Remember to turn down the brightness and mute your phone.

Terug naar het evenement

Monteverdi: Il ritorno d'Ulisse in patria - I Gemelli

30 Nov.'23
- 19:30

Henry Le Boeufzaal

Claudio Monteverdi (1567–1643)

Il ritorno d’Ulisse in patria, SV 325 (1639–1640) 
libretto: Giacomo Badoaro (1602–1654), naar de Odyssee van Homerus

Concert met pauze

Duur: +/- 3h

PROLOOG

De Menselijke Vergankelijkheid beklaagt zich over haar sterfelijkheid onder het juk van de kreupele Tijd, de blinde Fortuin en de wispelturige Liefde.

 

EERSTE BEDRIJF

Scène 1
In het paleis van Ithaka wacht koningin Penelope in het gezelschap van de voedster Euryklea op de terugkeer van haar echtgenoot Odysseus, die twintig jaar eerder naar de Trojaanse oorlog was vertrokken.

Scène 2
Zonder rekening te houden met Penelope's verdriet bezingen Melantho, het dienstmeisje van de koningin, en Eurymachus, haar minnaar, ongeremd de geneugten van de liefde.

Scène 5
Poseidon is opgedoken uit de golven en beklaagt zich bij Zeus over weerom een menselijke provocatie: in weerwil van Zeus’ verbod hebben de Faiaken Odysseus toch op de kust van Ithaka ontscheept. Zeus is het eens met Poseidons klacht en geeft hem de toestemming om de Faiaken te straffen.

Scène 6
Varend op zee zingen de Faiaken een laatdunkend lied over de goden. Poseidon ontsteekt in woede en verandert hun schip in een rots.

Scène 7
Odysseus ontwaakt op een strand en merkt dat hij alleen is en dat de Faiaken verdwenen zijn. Hij vervloekt de slaap en de verraders die hem op deze onbekende plek achterlieten.

Scènes 8-9
Er komt een onschuldig ogende jongen voorbij. Wanneer hij door Odysseus wordt ondervraagd, vertelt de jongen hem dat de kust waar ze zich bevinden Ithaka is. Vervolgens vraagt hij de vreemdeling om zijn verhaal te vertellen. Odysseus is op zijn hoede en verhult zijn ware identiteit, maar hij slaagt er niet in om de jongen te misleiden, die zich vervolgens kenbaar maakt als zijn beschermster Athena. De godin kondigt het einde van zijn tegenslagen aan en zijn terugkeer naar huis. Odysseus verheugt zich. Maar vooraleer hij kan triomferen, moet hij zijn uiterlijk veranderen door een magische fontein te gaan opzoeken en erin te baden. Bij zijn terugkeer blijkt hij veranderd in een oude bedelaar. Athena stuurt hem naar zijn trouwe herder Eumaios, terwijl zij de taak op zich neemt om Odysseus’ zoon Telemachos, die naar Sparta was vertrokken, terug te halen.

Scène 10
In het paleis tracht Melantho Penelope tevergeefs te overtuigen om van het leven te genieten en zich over te geven aan de liefdesgeneugten.

Scène 11
De herder Eumaios vergelijkt de eenvoud van het herdersleven met de dwaze ijdelheid van wie geld en macht bezit.

Scène 12
Iros, een parasiet die op Penelope’s vrijers teert, verschijnt en bespot Eumaios door de draak te steken met de geneugten van het plattelandsleven. Woedend jaagt Eumaios hem weg.

Scène 13
Eumaios doet zijn beklag over Odysseus’ afwezigheid en over de chaos die in het paleis heerst. Onherkenbaar in zijn vermomming als grijsaard spreekt Odysseus hem aan en verzekert hem dat Odysseus’ terugkeer nakend is. Verheugd om dit goede nieuws biedt Eumaios de bedelaar zijn gastvrijheid aan.

 

TWEEDE BEDRIJF

Scène 1
Athena brengt Telemachos met haar vliegende strijdwagen terug vanuit Sparta. Ze maant hem tot voorzichtigheid: er schuilt gevaar in het paleis.

Scène 2
Wanneer Eumaios ziet dat Telemachos is teruggekeerd, geeft hij uiting aan zijn vreugde. Hij stelt hem voor aan de bedelaar die Odysseus' terugkeer had voorspeld. Diep teleurgesteld door de afwezigheid van zijn vader, deelt Telemachos noch de vreugde noch het lied van de twee mannen. Hij stuurt Eumaios naar zijn moeder Penelope om haar zijn terugkeer aan te kondigen.

Scène 3
Te midden van bliksemflitsen scheurt de bodem open en wordt Odysseus opgeslokt in de diepten van de aarde. Telemachos is eerst verbijsterd en vervolgens in paniek wanneer hij Odysseus in zijn ware gedaante terug aan het aardoppervlak ziet opduiken. Na een moment van argwaan, beseft hij dat de vreemdeling zijn vader is. Het is een emotioneel weerzien. Odysseus stuurt hem naar Penelope en verzekert hem dat hij later, wanneer hij opnieuw vermomd is, zelf naar het paleis zal komen.

Scène 4
Melantho uit tegenover Eurymachos haar onbegrip over Penelope's uitzonderlijke standvastigheid. Onbezonnen bezingen de twee geliefden hun liefdesgeluk.

