Gepubliceerd op

De verleiding van het kwaad

In Personality and Power schetst de grote Britse historicus Ian Kershaw een reeks portretten van dictators en democratische leiders, met de vraag wat hen onderscheidt. Een vraag die actueler is dan ooit in het licht van de huidige gebeurtenissen die hebben geleid tot nieuwe vormen van autocratie, belichaamd door Vladimir Poetin, Recep Tayyip Erdoğan, Xi Jinping en Jair Bolsonaro. Een uitzonderlijke ontmoeting met een van de meest bewierookte getuigen van onze tijd, op 11 oktober om 19.30 uur. Mis het niet!

Het is een bekend adagium dat "macht alleen diegenen uitput die haar niet uitoefenen". Maar wat wordt ermee gedaan door zij die ze wel uitoefenen? Hoe gaan deze mensen om met de kracht die macht hen geeft? Dat is het onderwerp van Ian Kershaws nieuwste en fascinerende boek, dat dieper ingaat op de levensloop van enkele van de grootste politieke figuren uit de vorige eeuw. De briljante historicus, unaniem geprezen voor zijn biografie van Adolf Hitler (Hitler, Flammarion), zoekt een antwoord op de vraag waarom dictators als Lenin, Stalin, Hitler of Mussolini zich gerechtigd voelden om de politiek van het kwaad te bedrijven, terwijl andere leiders, van Churchill over Adenauer en De Gaulle tot Gorbatsjov, heel anders met hun macht omgingen.

Wist je dit?

Verrassend genoeg was Ian Kershaw aanvankelijk niet van plan om zich over de twintigste eeuw te buigen. De specialist van het Derde Rijk wilde namelijk middeleeuwse geschiedenis studeren en begon zijn academische loopbaan als mediëvist. Pas enkele jaren later ontwikkelde hij een passie voor de recente geschiedenis van Duitsland, en in het bijzonder voor de periode van het nazisme, waarvan hij een van de meest vooraanstaande deskundigen werd. Toen hij zich in de jaren zeventig op dit – toen nog relatief onaangeroerde – onderwerp begon toe te leggen in het Verenigd Koninkrijk, plukte Ian Kershaw de vruchten van de welwillende invloed van drie befaamde en gezaghebbende Duitse historici: Martin Broszat, Hans Mommsen en Hans Ulrich Wehler. Het is dan ook geen toeval dat het concept van de charismatische leider, zoals dat door de beroemde Duitse socioloog Max Weber in het leven is geroepen, een centrale plaats zou innemen in zijn latere geschriften. In navolging van de trend die deze historici invoerden, wijdde Ian Kershaw, die nauw met hen samenwerkte, zich vooral onder leiding van Broszat aan aspecten van het nazitijdperk die tot dan toe genegeerd waren, zoals de publieke opinie en de ontvangst van de nazileiders door de Duitse samenleving. Hij beperkte zich echter niet tot een structurele aanpak, maar hield ook rekening met de persoonlijkheid van Hitler om te verklaren hoe die laatste zijn verhouding tot de macht handhaafde.

Een persoonlijkheid en de gebreken van een samenleving 

Kershaw distantieerde zich van de marxistische analyses van de jaren zeventig en tachtig, die zich concentreerden op de invloed van het Duitse kapitalisme, waarvan Hitler slechts een marionet zou zijn geweest, alsook van historici die het nazisme slechts zagen als een reactie op de communistische dreiging. In tegenstelling tot deze onderzoekers trachtte hij juist een rechtstreeks verband te leggen tussen de bijzondere psychologie van de charismatische leider, de kracht van de partijpropaganda die de mythische figuur van de Führer in het leven riep, en de zwakheden van de toenmalige Duitse samenleving. Die laatste was verzwakt door de nederlaag van 1918, en het gebrek aan de nodige institutionele, culturele en politieke middelen om Hitlers opruiende toespraken te weerstaan, is van doorslaggevend belang om het succes van de nazi's te begrijpen: "De sleutel tot het raadsel ligt niet zozeer in Hitlers persoonlijkheid, dan wel in de veranderingen die de Duitse samenleving zelf onderging, getraumatiseerd door de verloren oorlog, de politieke instabiliteit, de economische ellende en de culturele crisis. In elk ander tijdperk zou Hitler ongetwijfeld een nobody zijn gebleven.

En vandaag?

De persoonlijkheid van een dictator speelt dus een belangrijke rol om aan de macht te komen en bij de keuzes die zijn beleid zullen bepalen. Ze verklaart echter niet alles. Elke leider ondervindt op zijn weg meer of minder weerstand van de maatschappij. Dat is waarschijnlijk de belangrijkste les die we moeten onthouden in een tijd waarin de verleiding tot autocratie, zelfs in landen met een democratische cultuur, opnieuw aan kracht wint door allerhande vormen van populisme. Zeker nu er opnieuw oorlog dreigt op het Europese continent, zijn de woorden van intellectuelen als Ian Kershaw van onschatbare waarde, om de machtsbronnen te ontcijferen waarop autocraten en dictators steunen. We moeten dan ook alles in het werk stellen om de letter en de geest van onze democratieën te beschermen, de oude stelregel van generaal de Gaulle indachtig: "Alles kan op een dag gebeuren, zelfs als een daad die strookt met eer en eerlijkheid uiteindelijk een goede politieke investering blijkt te zijn."