Jullie combineren de kanklės, een traditioneel Litouws snaarinstrument, met etherische elektronica en de zachte vocals van Indrė. Klopt dit basisrecept nog steeds?
Bert Cools: Er is niet echt een basisrecept, we maken gewoon wat we leuk vinden. Sommige stukken zijn gebaseerd op traditionele Litouwse volksliedjes zoals Lopšinė (een oud Litouws slaapliedje) en andere zoals Kouma op eigen composities. De kanklės is een groot ankerpunt, maar andere dingen kunnen ook als basis dienen: field recordings, synths, sampling van de stem of een gevoel dat ons triggert.
Jullie maken al meer dan tien jaar muziek samen en moeten ondertussen elkaars zwakten en sterkten door en door kennen. Of kunnen jullie elkaar nog verrassen?
Bert: Zeker. Je blijft evolueren, zowel als mens in je eigen leven, als muzikaal. Bijna onvermijdelijk dat je nieuwe dingen begint op te zoeken. We zijn beiden meer in de eletronica gedoken, zowel op kanklės als het gebruik van synths. Beetje van kleuren veranderen, op zoek naar nieuwe song structuren, nieuwe sounds en we zaten deze keer in de studio met veel gastmuzikanten.
Daarbovenop komt het genot van een nieuw nummer maken. Iets vinden uit het niets, een idee uit de lucht plukken. Je weet nooit wanneer je een song gaat vinden. Dat kan in iets heel kleins liggen, dan ga je daar in mee en wordt dat een nummer. Magic.
“Every sonic choice feeling deliberate but sitting loosely enough to feel natural.” schrijft een Schots cultuurmagazine over Vėjula. Welke criteria gebruik je om een idee een plaats te geven in een song? Hebben jullie elk een veto?
Bert: Dat gaat erg naturel. We bouwen aan een ruimte waarvoor iedereen een stokje aanlevert. En wanneer het af is, zegt iemand “wacht ik wil hier nog wat blaadjes en mos”. Het is altijd leuk om iemands input te hebben, niet perse alleen die van onszelf. Ik liet de plaat toen die bijna af was horen aan een paar vrienden, eerder om te voelen hoe die muziek resoneert. Er verandert iets in muziek als je het samen luistert.
Je zit zelf ook als producer achter de knoppen. Een groot deel van de algemene sfeer op Vėjula is dus aan jou te danken. Had je een luistermoment of –plek in gedachten voor de luisteraar? Ik zie een ruimte voor me waar het licht eerder toeneemt dan afneemt. Eerder een ochtend- dan een avondplaat.
Bert: Grappig, want onze plaat uit 2018, Naktės, hebben we alleen 's nachts opgenomen. Deze plaat staat eerder voor verwondering en de creatie van iets nieuws. Vėjula betekent voor ons een spirit van de wind, een nieuwe instroom. Kan zeker goed passen bij de ochtend, maar probeer het ook eens in de avond.
Vėjula wordt als “a self-styled musical rebirth” omschreven op jullie website. In welke zin is er gebroken met het verleden?
Bert: Niet zozeer gebroken, maar eerder op verder gebouwd. Vooral dankzij die samenwerkingen. We werkten op Salos al samen met het koor Jaunu Muzika en Shahzad Ismaily, maar dat bleef toch nog veel in onze handen. Voor Vėjula doken we samen in de studio en creëerden we spontaan samen. We houden allebei wel van impro in het moment zelf.
Multi-instrumentalist Shahzad Ismaily zagen we inderdaad al aan jullie zijde en hij komt mee naar Bozar op 1 december. Hoe leerden jullie elkaar kennen?
Bert: We hebben hem in 2018 ontmoet op het PEOPLE Festival georganiseerd door The National en Bon Iver. Dat festival was bedoeld als creatiespace voor 170 muzikanten. Er waren geen regels. Iedereen mocht doen wat hij wilde, maar op het einde van de week was er een festival voor wie wou spelen. In het begin wist niemand wat hij moest doen, maar naarmate het weekend kwam wou iedereen met iedereen spelen. Sindsdien zijn we Shahzad blijven ontmoeten op verschillende continenten en is het een vriendschap geworden. Zoiets waardevol, dat koesteren we.
Wat bewonder je aan hem?
Bert: Shahzad wordt door heel veel muzikanten gevraagd omdat hij als geen ander weet hoe in het moment te creëren. Hij speelt vele verschillende instrumenten en neemt muzikale wendingen die blijven verbazen. Ik heb het gevoel dat hij altijd vertrekt vanaf een soort nulpunt en niet vanuit het idee “ik ben een muzikant dus ik speel zus en zo”. Shahzad is gewoon een ongelooflijke magicus.
Daar blijft het niet bij, op het album horen we ook Bill Frisell, Laraaji, Toma Gouband en Craig Taborn. Niet de minsten!
Bert: Bill, Laraaji en Craig zijn er op het laatste moment bijgekomen zonder dat we een plan hadden. We waren in Brooklyn, NY bij Shazhad in zijn Figure 8 studio en hebben hen toen gewoon opgebeld met de vraag “kunnen jullie de komende 3 dagen meedoen?”. Zo is dat gebeurd, een beetje old school. Gewoon de studio induiken, geen plan, en wat muziek maken.
In hoeverre zie je Merope nog steeds als een duo?
Bert: Voorlopig vertrekt het vanuit Indrė en mij, maar ik zie Merope eerder als een sound. Indrė en ik komen beiden uit de improwereld, gaande van jazz, Indische klassieke muziek, Afrikaanse muziek... Die liefde voor het moment blijft. Live improviseren we ook grote delen van onze set. De openheid naar het moment en samenspelen met mensen blijft inspireren.
Heb je een favoriete track?
Bert: Achter elke track schuilt er wel een verhaal dat ik leuk vind. Maar ik zou kiezen voor Vija. Een heerlijke solo kanklės track. Het is een ode aan het instrument en brengt poëzie en rust. Het klinkt voor mij als de essentie, het kan heel direct naar je horen en hart gaan.
Om af te sluiten even inzoomen op de kleurrijke albumcover. Wie is de artiest erachter?
Bert: Onze artworks zijn gemaakt door de Indiase artiest Avinash Veeraraghavan. Hij vertrekt vanuit digitale collages die worden omgezet in een borduurwerk. Dit sluit wel aan bij Merope; een mix van vele werelden. Het feit dat je niet weet wat wat is maakt plaats voor de verbeelding.
Het doet me ook denken aan het moment wanneer je naar buiten kijkt en alles ziet krioelen: fietsen, huizen, natuur, mensen, lucht… er is zoveel te zien. Zo zie ik onze muziek ook graag. Iets waar je bij kan stilstaan, waar je gewoon naar kan kijken en je eigen wereld van kan maken.