Gepubliceerd op - Luc Vermeulen

Een welgetemperd gesprek

Ontmoeting met Julien Libeer

Ter gelegenheid van het Bach Heritage Festival in Bozar vergasten pianist Julien Libeer en Cappella Amsterdam je op een concert waarin ze 'Das Wohltemperierte Klavier' van Johann Sebastian Bach in dialoog laten treden met de koormuziek van componisten van de renaissance tot nu. De Belgische pianist geeft je een inkijk in zijn verhouding met de muziek van Bach en in het ontstaan van dit buitengewone project.

Dit artikel kadert in

Bach Heritage Festival 2023

Kan je je eerste kennismaking met Bach nog herinneren?

Net zoals veel pianisten heb ik zijn muziek ontdekt tijdens mijn pianostudie. Mijn lerares was helemaal weg van Bach en heeft me zijn twee cahiers met twee- en driestemmige Inventionen integraal laten inoefenen. Zo kon ik me niet alleen verdiepen in de meerstemmigheid, de muzikale structuren, maar ook in het hele aspect van de vertolking. Bach is in mijn leven verschenen als de grootste muziek- en pianopedagoog die ooit heeft bestaan.

Waarom ben je je onlangs gaan bezighouden met Das Wohltemperierte Klavier ?

Tijdens de COVID-19-pandemie wou ik iets om handen hebben en ging ik op zoek naar een werk van lange adem. Ik heb mezelf toen tot doel gesteld alle preludes en fuga’s van Bach te leren spelen. Typisch een project waarvan je zegt dat je het ooit wel eens zult aanpakken, ‘als je er eens de tijd voor vindt’. En toevallig strekte zich, voor één keer, een zee van tijd voor me uit.

Dat idee mondde uit in het album J.S. Bach & Beyond: A Well-Tempered Conversation. Wat is het concept van het werk?

In 2020 had ik mijn eerste album uitgebracht bij het label harmonia mundi en vroeg ik me af wat ik daarna moest gaan doen. Ik was aan de slag gegaan met de eerste bundel van Das Wohltemperierte Klavier, en zo is het idee gegroeid om het op plaat te zetten. Maar ik wou niet zomaar een zoveelste integrale opname van die stukken inblikken, en een copy-paste van een concertprogramma sprak me ook al niet aan.

In die periode was ik gefascineerd door de paradox die in die muziek vervat zit. Enerzijds is het een ‘onaantastbaar’ werk. Moet je het dan, ondanks zijn lengte, in zijn geheel spelen? Of kun je er beter stukken uit selecteren, zonder daarbij de indruk te wekken dat je een examenprogramma aan het conservatorium afwerkt? Dat is niet zo duidelijk. Anderzijds is de muziek toegankelijk, want ze blijft de ultieme referentie voor vertolkers en componisten.

Zo heb ik een programma uitgewerkt dat respect opbrengt voor de onwrikbaarheid die Bach in deze cyclus aan de dag legt, en tegelijkertijd een licht werpt op de invloed die de polyfonie van Bach heeft gehad op zijn opvolgers, zoals Beethoven, Fauré, Ravel, Ligeti ... De preludes en de fuga’s vormen daarbij de ideale rode draad om een soort schilderij te maken van de muziekgeschiedenis en de verschillende temperamenten die haar mee hebben gevormd. Datzelfde idee komt terug in het concertprogramma dat ik samen met Cappella Amsterdam breng.

Hoe ben je op het idee gekomen om Das Wohltemperierte Klavier te combineren met de koormuziek?

Eerlijk gezegd is het hele project vanuit dat idee ontstaan. Toen ik nadacht over het concept van het ‘goed gestemde’ of wohltemperierte gesprek, ben ik al heel gauw op het idee gekomen om een dialoog aan te knopen met de oorspronkelijke polyfonie, de vocale meerstemmigheid van de renaissance en de prebarok. De piano leent zich niet tot de vertolking van die repertoires, maar ze zijn het vocale ensemble op het lijf geschreven. Ik heb het idee voorgelegd aan verschillende koordirigenten: “Dit zijn de 48 preludes en fuga’s van Bach. Probeer even de onderlinge invloed van de componisten te belichten, net zoals een curator dat zou doen voor een tentoonstelling.” Daniel Reuss, de leider van Cappella Amsterdam heeft me daarop een aantal koorwerken voorgesteld die hem relevant leken en die ik heb gecombineerd met preludes en fuga’s die goed samengaan. En zo kreeg het programma vorm.

Hoe is het programma samengesteld?

Op plaat zijn de werken op tonaliteit onderverdeeld. Daarmee wilden we de strikte organisatie van Bach min of meer respecteren. Tijdens het concert mag het allemaal wat minder strak zijn. We brengen Das Wohltemperierte Klavier als een soort knooppunt tussen de periode voor en de periode na Johann Sebastian Bach. Tegelijkertijd willen we ook de verhouding van latere componisten tot die muziek belichten, in een zuiver esthetische en muzikale benadering.

We hebben onszelf ook wel een aantal knipoogjes veroorloofd. Zo hebben we er, bijvoorbeeld, voor gekozen om het Ave Maria van Josquin Desprez, in C-majeur, te combineren met de Prelude en Fuga in C-majeur, waarop Charles Gounod zijn Ave Maria heeft geschreven. Met dat erg bekende werk sluiten we het concert af.

Componisten zoals Josquin en Schütz laten mooi zien welke invloed de ‘anciens’ op Bach hebben gehad. De nalatenschap van Bach is dan weer erg aanwezig in het oeuvre van zijn opvolgers Mendelssohn en Brahms. De latere stukken ademen dezelfde sfeer als die van Bach: de werken zijn doordrongen van contrapunten en spirituele connotaties.

Om af te sluiten: wat is jouw relatie met koor- en vocale muziek?

Met de koorzang heb ik niet meteen ervaring. Maar mijn hele kindertijd lang heb ik dan wel weer naar opera geluisterd. Ik hou van de stem. Ik vertrek altijd vanuit de stem, en die stem is ook altijd een grote bron van frustratie wanneer ik denk aan mijn instrument en die ‘verdomde hamertjes’! Ik denk dat elke pianist wat graag zou willen kunnen zingen.