Scène 5-7
Penelope wordt geconfronteerd met de ongewenste avances van de arrogante vrijers Antinoös, Amfinomos en Peisandros. Eerst wimpelt ze hen hoffelijk af, maar dan zijn haar argumenten uitgeput en barst ze tot ieders verbijstering in tranen uit. Om haar op te vrolijken stellen de vrijers meteen voor om te dansen. Eumaios onderbreekt de scène en kondigt Penelope de terugkeer van Telemachos en de nakende terugkeer van Odysseus aan. Penelope trekt zich terug, niet wetend wat ze van dit nieuws moet denken.

Scène 8
De vrijers voelen zich bedreigd door Eumaios’ boodschap en beramen een complot tegen Telemachos. Een adelaar verschijnt aan de hemel: een slecht voorteken, gestuurd door Zeus, dat dood en verderf aankondigt. Eurymachos overtuigt de vrijers van tactiek te veranderen en veeleer te proberen Penelope's deugdzaamheid met goud te bederven.

Scène 9
In een bos. Athena, in ware gedaante, stelt Odysseus haar plan voor om de vrijers uit te schakelen: ze gaat Penelope het idee van een wedstrijd boogschieten influisteren. Odysseus zal eraan deelnemen en zodra hij zijn boog in de hand heeft, zal hij op Athena’s teken de vrijers afslachten.

Scène 11
Telemachos vertelt Penelope over zijn tocht naar Sparta en zijn ontmoeting met de oogverblindende Helena, de oorzaak van de Trojaanse oorlog. Geconfronteerd met Penelope's vermaningen, die zijn bewondering en enthousiasme wil temperen, onthult Telemachos de voorspellingen van Helena, die met haar kunsten als waarzegster Odysseus' nakende terugkeer naar Ithaka voorspelde.

Scène 12
Eumaios en de vermomde Odysseus komen aan bij het paleis en worden lastiggevallen door de brutale Antinoös. Iros ziet de bedelaar als een potentiële concurrent en daagt hem uit voor een duel. De vrijers juichen dit toe, want ze zien het als een kans om de koningin te vermaken. Het duel vindt plaats, waarbij de praatjesmaker Iros zich onmiddellijk gewonnen geeft.

Scène 13
De vrijers bieden de koningin hun geschenken aan. Penelope, plots geïnspireerd door Athena, lanceert het idee van een wedstrijd boogschieten en belooft haar hand en haar koninkrijk aan de winnaar. De vrijers verheugen zich en wagen zich één na één aan de proef. Niemand lukt het om de boog van Odysseus te spannen. Nog steeds vermomd als bedelaar vraagt Odysseus of hij de proef ook mag doen, wat Penelope hem toestaat. Wanneer Zeus’ donderslag weerklinkt, schiet Odysseus zijn pijlen af en doodt hij de vrijers.

 

DERDE BEDRIJF

Scène 1
Eenzaam achtergebleven betreurt Iros de dood van de vrijers, wat het einde betekent van zijn leven als parasiet. Hij bereidt zich voor op het allerergste lot: de hongerdood.

Scène 3
Onthutst door de afslachting van de vrijers, spoort Melantho Penelope aan om in te grijpen, maar de koningin is even onverschillig voor haat als voor liefde.

Scène 4
Eumaios verschijnt en kondigt de koningin trots de terugkeer van haar man aan. Penelope reageert vol ongeloof, wat de herder ergert.

Scène 5
Telemachos verschijnt en bevestigt wat Eumaios heeft gezegd. Penelope gelooft hem evenmin.

Scène 6
Zeescène. Athena vraagt Hera om bij haar man Zeus ten gunste van Odysseus te pleiten.

Scène 7
Vergadering van de goden. Na Hera’s verzoek vraagt Zeus aan Poseidon om Odysseus te vergeven. De god van de zeeën laat zich vermurwen en een koor viert het einde van de omzwervingen van de held, wat het einde van de Trojaanse oorlog en de verzoening van de goden bezegelt.

Scène 8
De voedster Euryklea staat voor een dilemma: moet ze Penelope vertellen dat Odysseus is teruggekeerd (want ze heeft hem herkend) of moet ze zwijgen, zoals hij haar heeft gevraagd?

Scène 9
Ten overstaan van Eumaios en Telemachos weigert Penelope nog steeds om Odysseus' identiteit te erkennen.

Scène 10
Odysseus toont zich in zijn ware gedaante. Penelope beschuldigt hem eerst van bedrog en brengt vervolgens het echtelijk bed ter sprake dat alleen haar echtgenoot en zijzelf kennen. Ontroerd door wat hij beseft dat een laatste beproeving is, beschrijft Odysseus uitvoerig het laken dat Penelope heeft geborduurd, waarvan hij de herinnering tijdens zijn lange omzwervingen heeft bewaard. Hevig aangedaan erkent Penelope uiteindelijk dat het werkelijk haar echtgenoot is die voor haar staat. Ze laat haar vreugde de vrije loop. Het koningskoppel kan herenigd worden.

noot: Hierna volgt een overzicht van de Griekse namen van de personages in Homeros’ Odysseia met tussen haakjes de overeenkomstige Italiaanse naam in Monteverdi’s opera: Zeus (Giove), Poseidon (Nettuno), Athena (Minerva), Hera (Giunone), Odysseus (Ulisse), Penelope (Penelope), Telemachos (Telemaco), Antinoös (Antinoo), Peisandros (Pisandro), Amfinomos (Anfinomo), Iros (Iro), Melantho (Melanto), Euryimachos (Eurimaco), Eurykleia (Ericlea) en Eumaios (Eumete).

