Remember to turn down the brightness and mute your phone.

Terug naar het evenement

OPRL, Letonja & Grosvenor

28 Maa.'24
- 20:00

Henry Le Boeufzaal

Franz Liszt (1811–1886)
Les Préludes, S. 97 (1854)

Concerto voor piano en orkest nr. 2 in A, S. 125 (1849-1861)

Richard Strauss (1864–1949)
Tod und Verklärung, Op. 24 (1889)

Duur: +/- 1u30

Beethovens Symfonie nr. 6, bijgenaamd de Pastorale (1805-1808), en de Symphonie fantastique (1830) en Harold en Italie (1834) van Berlioz staan te boek als de eerste opmerkelijke voorbeelden van symfonische muziek met een buitenmuzikaal ‘programma’. Toch geldt Liszt als een van de bedenkers van het symfonische gedicht, een term die in 1854 voor het eerst opdook naar aanleiding van zijn Tasso. Met Ce qu'on entend sur la montagne (1845) componeerde ook César Franck een puur orkestraal werk ter illustratie van een buitenmuzikaal 'programma'.  Liszt op zijn beurt heeft tussen 1845 en 1882 een reeks van 13 symfonische gedichten gecomponeerd die uit één enkele beweging bestaan. Hij liet zich daarbij in de eerste plaats inspireren door schilderijen of literaire verhalen waarin een hoofdrol is weggelegd voor een held (Tasso, Orpheus, Prometheus, Mazeppa, Hamlet), een historische gebeurtenis (Hunnenschlacht) of een poëtische evocatie (Hungaria, Festklänge, Die Ideale …). Het genre raakte erg in zwang in de tweede helft van de 19e eeuw en Liszt kreeg dan ook heel wat navolging. Zo heeft ook Richard Strauss een aantal symfonische gedichten gecomponeerd.

In 1845 componeerde Liszt de eerste ruwe versie van Les Préludes, waarna hij de partituur tot in 1853 is blijven herwerken. Uiteindelijk ging het werk op 23 februari 1854, onder leiding van de componist, in première aan het hof van Weimar. Oorspronkelijk was het opgevat als introductie tot een aantal koorstukken die hij had geschreven op gedichten van Joseph Autran (Les Quatre Éléments), maar uiteindelijk greep Liszt vooral terug naar de Nouvelles méditations poétiques van Lamartine, die hij in één kernachtige zin samenbalde: “Is ons leven dan iets anders dan een reeks van preludes op dat ongekende lied waarvan de dood de eerste en plechtige noot is?” Na een langzame en mysterieuze progressie (waarvan het thema het begin van de Symfonie van Franck beïnvloed kan hebben), doen de trombones hun intrede (andante maestoso). Daarna is het de beurt aan de Préludes die elkaar opvolgen en allemaal hun eigen, contrasterende sfeer tot uitdrukking brengen: het geluk (zachte melodie), de bezorgdheid (slepend allegro tempestuoso van de strijkers), de rust (pastoraal motief op de hoorn), de gevechten (ritmisch allegro marziale van de percussie-instrumenten), en dat alles in een voortdurend streven naar een maximale benutting van de instrumenten en hun klankkleuren en suggestieve vermogen.

Éric Mairlot (vertaald door Piet De Meulemeester)

Liszt gaf blijk van een overweldigende virtuositeit, maar was in de eerste plaats een muzikant. De techniek stond ten dienste van zijn muziek, en niet andersom. Net zoals zijn vriend Chopin componeerde hij zijn twee Pianoconcerto’s toen hij een jaar of twintig was, waarna hij ze een aantal keer herwerkt heeft. Hij bracht ook vernieuwing met zijn uitbreiding van de klassieke vorm van het concerto: in plaats van de drie gebruikelijke bewegingen schreef hij er vier voor het Eerste Concerto, en maar liefst zes voor het Tweede Concerto. Toch werden de concerto’s zelf niet langer. Liszt maakte namelijk gebruik van handige overgangen waardoor het lijkt of het om slechts één lange beweging gaat. Met zijn orkestrale opbouw ging hij, om het met de woorden van Schumann te zeggen, op zoek naar “een nieuwe en schitterende manier om het orkest en de piano met elkaar te verbinden”. Het orkest speelde een volwaardige rol en stond niet langer ten dienste van de piano.

