De Hortahal, zo noemen ze me nu. Op mijn geboorteakte staat ‘Salle des Sculptures’. Het hart van het Paleis voor Schone Kunsten. Waar alle kunsten floreren en mensen elkaar ontmoeten. Een plek die muteert naar wat er leeft. Een kruispunt voor bezetting en avant-garde. Een plek die geschiedenis ademt en elke keer opnieuw weer de tijdsgeest weet te vatten. Ik ben het allemaal en nog zoveel meer. Een tijdreis van een eeuw door de centrale hal van het Paleis voor Schone Kunsten.
8 december 1924
Ik sta op uit het moeras. De zanderige, natte ondergrond, financiële en logistieke problemen hebben voor enige vertraging gezorgd maar vandaag kan ik zeggen dat mijn fundamenten gelegd zijn. Het brein achter mijn constructie, Victor Horta, ziet het Paleis voor Schone Kunsten als een verbinding tussen de hoge en de lage stad, een plek voor alle kunsten.

4 mei 1928
Het enorme bouwproject dat de naam Paleis voor Schone Kunsten kreeg, is nu meer dan een idee, een droom of een betonnen skelet. Vandaag gaan de tentoonstellingszalen open.

November 1928
De kunstenaar die voor de allereerste keer mijn marmeren schip mag bewonen, is beeldhouwer Antoine Bourdelle (1861 – 1929). En hij ziet het meteen groot. De leermeester van onder meer Alberto Giacometti pakt uit met monumentale sculpturen, met de beeldengroep Generaal Alvear te paard en de Vier Allegorieën als absoluut hoogtepunt. Niet alleen ik mag de beelden bewonderen, de enorme tentoonstelling met meer dan 140 sculpturen beslaat een groot deel van het Paleis. Horta’s sculpturenhal is een feit.
1929
Ik zie mijn officiële inwijding. Sergej Diaghilev huldigt me magistraal in met zijn Ballets Russes.

10 februari 1929
Ik mag James Ensor en de fine fleur van de hoofdstad ontvangen voor een feestelijk banket ter gelegenheid van zijn retrospectieve in het Paleis voor Schone Kunsten. Ensors tafelrede Discours au masques loyaux et autres zal me hoogstwaarschijnlijk nog lang bijblijven.
1931-1946
Waren dit dan wat men noemt mijn ‘wilde jaren’? Bij nader inzien misschien niet de mijne, maar die van de beau monde en het grote geld. Ik vat ze graag even samen in een aantal opmerkelijke gebeurtenissen, die noemenswaardig zijn, maar ik bespaar jullie de specifieke details. Want mijn deuren gingen open voor werkelijk alles: van modeshows en het salon van de haarkappers tot het autosalon, en van een examen boekhouding tot grote banketten en extravagante feestjes.
31 Mei 1968
Vergeet wat ik schreef over die wilde jaren. Ik ben in het oog van een storm terechtgekomen - artiesten, schrijvers en studenten houden mij al drie dagen lang gegijzeld. Ze protesteren tegen het huidige culturele systeem en de verspreiding daarvan, en benadrukken dat "alle protesten op cultureel niveau leiden tot protest van de samenleving als geheel."
Kunstenaars Marcel Broodthaers, Roger Somville en Serge Creuz leiden de debatten: “Wij hebben het Paleis gekozen omdat het een symbolische plek is en omdat het de enige plek is waar we ons kunnen laten horen.” Het is een complete chaos, ik ben een geïmproviseerd publiek forum geworden.
22 maart 1972
Ik word omgedoopt tot ‘Animatiezaal’, een naamsverandering die getuigt van een belangrijke ommezwaai. Een naam die gemeenschapsgevoel uitstraalt, een reflectie op conclusies die we trokken uit de korte bezetting vijf jaar geleden. Een officiële respons op de veranderende ideeën van het publiek. Ik word een uitgesproken publieke ruimte.
Mijn marmeren structuur raakt gaandeweg verloren in een kluwen van metalen buizen en mobiele, modulaire blokken. Ik krijg nieuwe vloeren, podiums, zitjes, waardoor de logica van mijn conventionele grenzen in nieuwe termen wordt gereanimeerd. De units kunnen vrij bewegen binnen deze logica, wat een open, maar oplosbare toekomst symboliseert. Ik ben een soort stadsplein met een forum, een arena en een podium. De marmeren sculpturen hebben plaatsgemaakt voor levende sculpturen, jullie. Ik waan me Pygmalion.
In een sfeer van openheid en experiment zie ik lezingen van David Hockney en Gilbert & George.
1995-1996
Naar aanleiding van Europalia Horta werd ik gerestaureerd naar mijn oorspronkelijke architectuur. De hartkamers kunnen weer bloed pompen naar de rest van het lichaam, het Paleis kan weer ademen.
Slechts heel kort was ik de zaal die Horta voor ogen had: eentje voor grote sculpturen. Na de beelden van Bourdelle en Rodin tijdens mijn beginjaren zou niemand in hun voetsporen treden. Daarna volgden de jaren van het feestgedruis, de bezetting en de metalen structuren van de animatiezaal. Horta’s architectuur mag dan wel in ere hersteld zijn, maar de leegte die ik nu ervaar … die had hij nooit vooropgesteld.