De lach van Odysseus

Venetië, februari 1640. Verkleumde toeschouwers verdringen zich het Teatro SS Giovanni e Paolo. Het is goed toeven in het kleine theater, waarvan de deuren het hele carnavalsseizoen lang geopend zullen blijven. De zaal, zwak verlicht door olielampen, biedt een oase van warmte aan wie de ijzige nevel van de lagune ontvlucht.

Monteverdi en zijn vriend en dichter Badoaro bereiden zich voor op de opvoering van Il Ritorno d’Ulisse in Patria (De terugkeer van Odysseus naar zijn vaderland). De nervositeit van de eerste voorstellingsavonden is verdwenen, de zaal zit vol, de opera is een succes. Monteverdi is dan ook geen beginneling meer: meer dan dertig jaar zijn intussen verstreken sinds het wonder van L’Orfeo in Mantua.

Op zijn tweeënzeventigste kan de beroemdste componist van die tijd terugblikken op een leven met evenveel successen als tegenslagen: het verlies van zijn vrouw, waarvoor hij nooit troost vond en voor wie hij onder zijn zwarte priestergewaad nog steeds de rouw draagt, alsook de dood van zijn zoon, die net zoals zovele vrienden werd weggerukt door de Grote Pest die in 1630 door Italië raasde. Monteverdi is een in heel Europa gevierde maestro en leidt nog steeds de Cappella Marciana. Hij componeert voor de beste zangers en instrumentalisten en kan beschikken over de meest getalenteerde muzikanten. Hij is evenwel een oude man; hij schrijft maar publiceert niet meer, wellicht omdat hij meent dat hij alles al gezegd heeft. Als notabele die respect afdwingt in alle kringen van de stad, geniet hij een ongeëvenaarde faam en een zeer behoorlijk salaris. Wie was er dan toch nog in geslaagd om hem te overhalen om zich over te geven aan die nieuwe koortsachtige bedrijvigheid van de publieke opera waar alle Venetianen storm voor liepen, of het nu advocaten, kooplieden of gondeliers waren?

Wellicht waren het niet de literaire kwaliteiten van Giacomo Badoaro, een rechtschapen patriciër en academicus wiens eerste libretto dit was, die hem over de streep trokken. Monteverdi had de grootste dichters van de 16de eeuw, Tasso en Guarini, gekend en op muziek gezet, hij had samengewerkt met Striggio aan L’Orfeo (zijn grootste meesterwerk) en met Rinuccini aan Arianna (zijn grootste succes, dat diezelfde winter opnieuw werd opgevoerd in het Teatro San Moisé). Hij had geen geld of erkenning meer nodig, want Venetië had hem alles al gegeven. Wat Badoaro hem echter nu bood, was vrijheid. Monteverdi werd niet beperkt door een deadline, noch door de grillen van een mecenas, noch door het strikte kader van de klassieke regels. Hij had alle vrijheid om het libretto naar eigen inzicht te bewerken: Badoaro boog voor Monteverdi’s muzikale genie en vroeg alleen de eer om voor hem te mogen werken.

Na Proserpina rapita, gecomponeerd in 1630 voor een privégebeuren, bleven al zijn operaprojecten onafgewerkt of werden ze stopgezet. Monteverdi componeerde wel nog het Combattimento di Tancredi e Clorinda en Armida abandonnata, gebaseerd op teksten van Tasso, maar deze hybride vormen zijn strikt genomen geen opera. Zijn laatste publicaties waren het Ottavo libro de madrigali en de bundel Selva morale e spirituale, twee muzikale testamenten, het ene profaan, het andere sacraal.

Monteverdi heeft alles al gezegd en uitgevonden. Vanuit zijn weigering om de makkelijke weg te kiezen door kant-en-klare recepten te volgen, heeft hij nieuwe vormen tot hun hoogtepunt gevoerd en er meesterwerken van gemaakt, om ze vervolgens meteen weer de rug toe te keren. Vandaag keert de oude priester terug naar het theater. Naar wat is hij op zoek, hij die nooit twee keer hetzelfde heeft geschreven?

Hij ging er prat op dat hij alle menselijke passies had laten zingen: zijn lange voorwoord op het Combattimento benadrukt de uitvinding van de stile concitato, een muzikale stilering van oorlog en razernij. Alle passies?

In Il Ritorno d’Ulisse vermengt de heroïsche fabel goden en helden met meer menselijke figuren die toegankelijker zijn voor een volks publiek. Het stuk, met de schalkse Odysseus als protagonist, is een luchtige komedie waarin het publiek niet als enige in lachen uitbarst: voor het eerst in de geschiedenis van de opera onthult een partituur dat een schaterlach op muziek is gezet.

In de avondschemering van zijn leven keerde Monteverdi terug naar de opera zoals Odysseus terugkeerde naar zijn vaderland. Hij had daarbij niets meer te winnen of te verliezen, niets meer te bewijzen of te betreuren. Maar misschien vond hij, achter zijn lange baard, dat hij op zijn tweeënzeventigste nu het recht had om zichzelf te vermaken.

Mathilde Etienne (vertaling Koen Van Caekenberghe)

De korte inhoud en de toelichting werden vriendelijk ter beschikking gesteld door het ensemble I Gemelli.