Het Concerto nr. 2 in A groot is helemaal anders opgevat dan het Eerste Concerto. De première vond in 1857 plaats in Weimar. Liszt dirigeerde het stuk deze keer zelf en liet Hans von Bronsart, een van zijn leerlingen, aan de piano plaatsnemen. Dit concert is weemoediger van aard en opent met een vreedzame en melancholische melodie, met noten die elkaar langzaam opvolgen in een lang arpeggio op de piano, als in een soort harpspel. Een recensent bedacht een mooie ondertitel voor het werk: Het leven en de avonturen van een melodie. Maar dit zou de romantiek niet zijn als er zich onder die liefdesdromen geen uitbarsting opbouwde … Een hoorn, een hobo en een cello voegen zich bij de piano die een begeleidende rol gaat spelen. Dat is gangbaar in de kamermuziek, maar ongebruikelijk voor een concerto. Melancholie en verrukking: hier maken we kennis met de andere kant van Liszt. De piano herwint aan kracht met een waterval van akkoorden die vaak terugkeren in het werk van de componist, en zoekt zelfs het laagste register op. De rommelende bastonen leiden nieuwe, uitbundige thema’s in die doen denken aan de Hongaarse marsen. De cadensen laten andere, krijgshaftigere stemmingen ontstaan. Net die orkestrale stormachtigheid, die als vulgair werd bestempeld, viel destijds niet in de smaak … Toch leidt die fuga tot het hoogtepunt van Concerto nr. 2, waarna enkele spectaculaire glissando’s van de solisten en het orkest het werk krachtig afsluiten, en de uitvoerders en het publiek uitgeput achterblijven.

Julie Carbonell (vertaald door Piet De Meulemeester)

Het symfonische gedicht als genre heeft ook in de carrière van Richard Strauss (1864-1949) een belangrijke rol gespeeld. Hij liet zich inspireren door Berlioz, Liszt en Smetana (Mijn Vaderland, 1879) en toonde zich een meester in het portretteren van personages met een overspannen of getroebleerde geestestoestand (Macbeth, Don Juan, Tijl Uilenspiegel, Don Quixotte …). Hij componeerde zijn symfonische gedicht Tod und Verklärung (Dood en Transfiguratie) tussen 1887 en 1889. Het werk ging op 21 juni 1890 in première in Eisenach, met de componist als dirigent. Nochtans was de partituur niet geënt op een literair programma, en achteraf is er maar één gedicht van erg matige kwaliteit rond geschreven door Alexander Ritter, met wie de componist bevriend was. Die literaire transcriptie dienen we dan ook met enige terughoudendheid te benaderen. Tod und Verklärung is in één stuk geschreven en beschrijft eenvoudigweg de laatste momenten van een stervende die strijdt tegen de pijn en de dood. De muziek vertaalt de onbestendigheid van zijn hele wezen: het onregelmatige kloppen van zijn hart, de uitputting van zijn ledematen tijdens hun laatste stuiptrekkingen … Dat staat in schril contrast met de herinnering aan de blijde dagen, het enthousiasme van de jeugd, de heldhaftige gevechten van de rijpere jaren … Maar de dood doet zijn werk en laat eens en voor altijd zijn oppermacht gelden.

Het hart houdt op met kloppen en de ziel van de overledene weet zich nu bevrijd uit haar stoffelijke omhulsel. Ze vat haar opstijging ten hemel aan, en dat wordt belichaamd door de opgaande lijnen van het hele orkest. Het thema van de transfiguratie, dat tot op dat moment beperkt bleef tot wat fragmentarische voorafspiegelingen, komt nu volop tot uiting in een welluidende halo waarin de heldere harpen suizen. Tien jaar later verwerkte Strauss datzelfde thema in Ein Heldenleben (een heldenleven), een ander symfonisch gedicht. Op het einde van zijn leven integreerde hij het ook in Im Abendrot (In ’t avondrood), zijn lied met orkestbegeleiding. In 1949 ontwaakte Strauss een paar uur voor zijn dood uit zijn toestand van bewusteloosheid en zei hij tegen zijn zoon: “Nu kan ik je verzekeren dat alles wat ik in Tod und Verklärung heb gecomponeerd helemaal met de waarheid strookt. Ik heb het de voorbije uren allemaal precies zo beleefd …”

