Remember to turn down the brightness and mute your phone.

Terug naar het evenement

Cecilia Bartoli

27 Okt.'23
- 19:30

Henry Le Boeufzaal

Georg Friedrich Händel 
1685-1759

 
Giulio Cesare in Egitto, HWV 17 (1724)

 

Duur:
eerste deel 1h20
pauze
tweede deel 1h35

Wie zingt, die wint: Händels Giulio Cesare in Egitto  

Het waren Händels wonderjaren, 1724 en 1725. Driemaal wist hij met zijn opera’s de hoogste toppen te scheren: van Rodelinda over Tamerlano tot Giulio Cesare in Egitto (HWV17) - een werk dat tot op vandaag tot zijn meest geliefde opusnummers behoort. Händel schreef Guilio Cesare voor de Royal Academy in Londen, die de eerste productie presenteerde in King’s Theatre, Haymarket. Het werk had alles om een superhit te worden en maakte die premisse ook waar, met dank aan de onweerstaanbare combinatie van drama, glamour en stemmenspektakel.  

Trendgevoelige storytelling
Dat Giulio Cesare weet te boeien van de eerste noot tot de dubbele maatstreep is het resultaat van Händels eigenzinnige receptuur. Zo is zijn keuze voor historische personages in een semi-fictieve vertelling ietwat ongewoon. Dat Händel de gebruikelijke mythologische verhaalstof links liet liggen, heeft alles te maken met een theatertrend van het voorbije seizoen, toen Londen had gesmuld van Shakespeares Julius Caesar en Drydens All for Love. De roemruchte Romeinse keizer en zijn Egyptische belle, Cleopatra, mochten daarom opnieuw opdraven in het libretto dat Händel bestelde bij de gerenommeerde Italiaanse auteur Nicola Francesco Haym. 

Die herwerkte een tekst van Giacomo Francesco Bussani (Venetië, 1677) tot een drieakter vol actie, cliffhangers en emotionele rollercoasters. De setting: het Oude Egypte, 48 voor Christus. Julius Caesar raakt verwikkeld in een machtsstrijd binnen de Egyptische koninklijke familie. In het oog van de storm staat de ravissante Cleopatra die plannen smeedt om haar broer Tolomeo van de troon te stoten. Naast een kulturkampf ontstaat er ook een heftige romance tussen Cleopatra en Caesar. Uiteindelijk wint de liefde en plaatst Cleopatra het Egyptische rijk onder Caesars bescherming.   

Doortimmerde dramaturgie
Wie de partituur onder de loep legt, merkt al gauw dat Händel ze vakkundig om de leest van zijn premièrecast heeft gesmeed. In lijn met de missie van de Academy werden daarvoor enkel de allerbeste stemmen en grootste muziekpersoonlijkheden aangezocht. De rol van Cleopatra was voor Francesca Cuzzoni, die zich met haar magistrale sopraan en explosieve rivaliteit met Faustina Bordoni de geschiedenis inzong. Caesar werd vertolkt door Francesco Bernardi alias Senesino: een gevierde alto castrato met bedenkelijke privé-reputatie. Hij zou zich immers meermaals aan obsceen taalgebruik en misogynie schuldig hebben gemaakt. 

Ondanks hun sterrenstreken was het muzikale meesterschap van de hoofdrolspelers onbetwist. Librettist en componist moesten dus in de eerste plaats voor applausaria’s zorgen: een taak waar ze zich met verve van kweten. In de liederen, alle van het type ‘Da Capo’ (met een ABA-vorm, bestaande uit quasi-identieke buitendelen en een contrasterend middendeel), reflecteren de personages op de gebeurtenissen. Dat doen ze in een muziek van contrasten, laag na laag van hun gevoelswereld onthullend. De (eerder compacte) recitatieven zorgen voor narratieve stuwkracht en bieden de personages de kans om met elkaar en de buitenwereld te interageren. Ook koor en orkest krijgen een glansrol: nooit eerder maakte Händel het zo bont met zijn instrumentatie, die onder meer twee paar hoorns in verschillende stemmingen en een podiumensemble van harp, theorbe en viola da gamba behelst. Die opulente opzet levert een rist onvergetelijke scènes op, van het bloeddorstige koor aan het einde van Caesars aria AI lampo (akte 2) over de kletterende ruzie tussen Cleopatra en Tolomeo en de heroïsche verschijning van Caesar uit de golven die de spanning breekt van Cleopatra’s wanhopige Piangeró (beide in akte 3).  