Emiliano Gonzalez Toro

Muzikale leiding - Ulisse

Als een van de meest inventieve persoonlijkheden op het muzikale toneel, manifesteert Emiliano Gonzalez Toro zich in de eerste plaats als een uitzonderlijke zanger. Met technische beheersing, een prachtige klank en inventieve expressiviteit gekoppeld aan een gepassioneerde liefde voor teksten, benadert hij meesterwerken uit de zeventiende en achttiende eeuw met de grootste ensembles en dirigenten.
De Franse barokopera vormt een van de belangrijkste artistieke lijnen van zijn activiteit. Als hoofdrolspeler in Platée met Christophe Rousset en Dardanus met Raphaël Pichon, en in meerdere rollen in Les Paladins met William Christie, neemt Rameau een centrale plaats in.
Emiliano's verbazingwekkende virtuositeit maakt hem tot een bevoorrechte vertolker van de meesters van het opera seria: Aquilo in Farnace met Diego Fasolis en Vitaliano in Il Giustino met achtereenvolgens Ottavio Dantone, Andrea Marcon en René Jacobs voor Vivaldi; Giuliano in Rodrigo en Tempo in Il Trionfo del Tempo met Thibault Noally, of natuurlijk de tenorpartij in The Messiah met Hervé Niquet. Emiliano zingt regelmatig Mozart, zoals bijvoorbeeld Agenore in Il Re Pastore met William Christie, naast Rolando Villazon; de Hogepriester in Idomeneo met Emmanuelle Haïm en later Jérémie Rhorer, of zeer recentelijk Basilio in Le Nozze di Figaro in het Théâtre du Capitole in Toulouse.
Om zijn ervaring in het Italiaanse Seicento (met name Claudio Monteverdi) te delen en te dienen richtte Emiliano Gonzalez Toro samen met Mathilde Étienne het ensemble I Gemelli op. Het ensemble debuteerde in het Théâtre des Champs-Élysées met L'Orfeo, een iconisch werk, waarin Emiliano de hoofdrol zong. In 2021 leidde hij en zong de hoofdrol in Il Ritorno d’Ulisse in patria, gevolgd door L’Incoronazione di Poppea in mei 2023. In september 2023 verscheen de opname van Il Ritorno d’Ulisse in patria op het label Gemelli Factory. Deze nieuwe uitgave werd onmiddellijk bekroond met een Diapason d’Or, een Choc de Classica en een Diamant d’opéra Magazine.
Het seizoen 2023-2024 opent met een grote tournee van Il Ritorno d’Ulisse in patria langs de grootste Europese podia. Emiliano zal vervolgens de Mariavespers van Monteverdi dirigeren en zingen in Genève, als voorbereiding op de opname voor Gemelli Factory (te verschijnen in 2025).
Dit rijke seizoen wordt afgesloten met de release van een nieuw album (ook voor het label Gemelli Factory), waarin de fusie van Latijns-Amerikaanse muziek en lyriek wordt verkend: La misa criolla van Ariel Ramirez met The Amazing Keystone big band en verschillende prestigieuze gasten.

Mathilde Etienne

Mise en espace - Melanto

Mathilde Etienne studeerde literatuur aan de Universiteit van Poitiers en dramatische kunst aan het Koninklijk Conservatorium van Luik (België) voordat ze haar studie van lyrische zang begon. Ze kreeg onder andere les van Micaëla Etcheverry, Rachel Yakar en Malcolm King voor zang, Jacques Delcuvellerie voor theater en Christian Schiaretti voor regie. Na het behalen van deze diploma's specialiseerde ze zich in oude muziek aan het Conservatorium van Parijs. In 2009 maakte ze haar regiedebuut met Carmen van Bizet in Les Gémeaux de Sceaux en het Théâtre du Trianon. In 2015-16 schreef en regisseerde ze Te Recuerdo (Opéra de Lille, festival des Arts-Scènes, TAC, Forum de Meyrin). In 2021 regisseerde ze Il ritorno d'Ulisse in patria (een voorstelling die in 2023-24 wordt hernomen) voor het ensemble I Gemelli. In 2023 zal de "trilogie" van Monteverdi worden afgerond met L'incoronazione di Poppea. Samen met Emiliano Gonzalez Toro heeft ze het ensemble I Gemelli en het label Gemelli Factory opgericht.

Fleur Barron

Penelope

De Singaporees-Britse mezzosopraan Fleur Barron won de Schubert-prijs 2022 van Schubertíada samen met Brigitte Fassbender en is geselecteerd als "Hemelsbestormer" en seizoensartiest (seizoen 22-23) door Het Concertgebouw (Amsterdam). Ze is artistiek partner van het Orquesta Sinfonica del Principado de Asturias in Oviedo vanaf het seizoen 22-23, voor verschillende projecten per seizoen. Als gepassioneerde uitvoerder van kamermuziek, concertwerken en opera, van barok tot hedendaags, wordt Fleur Barron begeleid door Barbara Hannigan. In de opera zingt ze de titelrol in Adriana Mater van Kaija Saariaho met het San Francisco Symphony onder leiding van Esa-Pekka Salonen, geregisseerd door Peter Sellars, de titelrol in Marc' Antonio e Cleopatra van Hasse met de NDR Radiophilharmonie van Hannover, de titelrol in Dido and Aeneas van Purcell met La Nuova Musica voor een opname (label PENTATONE), en Malika in Lakmé aan de Opéra de Monte-Carlo en het Théâtre de Champs-Elysées. Fleur Barron behaalde een bachelor in vergelijkende literatuur met onderscheiding aan de Columbia University en een master in vocale interpretatie aan de Manhattan School of Music.

