“Stereotypen zijn niet zozeer verkeerd, maar wel onvolledig”, aldus Adichie in 2009 in The Danger of a Single Story, haar TED-talk met een cultstatus. Het simplistische verhaal loochent de menselijke ervaring: daarop steunt haar oeuvre, van Paarse Hibiscus en Amerikanah tot haar recentste roman Dream Count. De Nigeriaanse Adichie is in 1977 geboren in een Igbo-gezin met zes kinderen. Op haar negentiende ging ze in Amerika Creatief Schrijven studeren. Die kruisbestuiving tussen verschillende werelden blijkt telkens weer. In 2008 sleepte ze een MacArthur Fellowship, “de beurs voor creatieve genieën”, in de wacht. Ze ontmantelde de clichés over Afrika en de zwarte vrouwen en groeide voor een hele generatie Afrikanen uit tot een rolmodel. In 2013 citeerde Beyoncé haar in Flawless. Ze werd een popfiguur en een studieonderwerp, en zo vonden haar ideeën ook weerklank buiten het literaire kringetje. Maar ook de kritiek bleef niet uit: voor sommigen geeft ze blijk van een afgezwakt feminisme. Ze reageerde prompt en eiste in It is Obscene, een open brief, het recht op nuance op. Ze maakt aanspraak op de complexiteit en dat is de rode draad in haar denkwereld. In een essay rond rouwen schreef Adichie dat haar vader haar “ik weet het niet” leerde zeggen. Die houding getuigt van een zeldzame nederigheid in een wereld die draait om virale bevestiging.
Meervoudig schrijven
Adichie ontmantelt aldoor de clichés. In Paarse Hibiscus belichaamt de patriarchale vader het enige verhaal dat alle andere familiale waarheden onderuithaalt. In Een halve gele zon beschrijven verschillende stemmen de Biafra-oorlog: de militante, plattelandse en koloniale stemmen brengen samen een verborgen drama naar buiten. In Amerikanah komt Ifemelu tot het besef dat zwart zijn in Nigeria iets anders betekent dan in de VS. De ballingschap komt er in al haar complexiteit naar voren. In interviews benadrukt Adichie altijd het belang van verhalen die verankerd zijn in de ervaring. Voor haar ontstaat het universele vanuit de uniciteit. In Dream Count delen vier vrouwen hun twijfels, geneugten en stiltes. Adichie schreef dit boek nadat ze moeder en wees was geworden. Het werd ook een keerpunt in haar leven: “Mijn uitdrukkingswijze is veranderd”, zegt ze, en daarmee erkent ze haar eigen complexiteit. In haar recentste roman is er sprake van vriendschap, weggestopte dromen en een wenselijke toekomst. Een samenleving die niet meer droomt, wordt er armer op. Voor Adichie opent het schrijven ruimten vol pluraliteit waar de dissonante stemmen samenleven. Het wijst ons erop dat we de wereld enkel kunnen begrijpen als we de diversiteit van de verhalen omarmen. Elk wezen heeft een eigen verhaal, en zo is de mensheid een bibliotheek, en kan geen enkel boek het verhaal in z'n eentje vertellen.