Cherchez la femme
Caesar mag het dan tot titelpersonage hebben geschopt, de spil van deze opera is Cleopatra. Net als in Rodelinda en Tamerlano is het een vrouw die vooroordelen en tegenspoed weet te overwinnen en zich de held van de dag mag noemen. Cleopatra is een echte royal: trots, moedig en strijdvaardig. Maar ze is ook een mens van vlees en bloed: zelfzuchtig en manipulatief, opportunistisch en onbeschaamd, plagerig, grappig, hopeloos verliefd. Knap hoe Haym en Händel het personage laten evolueren: de zelfbewuste dame van de eerste akte wordt van verlangen naar wanhoop gedreven in de tweede maar werkt zich in de derde alsnog naar de triomf. Zo komt ze als een rijper en rijker personage uit het verhaal. 

Dan is Caesar meer rechttoe-rechtaan: van zijn eerste tot zijn laatste aria is hij de manhaftige strijder, de ongeduldige lover, de onwankelbare staatsman. Enkel in zijn laatste duet met Cleopatra toont hij zich van een zachtere, kwetsbare kant. En dan is er nog Tolomeo, de slechterik van dienst. Ook hij krijgt van Händel een prachtpartij, waarvan elke notenbalk illustreert hoe hij zich een weg door het leven konkelt - soms dodelijk beledigd en dorstend naar wraak, dan weer humeurig of kleinzielig, arrogant, vals en glad als een aal. Daar stopt het niet: ook alle andere zangers krijgen muziek van topkwaliteit voor de kiezen, die een Händel op de piek van zijn kunnen toont.  

Van recyclage tot revival
Of Giulio Cesare in Egitto echt het broeierige spektakel is dat Händel-eminentie Winton Dean erin las (“een glorificatie van seksuele passie ongehinderd door de schaduw van het huwelijk”) laten we in het midden. Maar dat de opera een blijvende fascinatie opwekt, staat buiten kijf. Nog tijdens Händels leven werd het werk 34 keer opgevoerd, steeds met supersterren op de affiche. De revival van het werk in de 20ste eeuw ging met de nodige kinderziekten gepaard. Zo was de eerste ‘moderne’ uitvoering (Göttingen, 1922) gebaseerd op een partituur die sterk afweek van Händels origineel. Toch wist Giulio Cesare zich een weg naar het kernrepertoire te banen en bleef het aandacht, lauweren én illustere Cleopatra’s oogsten. Joan Sutherland, Montserrat Caballé en nu dus ook Cecilia Bartoli: een pantheon van gepast Händeliaanse allures.  

Sofie Taes

Gianluca Capuano

muzikale leiding

Gianluca Capuano studeerde orgel, compositie, directie, oude muziek en filosofie in zijn geboortestad Milaan. Sinds 2019 staat hij aan het hoofd van het ensemble Les Musiciens du Prince – Monaco. Hij trad op in heel Europa en in de Verenigde Staten, Rusland en Japan als dirigent, organist en continuospeler. In 2022-2023 dirigeerde hij Alcina in het Teatro del Maggio Musicale Fiorentino, Alceste in Rome, L'elisir d'amore in de Weense Staatsopera, Il barbiere di Siviglia en L'Orfeo in Monte-Carlo en La clemenza di Tito op tournée met Cecilia Bartoli en Les Musiciens du Prince. 

Cecilia Bartoli

Cleopatra (mezzosopraan)

De Italiaanse mezzosopraan Cecilia Bartoli is een van de grootste artiesten in de klassieke muziek, met een uitzonderlijke carrière die meer dan 30 jaar omspant en nog steeds voortduurt. Haar werk is gegroeid uit haar passie voor het herontdekken van vergeten partituren en haar diepe interesse in historisch geïnformeerde vertolkingen. Haar ambitieuze en alom geprezen projecten omvatten diverse kunstvormen en hebben haar internationale erkenning opgeleverd. Haar opmerkelijke carrière staat model voor toekomstige generaties en maakt haar tot een persoonlijkheid die haar stempel zal drukken op de muziekgeschiedenis. 