Emöke Barath

Minerva, Fortuna

Emőke Baráth, winnares van vele prestigieuze wedstrijden, heeft de muzikale wereld betoverd met haar virtuositeit en een timbre dat kracht en nuances combineert. Haar carrière kreeg vleugels met de rol van Sesto in Giulio Cesare van Händel. Ze laat zich opmerken in een breed repertoire onder leiding van gerenommeerde dirigenten, zowel bij barokensembles als wereldberoemde symfonieorkesten. Als volleerde Mozart-vertolkster schitterde ze in rollen als Ilia in Idomeneo en Dorabella in Cosi fan Tutte. Het afgelopen seizoen werd gekenmerkt door successen als Aminta in Il Re Pastore in Salzburg en als Soeur Constance in Dialogues des Carmélites in de opera van Rome. Ze triomfeerde ook in Azië met La Storia di Orfeo, samen met Philippe Jaroussky. Het komende seizoen vertolkt ze onder andere Donna Anna en Pamina. Emőke blijft trouw aan het barokrepertoire met belangrijke rollen, waaronder Ginevra in Ariodante en Armida in Rinaldo. Haar uitgebreide discografie bij Erato-Warner Classics, Naïve, Alpha Classic, Cpo, Glossa en Hungaroton weerspiegelt haar veelzijdigheid. Als exclusieve artiest van Erato-Warner Classics bracht ze in 2019 Voglio Cantar uit en in 2022 Dualità, gewijd aan de aria's van Händel onder leiding van Philippe Jaroussky.

Zachary Wilder

Telemaco

De Amerikaanse tenor Zachary Wilder wordt regelmatig uitgenodigd voor concerten en operaproducties aan beide kanten van de Atlantische Oceaan. In 2011 werd hij in Europa opgemerkt vanwege de rol van Cordon in een productie van Acis and Galatea van Händel op het Festival d'Aix-en-Provence, een productie die werd hernomen in La Fenice in Venetië. Zijn deelname aan de Jardin des Voix van Les Arts Florissants (William Christie) bevestigt zowel zijn talent als zijn verbondenheid met Europa.

Hij werkt samen met de meest gerenommeerde ensembles en zong verschillende rollen in het seizoen 22-23. Hieronder vallen Agenor (Il Re Pastore), Basilio (Le Nozze di Figaro), twee Europese tournees met het Ensemble Pygmalion gewijd aan Bach en zijn voorgangers, twee uitgebreide tournees gewijd aan het Weihnachtsoratorium met Les Talens Lyriques en het Kamerkoor van Nederland, gevolgd door de Matthäus Passion met de Bachvereniging onder leiding van Masato Suzuki. Hij geeft ook verschillende recitals met Ensemble I Gemelli, Les Bostonades, Ensemble Tictactus, Ensemble Le Stagioni. Daarnaast zijn er twee scenische producties te noemen: The Indian Queen van Purcell met Le Concert d'Astrée en Emmanuelle Haïm (Caen, Luxemburg), evenals Erinda/Orfeo van Sartorio met Ensemble Artaserse, Philippe Jaroussky en Benjamin Lazar (Opéra de Montpellier). Zijn uitgebreide discografie omvat onder andere: A Room of Mirrors met Emiliano Gonzalez Toro (label Gemelli Factory), Eternità d'amore met Josep M. Marti Duran en Lachrimæ met Ensemble La Chimera (La Música), en nog veel meer.

Nicholas Scott

Eumete

De Britse tenor Nicholas Scott, geprezen door The New York Times om zijn "gevoel voor acteren en zijn vocale kwaliteiten", is het vorige seizoen indrukwekkend begonnen. Hij trapte af met een Europese tournee van het Requiem van Campra met Les Arts Florissants en William Christie, gevolgd door zijn debuut in het Grand Théâtre de Genève in Atys van Lully onder leiding van Leonardo Garcia Alarcon. Scott trad ook op in het Wigmore Hall in Londen met het Dunedin Consort en nam deel aan het London Handel Festival in een nieuwe versie van Fernando, Re di Castilla. Zijn toekomstige projecten omvatten een debuut op het Festival d'Aix-en-Provence in L'Orfeo van Monteverdi, een optreden in de Philharmonie in Berlijn, een tournee door Canada met William Christie en een de opname van een nieuwe opera in wereldpremière met Cappella Mediterranea. Recente hoogtepunten zijn optredens in de opera van Zürich, een tournee met Les Arts Florissants in Europa en Zuid-Amerika, en een optreden in het Teatro Colon in Buenos Aires. Zijn uitgebreide discografie bevat opnames met gerenommeerde ensembles zoals Les Ombres, La Nuova Musica, Le Poème Harmonique, Ensemble Marguerite Louise en Les Arts Florissants.

Fulvio Bettini

Iro

Fulvio Bettini studeerde aan het Conservatorium van Milaan en begon al op jonge leeftijd met zijn muzikale activiteiten. Sindsdien heeft hij samengewerkt met toonaangevende barokensembles zoals Il Giardino Armonico, Le Concert des Nations, de Akademie für Alte Musik Berlin, The English Concert, La Petite Bande en L'Arpeggiata. Hij heeft opgetreden op tal van Europese festivals en theaters, waaronder het Théâtre des Champs-Élysées in Parijs, het Théâtre du Capitole in Toulouse, de Musikverein in Wenen, de Staatsoper in Berlijn, de Théâtre de La Monnaie in Brussel, de Wigmore Hall in Londen, het Händel Festival in Halle, en die van Salzburg, Innsbruck of Luzern. Hij heeft samengewerkt met dirigenten als Giovanni Antonini, Enrico Onofri, Ottavio Dantone, René Jacobs en Sigiswald Kuijken.

