1. Klassieke muziek is duur.
Wie de volle pot betaalt voor een zitje in 1e categorie, moet inderdaad een flinke som geld neertellen. Gelukkig bestaan er nog andere ticketcategorieën en voordelige formules, waardoor je heus niet tot in juni droog brood hoeft te eten. Ben je jonger dan 30 jaar? Dan geniet je verschillende voordelen. Zo krijg je 50 % korting op de aankoop van je ticket. Of kom 30 minuten vóór aanvang van het concert en scoor met een beetje geluk nog een (misschien wel uitstekende) zitplaats voor amper 10 euro. Zelfs een bioscoopticket is duurder! Met popcorn en frisdrank kom je er waarschijnlijk niet in, maar je krijgt er bakken vol emoties voor terug! Het leven kan toch mooi zijn, niet?
2. Je moet er iets van kennen.
Klassieke muziek is een wereld apart. En net als bij electro, rock of hiphop is die wereld bijzonder divers. Het verschil tussen een compositie van Igor Stravinsky en middeleeuwse gregoriaanse muziek is ongetwijfeld net zo groot als de kloof tussen Black Sabbath en De Romeo’s. In 1000 jaar tijd is de muziek immers sterk geëvolueerd en heeft ze tal van vormen aangenomen. Steun in je concertkeuze dus op wat je kent. Hou je van pianoklanken? Kies dan voor een pianorecital. Is Mozart helemaal jouw ding? Dan kies je toch gewoon voor Mozart? Waag de sprong en zie wat er gebeurt. Beluister ook gerust een van de playlists van Bozar om inspiratie op te doen.
3. Een concert is veel te langdradig.
Niets houdt je tegen om even weg te dromen tijdens het concert. Laat je gerust meeslepen door de muziek. Ook dat is een vorm van luisteren. Scherp je gehoor beetje bij beetje, en vóór je het weet, haal je plezier uit je nieuwe manier van luisteren. Als een concert volgens jou echt te lang duurt, is de nieuwe reeks vrijdagavondconcerten van het Belgian National Orchestra dit seizoen misschien wel iets voor jou. Zo’n concert duurt namelijk maar één uur. Het perfecte concertformat om in de vooravond even te ontspannen vóór je tot in de vroege uurtjes de bloemetjes buitenzet (als dat je ding is, natuurlijk). Voor de vroege vogels is een concert op zondagochtend dan weer een aanrader. Even helemaal relaxen dankzij onze reeks Bozar Next Generation. En waarom niet vóór het concert genieten van minicroissants en een kopje koffie of een glaasje sinaasappelsap in Bozar Café Victor?
4. Je moet de dresscode volgen.
Sommigen dossen zich graag keurig uit voor een concert, maar dat geldt lang niet voor iedereen. Je gaat immers niet naar een concert om gezien te worden, wel om je te laten meeslepen door muzikale emoties! Maak er echter geen verkleedfeestje van. En voor je adamskostuum is de wereld misschien nog niet helemaal klaar. Een jeansbroek en T-shirt volstaan.
5. Sssst. Je moet stil zijn!
Stilte in de zaal hoort er nu eenmaal bij. De muziek wordt doorgaans immers niet versterkt, en zowel het publiek als de muzikanten stellen de stilte best op prijs. Zo hoort iedereen de muziek optimaal. Je wilt toch ook niet dat er iemand vóór je gaat staan in de bioscoopzaal? Wel, dat is niet anders bij een klassiek concert. De akoestiek in sommige concertzalen is namelijk zo goed dat je er élk geluidje hoort (zoals het geritsel van een zakje snoep, een uurwerk dat piept of een Facebookmelding). Bovendien is een beetje stilte in de drukte van de 21e eeuw meer dan welkom, niet?
6. Je moet weten wanneer je mag applaudisseren.
Doorgaans wordt er alleen aan het einde van een werk geapplaudisseerd. Alleen bestaat een werk soms uit meerdere delen, die we ‘bewegingen’ noemen. Elke beweging kan een vijftal tot tientallen minuten duren. Die traditie gaat terug tot de 19e eeuw, toen componisten hun werken een haast sacrale dimensie toekenden en de stilte gestaag haar intrede deed in de concertervaring. Die stilte komt overigens de concentratie van de muzikanten ten goede en helpt hen om zich voor te bereiden op de volgende beweging. En nog een kleine tip om je een gênant moment te besparen: wacht tot een groot deel van de zaal applaudisseert alvorens je in de handen klapt. Wees gerust, eenmaal het concert ten einde is, houdt het applaudisseren haast niet meer op. De solisten en de dirigent verlaten het podium, keren terug, verdwijnen opnieuw, komen weer tevoorschijn ... Met een beetje geluk diepen de muzikanten een bisnummer op uit hun repertoire!
7. Hoesten is verplicht.
Terwijl een applaus uitblijft, wordt de stilte soms doorbroken door een vreemde golf van kuchjes en hoestjes. Onze tip? Je hoeft heus geen eigen bijdrage te leveren aan dit microbenfestijn. Ontspan je en denk aan iets anders. Voel je toch een kriebeltje opkomen? Bij de vestiaire zijn er gratis keelpastilles te verkrijgen. Een andere techniek bestaat erin te kuchen wanneer het orkest een climax bereikt. Best een beetje riskant, tenzij je de partituur goed kent. Maar oefening baart kunst.
