stad wonen. Maar wat de masterclasses betreft, moest ik alles online opnemen, en daardoor ben ik mezelf met een meer kritische blik gaan bekijken. Meestal maakt een artiest niet graag opnamen van zichzelf, we hebben er een hekel aan. In de opnamen klink je anders dan wanneer je echt speelt. Wanneer je jezelf live hoort spelen, is het anders. Een opname lijkt helemaal nergens naar, zo slecht klinkt het. Maar objectief gezien heeft het me echt geholpen. Als je jezelf opneemt, begin je te geloven dat wat andere mensen je zeggen, ook waar is. Anders kun je jezelf nooit overtuigen.
Hoe bleef je die enorme druk de baas tijdens de wedstrijd?
Ik heb mijn verbeelding aan het werk gezet. Voor mij is dat belangrijk, denk ik. Wanneer je in een studio aan het repeteren bent, moet je jezelf ook inbeelden dat je je op het podium bevindt. Dankzij de technologie – audio en video – kun je je dat probleemloos inbeelden. Toen ik het podium betrad, was ik niet meer zo zenuwachtig, want ik kende het Nationaal Filharmonisch Orkest in Warschau intussen erg goed. In gedachten had ik het podium al honderden keren betreden. Mentaal was ik er al aan gewend. Dat was erg belangrijk voor me.
Hoe heb je de stukken voor de wedstrijd geselecteerd?
Dat is bij deze wedstrijd erg lastig. Enerzijds is het makkelijk, en anderzijds is het helemaal niet zo makkelijk. Het is beide. Alle aanwezigen, zowel het publiek als de juryleden, zijn Chopinexpert. Ze weten allemaal meer dan ik. Het maakt niet uit welk stuk je kiest, want ze horen meteen hoe goed je het aanvoelt en begrijpt. In die zin is het gemakkelijk. Maar het is moeilijk omdat iedereen deze muziek speelt, dus het is erg moeilijk om er iets nieuws van te maken. Elk stuk is al zo vaak gespeeld. De combinatie van de stukken is erg belangrijk. Ik probeerde altijd de logica tussen de afzonderlijke werken te vinden, van de karakters tot de toonaarden, ik probeerde er altijd een logica in te vinden.
Waarom koos je het Pianoconcerto nr. 1 voor de finale?
Persoonlijk geef ik de voorkeur aan het Pianoconcerto nr. 2. En ik herinner me ook dat mijn leraar zei dat het korter is, zodat je minder fouten maakt in een wedstrijd. Ik denk dat ik het eerste concerto op mijn manier overtuigender heb gemaakt. Ik voelde me gewoon meer op mijn gemak. Het eerste is meer gespeeld. Toch kent het orkest ze allebei zo goed. Dus, ik denk dat er voor mij geen duidelijke reden was om te kiezen, ik heb lang geaarzeld omdat ik ze allebei speelde. Misschien was het gewoon een gok.
Wat is er uniek aan deze muziek?
Ik denk dat de muziek van Chopin je nooit verveelt. Ik zeg dat nu wel, ook al klaag ik erover. Sinds het concours heb ik het concerto in e mineur tien keer gespeeld in slechts twee-drie weken. Dat ik het beu ben, is maar een grapje. Elke keer speel ik het met een ander orkest, in een andere zaal, met een andere dirigent, op een andere piano... Alles is anders. Iemand zei dat het enige wat we gemeen hebben verschil is. Dit verschil maakt dat ik altijd geïnspireerd ben. Dat is net hoe de muziek van Chopin in elkaar zit. Er zijn eindeloze manieren om die muziek te interpreteren. Hem uit te voeren. Je hebt altijd iets nieuws te brengen aan de mensen. Dat is heel belangrijk in de klassieke kunst. Om te blijven groeien. Deze muziek blijft heel dicht bij de harten van de mensen, daarom zijn ze zo ontroerd als ze het horen.
Waarom koos je uit alle piano’s voor de Fazioli?
We hadden maar vijftien minuten om tussen vijf piano’s te kiezen. Het is een zeer zware uitdaging. Ik herinner me het moment dat ik de Fazioli hoorde in de zaal van de Nationale Filharmonie van Warschau. Iemand probeerde de piano voor me uit. En ik was zeer geraakt door de toon. Ik denk dat de sonoriteit zeer nobel en charmant is. Ik voelde dat ik met dit instrument in staat zou zijn verschillende kleuren te bereiken. Natuurlijk zijn we meer gewend om op een Yamaha of een Steinway te spelen vanwege onze dagelijkse praktijk op school. Het was dus een riskante keuze, want ik had nog nooit op een Fazioli gespeeld tijdens een concours. Ik heb echt geprobeerd om gedurende het hele concours aan deze piano te wennen. En ik denk dat het heel goed heeft uitgepakt. Als je uit je comfortzone bent, krijg je inspiratie. Dan realiseer je je aan het eind dat je op een ander niveau zit.
Kan je kort het programma van je recital in Bozar presenteren?
Ik zal een deel van het programma spelen dat ik tijdens het concours heb gedaan, waaronder het Rondo, de Ballade nr. 2, de Sonate nr. 2 en de Grande polonaise brillante. Het is een geweldige mix van het dramatische, het charmante, de veelzijdige kant van Chopin. Alles zit in dit programma. Ik hou van de sleutelverhouding tussen het rondo en de ballade. Een zwartwittegenstelling, van vrolijkheid tot een zeer dramatische sonate. En een charmant jong stuk van Chopin aan het eind. Het is een geweldige combinatie voor een recital van een uur. Ik kijk er echt naar uit om in de prachtige zaal in Brussel te spelen.
Is dit een droom die uitkomt of het begin van een verhaal?
Het is absoluut een droom die uitkomt, maar op zo’n manier dat ik nooit had durven dromen. Ik had nooit gedacht dat dit voor mij weggelegd zou zijn. Op het ogenblik dat ik me realiseerde dat ik misschien de volgende van deze legendarische pianisten uit de lijst van vorige winnaars zou worden, voelde ik de enorme verantwoordelijkheid. Ik moet constant de frisheid en de machine in mijzelf vinden om nieuwe inspiratie te blijven produceren. Dat is het moeilijkste in de wereld van vandaag. Natuurlijk is dit nog maar het begin, maar wel het begin van een heel spannend en fascinerend avontuur.