Zijn repertoire is zeer breed en strekt zich uit van renaissancepolyfonie tot hedendaagse muziek, maar met een bijzondere voorliefde voor de barokperiode. Onder zijn opnames vallen La Vita nella morte van Draghi onder leiding van Christophe Coin, Farnace van Vivaldi met Jordi Savall, Il Mondo alla reversa van Galuppi en Faramondo van Händel met Diego Fasolis.

David Hansen

L’Umana Fragilità

De in Sydney (Australië) geboren David Hansen studeerde zang bij Andrew Dalton aan het Sydney Conservatory of Music en vervolgde zijn opleiding bij James Bowman, David Harper en Graham Pushee. In 2022/23 schitterde David Hansen als Alessandro Cesare in de nieuwe productie van Eliogabalo van Cavalli onder leiding van Dmitry Sinkovsky (Opernhaus Zürich), als Smeton in Anna Bolena van Donizetti onder leiding van Francesco Lanzillotta (Théâtre Royal de la Monnaie), en als Nerone in L'incoronazione di Poppea van Monteverdi met I Gemelli (Théâtre des Champs-Élysées) en het Gran Teatre del Liceu in Barcelona met Jordi Savall. Onder zijn recente optredens vermelden we de hoofdrol in Serse van Handel, de heks in Hänsel und Gretel Sesto in La clemenza di Tito van Mozart, Prince Gogo in Le Grand Macabre van Ligeti, en nog veel meer. David Hansens uitgebreide discografie omvat onder andere Rivals - Arias for Farinelli & Co met Academia Montis Regalis en Alessandro De Marchi (Sony/dhm, 2013), Music For Queen Mary van Purcell met de Academy of Ancient Music en het King's College Choir in Cambridge (EMI Classics), Giasone van Cavalli, Artaserse van Hasse en Griselda van Vivaldi (Pinchgut Opera Live).

Anders Dahlin

Pisandro

De Zweedse tenor Anders J. Dahlin wordt eschouwd als een van de grootste contratenoren van zijn generatie. Hij begon zijn studie aan het Conservatorium van Falun in Zweden en trok daarna naar het Koninklijk Muziekconservatorium in Kopenhagen, waar hij afstudeerde als solist onder leiding van professor Kirsten Buhl Möller. Anders J. Dahlin werkt regelmatig samen met dirigenten als Christophe Rousset, Emmanuelle Haim, Hervé Niquet, Sir John Eliot Gardiner, William Christie, Alexis Kossenko, François-Xavier Roth, René Jacobs, Mark Minkowski en Philippe Herreweghe. Hij treedt regelmatig op met vooraanstaande orkesten in heel Europa. Hij vertolkt de rol van de Evangelist in de Passies van Bach en de tenorsolist in Britten's Serenade.

In de opera heeft hij diverse titelrollen vertolkt in werken van Rameau en verschillende rollen in stukken van Monteverdi, Lully, Demarest en Campra. In Mozarts opera’s zong hij rollen als Belmonte (Die Entführung aus dem Serail), Ferrando (Cosi fan tutte) met het orkest van de 17e eeuw, en Marzio (Mitridate) op het Drottningholm Festival. Anders J. Dahlin is de laureaat van de prestigieuze Jussi Björling-prijs (2014).

Juan Sancho

Anfinomo, Giove

De in Sevilla geboren tenor Juan Sancho volgde aanvankelijk een opleiding als pianist voordat hij aan de Escola Superior de Música de Catalunya in Barcelona zang ging studeren aan de afdeling Oude Muziek bij Lambert Climent en Montserrat Figueras. Later studeerde hij bij Raphaël Sikorski (Laboratoire de la Voix in Parijs) en Raúl Giménez (Barcelona). Hij werkte samen met gerenommeerde dirigenten en zijn internationale carrière bracht hem naar de grootste theaters en opera's ter wereld. Zijn uitgebreide discografie omvat onder andere Artaserse van Leonardo Vinci met Diego Fasolis (Erato - DVD), Virtù dei strali d'Amore van Cavalli met Fabio Biondi (Naxos) en de Trilogie van Monteverdi in het Teatro Real onder leiding van William Christie en Les Arts Florissants (Dynamics en Virgin). In 2018 bracht hij zijn eerste soloalbum Seven Deadly Sins uit, gewijd aan Haendel onder leiding van Jan Tomasz Adamus. Twee nieuwe cd's zijn toegevoegd: L'Orfeo van Monteverdi (Naïve), geleid door Emiliano González Toro, en een van zijn meest dierbare projecten tot nu toe, Human Love, Love Divine (Deutsche Harmonia Mundi) met Nuria Rial, waarin zij aria's en duetten van Haendel uitvoeren onder leiding van Jan Tomasz Adamus en begeleid door de Capella Cracoviensis. In 2023 wordt zijn recital Love songs uitgebracht, een duet met Miguel Rincón onder het label Gemelli Factory.

Nicolas Brooymans

Antinoo, Tempo

Nicolas Brooymans voegde zich op 12-jarige leeftijd bij het Kinderkoor van de Opéra de Paris. Vanaf 2012 maakt hij deel uit van de Chœurs de l'Armée française, waar hij vertrouwd raakt met de grote vocale meesterwerken uit de 19e en 20e eeuw. Tegelijkertijd bloeit zijn carrière in de muziek van de 17e en 18e eeuw, en Nicolas Brooymans zingt regelmatig met Correspondances (Sébastien Daucé), vooral in het Franse repertoire. Hij werkt samen met vooraanstaande ensembles: het ensemble Pygmalion van Raphaël Pichon, het Collegium 1704 van Václav Luks, Les Surprises van Louis-Noël Bestion de Camboulas, het ensemble i Gemelli van Emiliano Gonzalez-Toro en Mathilde Etienne, Les Arts Florissants, Jupiter van Thomas Dunford, Le Banquet Céleste van Damien Guillon, ...