4 maart 2007
Theatergezelschap Needcompany viert zijn 20e verjaardag met Deconstructions. Gisteren zag ik een grote installatie verschijnen, opgebouwd door Jan Lauwers met afgedankte spullen van het Paleis. Zes uur lang brengen de artiesten een marathonperformance in de installatie. De voorbije jaren werd ik weer meer en meer een zaal voor installaties, een knipoog naar mijn oorspronkelijke functie als beeldenzaal?

28 maart 2017
De tentoonstelling van Yves Klein opent vanavond haar deuren en naar goede gewoonte mag ik de vernissage verzorgen. Miet Warlop galoppeert mijn trappen op naar de exporuimtes. Klein vond het diepe lege in de diepte van ultramarijn blauw, terwijl ik uit de leegte van de afgelopen jaren ontwaak. Klein bereidde de weg voor heel wat performancekunstenaars, laat ons zeggen dat Warlop – in galop – hetzelfde deed voor performancekunst in het Paleis.

It’s an excuse to touch the building in a way I wouldn’t be able to touch it. — Liam Gillick
31 maart 2022
Ik ben nog maar net bekomen van die harde hoefijzers, of ik voel weer een andere sensatie op mijn trappen. Deze keer is artiest Liam Gillick de schuldige. Maar ik vergeef hem, want vandaag viert hij samen met mij het 100-jarig bestaan van het idee van het Paleis voor Schone Kunsten.
Tijdens de opening van de tentoonstelling Project Paleis besmeurt Gillick mijn trappen met een mix van glitter en wodka, een act die me zowel poetst als vervuilt. Na een tijd is de alcohol vervlogen, maar ik zie dat de glitter blijft plakken en meereist naar de tentoonstelling onder de voeten van de bezoekers.
Vandaag
Performancekunst is terug van nooit weggeweest. Al sinds mijn inhuldiging ben ik een plek van performance, de (levende) kunsten en alles daartussen. Maar 2024 geeft me meer regelmaat. Ik mag nu maandelijks de stad binnentrekken voor een performance. Een aantal weken geleden zag ik Boris Charmatz nog, in november ontvang ik Eszter Salamon, in december Maria Hassabi. Ik hoop jullie daar te mogen verwelkomen.
En ik kijk uit naar 2025. Tijdens het voorjaar verzorgen Architectenbureau Giusto Van Campenhout en kunstenaar Michel François de herinrichting van mijn architectuur. Ze gaan opnieuw resoluut voor een gastvrije ontmoetingsplek, op het kruispunt van artistieke disciplines met Bozar All Over the P(a)lace als uitvalsbasis. Deze zomer doe ik mijn oorspronkelijke naam, Salle des Sculptures, weer alle eer aan. Michael Beutler zal mij vullen met een grote installatie in de reeks Bozar Monumental.
Tot snel!
De Hortahal