Éric Mairlot (vertaald door Piet De Meulemeester)

Orchestre Philharmonique Royale de Liège

Het Orchestre Philharmonique Royal de Liège (OPRL) is in 1960 opgericht en is het enige professionele symfonische ensemble van Franstalig België. Het orkest geniet de steun van de Franse Gemeenschap, de stad Luik en de provincie Luik, en speelt niet alleen in de prestigieuze Salle Philharmonique (1887) in Luik, maar ook in heel België en in de grote zalen en op de grote festivals van Europa. Onder impuls van oprichter Fernand Quinet en muzikaal directeuren Manuel Rosenthal, Paul Strauss, Pierre Bartholomée, Louis Langrée, Pascal Rophé, François-Xavier Roth, Christian Arming en Gergely Madaras (sinds 2019), heeft het OPRL op het kruispunt van de Germaanse en Franse tradities een muzikale identiteit uitgebouwd.

Marko Letonja

muzikale leiding

Marko Letonja (1961) is in Slovenië geboren en genoot in Ljubljana en Wenen een opleiding tot orkestleider. Hij was achtereenvolgens muzikaal directeur van het Filharmonisch Orkest van Slovenië (1991-2003), het Sinfonieorchester en de Opera van Bazel (2003-2006), het Orchestra Victoria van Melbourne (eerste gastleider sinds 2008), het Tasmanian Symphony Orchestra (Australië, 2011-2018), het Orchestre Philharmonique de Strasbourg (2012-2021) en de Bremer Philharmoniker (sinds 2018). Hij was ook al te gast in de opera’s van Berlijn, Dresden, Wenen, Genève, Lissabon, Rome, Milaan en Tokio. In februari 2022 sprong hij op het laatste nippertje in als dirigent van het Orchestre Philharmonique Royal de Liège (OPRL), in een programma dat volledig aan Sjostakovitsj was gewijd.

Benjamin Grosvenor

piano

Benjamin Grosvenor (1992) is geboren in Groot-Brittannië. Hij studeerde piano bij Christopher Elton en trok daarna naar de Royal Academy of Music in Londen. In 2011 tekende hij bij het label Decca, als jongste Britse muzikant ooit (19 jaar!) en als eerste Britse pianist in zestig jaar. Sinds 2011 heeft hij liefst tien keer op de bekende BBC Proms gespeeld. Hij speelt op de vijf continenten samen met de grootste orkesten en dirigenten. Met zijn opnamen, vooral van de Concerto’s van Chopin (Royal Scottish National Orchestra, o.l.v. Elim Chan) en van Rhapsody in Blue van Gershwin (Royal Liverpool Philharmonic Orchestre, o.l.v. James Judd), valt hij vaak in de prijzen. In mei 2014 heeft hij in Luik een soloconcert gespeeld.

Bozar Maecenas

Prince et Princesse de Chimay • Barones Michèle Galle-Sioen • Monsieur et Madame Laurent Legein • Madame Heike Müller • Monsieur et Madame Dominique Peninon • Monsieur et Madame Antoine Winckler • Chevalier Godefroid de Wouters d'Oplinter 