Nicolas Brooymans heeft ook een voorliefde voor de kamermuziek, wat resulteerde in de plaat Come Sorrow met Ensemble Près de votre oreille (Robin Pharo), gewijd aan de Elizabethaanse Engelse muziek. Het latere repertoire vormt een zeer belangrijk onderdeel van zijn activiteiten. Nicolas Brooymans wordt regelmatig geëngageerd als solist in belangrijke werken uit het religieuze repertoire, zoals het Requiem en de Grote Mis in c klein van Mozart, de Passies van Bach, de Messiah van Händel, de Sieben letzte Worte en Die Schöpfung van Haydn, maar ook lyrischer repertoire (Les Nuits d'été van Berlioz, Missa di Gloria van Puccini, Requiem van Verdi, Stabat Mater van Rossini). Hij zingt ook Sarastro (De Toverfluit) en de Commendatore (Don Giovanni) of Colline (La Bohème). Onlangs zong hij in de herneming van de productie II Combattimento (Théâtre de Caen), De Toverfluit (Opéra Royal de Versailles), La Cenerentola van Rossini (Théâtre des Champs-Élysées, Opéra National de Bordeaux, Opéra de Rouen), Carmen van Bizet (Opera's van Rouen en Toulon), en L'Incoronazione di Poppea.

Alvaro Zambrano

Eurimaco

Alvaro Zambrano maakte zijn debuut in de rol van Tamino (Die Zauberflöte) en vertolkt de rollen van Prins (Lulu), Froh (Das Rheingold), Steuerman (Der fliegende Holländer), de hekse (Hänsel und Gretel) en Vasek (The Bartered Bride). Hij maakte zijn debuut bij de Nationale Opera van Chili in de rol van Lenski (Jevgeni Onegin) en zong de vier dienaren (Les Contes d'Hoffmann), Eurimaco (Il ritorno d'Ulisse in patria). Hij debuteerde bij het Orchestre National de Lille met Jan Willem de Vriend en trad op met het Bergen Philharmonic Orchestra in Der Schauspieldirektor van Mozart. Onder zijn recente optredens vallen Nemorino (L'elisir d'amore) in het Teatro Regio in Turijn, Der Schauspieldirektor van Mozart in de Tonhalle in Zürich, Tamino (Die Zauberflöte) in het Teatro Solis in Montevideo, Prunier (La Rondine) met het Münchner Rundfunkorchester, enzovoort. De Chileense tenor is momenteel lid van het ensemble van de Opera van Leipzig.

Alix Le Saux

Ericlea

Alix Le Saux begint met zingen bij de Maîtrise des Hauts-de-Seine, het kinderkoor van de Opéra national de Paris, op tienjarige leeftijd. Ze verfijnt haar vaardigheden bij Malcolm King en Susan McCulloch en sluit zich aan bij het Studio de l'Opéra de Lyon, waar ze Lady Capulet zingt in Roméo et Juliette van Blacher. Ze is een finalist in de internationale zangwedstrijd van Mâcon en het Internationaal Zangconcours voor Barokopera Pietro Antonio Cesti in Innsbruck, Oostenrijk. De laatste jaren schitterde ze in rollen als Ein junger Hirt in Tannhäuser (Opéra national de Paris), de titelrol in L'Enfant et les Sortilèges (Opéra national de Lyon), en Hélène in La Belle Hélène (Théâtre des Champs-Élysées). Ze vertolkte ook Armelinde in Cendrillon (Opéra Comique) en de titelrol in Pinocchio van Boesmans (Opéra National de Bordeaux). In concerten werd ze geprezen voor haar optredens in Les Nuits d'été van Berlioz (Orchestre de la Suisse Romande) en Tancredi van Rossini (Festival de Beaune). Haar optredens strekken zich uit tot gerenommeerde festivals zoals Glyndebourne en producties met prestigieuze orkesten. Wat opnames betreft is ze te horen als Speranza in Orfeo van Monteverdi met I Gemelli (Naïve 2020) en Ericlea in Il ritorno d’Ulisse in patria (Gemelli Factory 2023).

Christian Immler

Nettuno

De Duitse bas-bariton Christian Immler treedt op als solist in de meest prestigieuze zalen. Hij studeerde bij Rudolf Piernay aan de Guildhall School of Music and Drama in Londen en won het Concours International Nadia et Lili Boulanger in Parijs. Christian Immler werkt samen met gerenommeerde dirigenten zoals Nikolaus Harnoncourt, Marc Minkowski, René Jacobs, Philippe Herreweghe, Ivor Bolton, Daniel Harding, Kent Nagano, Masaaki Suzuki, Ottavio Dantone, Giovanni Antonini, Thomas Hengelbrock, William Christie, Leonardo G. Alarcón, Raphaël Pichon en treedt op op de grootste podia: de festivals van Salzburg, Vancouver en Luzern, het Boston Early Music Festival, de BBC Proms en het Concertgebouw in Amsterdam, het Théâtre des Champs-Elysées, het Grand Théâtre de Genève, het Theater an der Wien, de New Israeli Opera, en La Fenice. Recent was hij te zien in Don Giovanni in Azië met René Jacobs en in Der Freischütz in Brussel en Wenen met Laurence Equilbey. Als liedzanger heeft Christian Immler zich gevestigd als een van de meest vooraanstaande vertolkers van zijn generatie. Hij trad op in Wigmore Hall, de Frick Collection in New York en de Philharmonie de Paris met pianisten Helmut Deutsch, Kristian Bezuidenhout, Christoph Berner, Andreas Frese, Silvia Fraser en Danny Driver. In 2021 maakte hij zijn debuut in de rol van Musiklehrer (Ariadne auf Naxos van Strauss) in Luxemburg en Don Fernando (Fidelio van Beethoven) in de Opéra Comique.