Carlo Vistoli

Giulio Cesare (contratenor)

Na zijn opleiding bij William Matteuzzi en Sonia Prina maakte Carlo Vistoli in 2012 zijn podiumdebuut in Dido & Aeneas. Hij won talloze prijzen in prestigieuze competities. In 2015 werd hij geselecteerd voor Christie's Jardin des Voix, waarmee hij sindsdien regelmatig samenwerkt. In 2017 toerde hij internationaal met Gardiner's Monteverdi 450 project. In 2021 zong hij het Stabat Mater van Pergolesi met Cecilia Bartoli en maakte hij zijn debuut in het Bolsjojtheater in Moskou. Hij heeft opnames gemaakt voor Alpha, Brilliant, Erato en Harmonia Mundi, en zijn eerste drie recitals zijn uitgegeven door Arcana. Zijn nieuwste album, La Lucrezia van Händel, is uitgegeven door La Música.

Max Emanuel Cenčić

Tolomeo (contratenor)

Als Chevalier des Arts et des Lettres en artistiek directeur van het Bayreuth Baroque Festival zet Cenčić zich in voor de herontdekking en interpretatie van 18e-eeuwse muziek. Hij begon zijn opleiding als Wiener Sängerknabe en begon vanaf 1992 een carrière als sopraan, die hij vanaf 2001 voortzette als contratenor. Hij treedt op over de hele wereld in grote huizen als het Musiktheater an der Wien, de Opera van Zürich, de Opéra Royal de Versailles, de Bayerische Staatsoper, het Gran Teatro del Liceu en het Théâtre des Champs-Élysées. Hij werkt regelmatig samen met dirigenten als Christie, Jacobs, Petrou, Rousset en Muti. Zijn discografie is veelvuldig bekroond. 

Sara Mingardo

Cornelia (alt)

Sara Mingardo's carrière werd gelanceerd in 1987 toen ze het Concorso Toti dal Monte won. Ze bezit een zeldzaam timbre als authentieke contra-alt en wijdt het grootste deel van haar tijd aan oude muziek, waarbij ze samenwerkt met dirigenten als Gardiner, Haïm, Minkowski en Savall. Ze treedt op met de grootste orkesten als de Berliner Philharmoniker, het London en Boston Symphony Orchestras en het Orchestre National de France. Ze werke nauw samen met Abbado, nl. aan zijn cyclus gewijd aan Pergolesi en aan het Requiem van Mozart. Ze doceert ook barokzang aan de Accademia Nazionale di Santa Cecilia.

Kangmin Justin Kim

Sesto (contratenor)

De Koreaans-Amerikaanse contratenor Kangmin Justin Kim werd in Zuid-Korea geboren en groeide in Chicago op. Hij is een van de meest gevraagde zangers in zijn stembereik en voelt zich in uiteenlopende repertoires thuis, van barok en klassiek tot hedendaags. In 2019 is hij de eerste man die Cherubino in Le nozze di Figaro zingt op het podium van het Royal Opera House Covent Garden. Hij heeft gewerkt met prestigieuze dirigenten als Gardiner, Fasolis, Marcon, Christie, Minkowski en Young. In 2022-2023 maakte hij zijn debuut bij de Dallas Opera en de Opéra National du Rhin in Straatsburg. Hij heeft ook een passie voor breien en heeft stukken ontworpen voor tijdschriften en boeken. 

José Coca Loza

Achilla (bas)

De Boliviaan José Coca Loza, gevestigd in Zürich, onderscheidde zich in een productie van Händels Messiah onder Minkowski tijdens de Salzburger Mozartwoche, het Théâtre des Champs-Élysées en het Grand Théâtre de Genève. Hij maakte onlangs zijn debuut in het Royal Opera House Covent Garden en trad op in vele prestigieuze zalen en festivals, waaronder het Luzern Festival, het Palau de la Música, het Concertgebouw, het Tchaikovsky Concert Hall, het Salzburg Festival en de Opéra Royal de Versailles, met dirigenten als Spinosi, Marcon, Emelyanychev en Andretta.

Les Musiciens du Prince – Monaco

Het orkest Les Musiciens du Prince - Monaco werd in het voorjaar van 2016 opgericht op initiatief van Cecilia Bartoli in samenwerking met Jean-Louis Grinda, toenmalig directeur van de Opera van Monte-Carlo. Dit orkest doet de traditie van de Europese hoven van de 17e en 18e eeuw herleven, en brengt de beste internationale musici op historische instrumenten samen. Het richt zich op zeldzame werken uit de barokperiode en op Mozart en Rossini. Samen met Cecilia Bartoli treden ze op in de grootste concertzalen van Europa, onder de toejuiching van het publiek en een unanieme internationale pers. Gianluca Capuano is sinds maart 2019 chef-dirigent van het orkest.