Bozar Honorary Patrons

Comte Etienne Davignon • Madame Léo Goldschmidt

Bozar Patrons

Monsieur et Madame Charles Adriaenssen • Madame Marie-Louise Angenent • Comtesse Laurence d'Aramon • Monsieur Jean-François Bellis • Baron et Baronne Berghmans • Monsieur Tony Bernard • De heer Stefaan Bettens • Monsieur Philippe Bioul • Mevrouw Roger Blanpain-Bruggeman • Madame Laurette Blondeel • Comte et Comtesse Boël • Monsieur et Madame Thierry Bouckaert • Madame Anny Cailloux • Madame Valérie Cardon de Lichtbuer • Madame Catherine Carniaux • Monsieur Jim Cloos et Madame Véronique Arnault • Mevrouw Chris Cooleman • Monsieur et Madame Jean Courtin • De heer en mevrouw Géry Daeninck • Monsieur et Madame Denis Dalibot • Madame Bernard Darty • Monsieur Jimmy Davignon • De heer en mevrouw Philippe De Baere • De heer Frederic Depoortere en mevrouw Ingrid Rossi • Monsieur Patrick Derom • Madame Louise Descamps • De heer Bernard Dubois • Mevrouw Sylvie Dubois • Madame Dominique Eickhoff • Baron et Baronne William Frère • De heer Frederick Gordts • Comte et Comtesse Bernard de Grunne • Madame Nathalie Guiot • De heer en mevrouw Philippe Haspeslagh - Van den Poel • Madame Susanne Hinrichs et Monsieur Peter Klein • Monsieur Jean-Pierre Hoa • De heer Xavier Hufkens • Madame Bonno H. Hylkema • Madame Fernand Jacquet • Baron Edouard Janssen • Madame Elisabeth Jongen • Monsieur et Madame Jean-Louis Joris • Monsieur et Madame Adnan Kandyoti • Monsieur et Madame Claude Kandyoti •  Monsieur Sander Kashiva • Monsieur Sam Kestens • Monsieur et Madame Klaus Körner • Madame Marleen Lammerant • Monsieur Pierre Lebeau • Baron Andreas de Leenheer ✝ • Monsieur et Madame François Legein • Madame Gérald Leprince Jungbluth • Monsieur Xavier Letizia • De heer en mevrouw Thomas Leysen • Monsieur Bruno van Lierde • Madame Florence Lippens • Monsieur et Madame Clive Llewellyn • Monsieur et Madame Thierry Lorang • Madame Olga Machiels-Osterrieth • De heer Peter Maenhout • De heer en mevrouw Jean-Pierre en Ine Mariën • De heer en mevrouw Frederic Martens • Monsieur Yves-Loïc Martin • Monsieur et Madame Dominique Mathieu-Defforey • Madame Luc Mikolajczak • De heer en mevrouw Frank Monstrey • Madame Philippine de Montalembert • Madame Nelson • Monsieur Laurent Pampfer • Famille Philippson • Monsieur Gérard Philippson • Madame Jean Pelfrène-Piqueray • Madame Marie-Caroline Plaquet • Madame Lucia Recalde Langarica • Madame Hermine Rédélé-Siegrist • Monsieur Bernard Respaut • Madame Fabienne Richard • Madame Elisabetta Righini • Monsieur et Madame Frédéric Samama • Monsieur Grégoire Schöller • Monsieur et Madame Philippe Schöller • Monsieur et Madame Hans C. Schwab • Monsieur et Madame Tommaso Setari • Madame Gaëlle Siegrist-Mendelssohn • Monsieur et Madame Olivier Solanet • Monsieur Eric Speeckaert • Monsieur Jean-Charles Speeckaert • Vicomte Philippe de Spoelberch et Madame Daphné Lippitt • Madame Anne-Véronique Stainier • De heer Karl Stas • Monsieur et Madame Philippe Stoclet • De heer en mevrouw Coen Teulings • Messieurs Oliver Toegemann et Bernard Slegten • Monsieur et Madame Philippe Tournay • Monsieur Jean-Christophe Troussel • Monsieur et Madame Xavier Van Campenhout • Mevrouw Yung Shin Van Der Sype • Mevrouw Barbara Van Der Wee en de heer Paul Lievevrouw • De heer Koen Van Loo • De heer en mevrouw Anton Van Rossum • Monsieur et Madame Guy Viellevigne • De heer Johan Van Wassenhove • Monsieur et Madame Michel Wajs-Goldschmidt • Monsieur et Madame Albert Wastiaux • Monsieur Luc Willame • Monsieur Robert Willocx ✝ • Monsieur et Madame Bernard Woronoff • Monsieur et Madame Jacques Zucker • Zita, maison d'art et d'âme

Bozar Circle

Monsieur et Madame Paul Bosmans • Monsieur et Madame Paul De Groote • De heer Stefaan Sonck Thiebaut • Madame France Soubeyran • De heer en mevrouw Remi en Evelyne Van Den Broeck

Bozar Young Circle

Mademoiselle Floriana André • Docteur Amine Benyakoub • Mevrouw Sofie Bouckenooghe • Monsieur Matteo Cervi • Monsieur Rodolphe • Dulait Monsieur Avi Goldstein • Monsieur Rodolphe Dulait • Monsieur et Madame Melhan-Gam • Dokter Bram Peeters • Monsieur Lucas Van Molle  Monsieur et Madame Clément et Caroline Vey-Werny • Mademoiselle Cory Zhang

En onze Leden die anoniem wensen te blijven