Christian Immler heeft meer dan 50 opnames op zijn naam staan, waarmee hij talrijke prijzen heeft gewonnen: een Gramophone Award 2020, een nominatie voor de Grammy Awards in 2016, een Echo Klassik, de Preis der Deutschen Schallplattenkritik, verschillende Diapason d'Or, een Diamant d'Opéra, en het label "Opname van het Jaar" door France Musique. Christian Immler wordt regelmatig uitgenodigd om masterclasses te geven.

Lysa Menu

Giunone, Amore

Lysa Menu behaalde een Master in concertmuziek aan de Haute Ecole de Musique de Lausanne, in de klas van Frédéric Gindraux en Jean-Philippe Clerc, en een Bachelor in muziek en musicologie aan de universiteit Paris-Sorbonne IV. Ze verfijnt momenteel haar repertoire bij Jeanne-Michèle Charbonnet. In 2013 maakte ze haar debuut als Belinda in Dido & Aeneas van Purcell (Sainte-Chapelle de Paris, Théâtre de Châtillon, lyrisch atelier van het Conservatoire Hector Berlioz in Parijs).

Ze vertolkte La Princesse in L'Enfant et les Sortilèges (Théâtre du Châtelet, Théâtre National du Costa Rica, Théâtre de la Garenne-Colombes), de rol van Amour in Orphée et Eurydice van Gluck (Théâtre de la Garenne-Colombes, Orangerie de Sceaux, Théâtre d'Abbeville en een tournee in Italië), en Donna Elvira in Don Giovanni (Royaumont, onder leiding van Moshe Leiser en Patrice Caurier, een rol die ze opnieuw vertolkte bij de Estivales de Brou in juli 2019 onder leiding van Laurent Touche, en geregisseerd door Claude Calvet). Lysa Menu zong de Petite Messe solennelle van Rossini in de Victoria Hall in Genève en Le Roi David van Arthur Honegger onder leiding van Pascal Mayer in Lausanne. In 2018 had ze het voorrecht om deel uit te maken van het Exzellenz-Labor Gesang van Hedwig Fassbender, René Massis, Faust Nardi, Umberto Finazzi en Anette Berg. Vervolgens zong ze Loulou in Dédé van Christiné (Opéra de Lausanne) en Binz in Casanova in der Schweiz, een creatie van Paul Burkhard (Théâtre de Bienne-Soleur in Zwitserland, 2021), evenals Voilà la Vie Parisienne met de Comédie-Lyrique (Savoie en Zwitserland). Onlangs vertolkte ze Suzanne in La Nozze di Figaro (Estivales de Brou) en de Première Dame in Die Zauberflöte onder leiding van Pierre Bleuse (Sion). Lysa Menu won de 2e prijs bij het Internationale Zangconcours van Mâcon.

Ensemble i Gemelli

Ensemble I Gemelli, in 2018 opgericht door Emiliano Gonzalez Toro en Mathilde Etienne, is gespecialiseerd in vocale muziek uit de zeventiende eeuw. Het heeft tot doel zowel bekende werken als minder bekende of zelfs onuitgegeven partituren uit deze periode te verdedigen. Eerder dan een muzikale leiding vanuit het orkest of de continuopartij, volgt het ensemble de inflexies van een zingende dirigent, volgens de retoriek van de tekst. Het ensemble kiest vanuit de historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk voor oude instrumenten en werkt nauw samen met wetenschappers en musicologen bij de ontwikkeling van elk programma. De gastartiesten zijn zowel prominente figuren van het internationale toneel als getalenteerde musici uit de nieuwe generatie zangers en instrumentalisten.

In 2019 maakte het ensemble I Gemelli een opvallende entree op het internationale baroktoneel met een eerste album gewijd aan de Vespers van Cozzolani (Choc Classica, Toccata's CD van de maand en Diapason d'Or van het jaar 2019), gevolgd door Orfeo van Monteverdi in het Théâtre des Champs-Élysées. Het ensemble ging op dat elan verder met de release van Soleil noir, een recital gewijd aan Francesco Rasi (Diapason d'Or van het jaar 2021, Diamant Opéra Magazine, Opera News' Critics Choice, FFFF Télérama, enz.) en Orfeo (5 Diapasons, Diamant Opéra Magazine, Disc of the Year from Figaro, enz.).
In 2022 werd het label Gemelli Factory opgericht om de ambitieuze projecten van het ensemble en zijn artiesten te ondersteunen en de nodige middelen te bieden voor een beheerste fonografische productie van begin tot eind. De eerste plaat uitgebracht bij Gemelli Factory, A Room of Mirrors, veroverde onmiddellijk het publiek en de critici en werd bekroond met een Gramophone Editor's Choice, een Diapason d'Or, een Diamant Opéra Magazine, een Clé resmusica, een Clic Classique News, Operanews Critic's Choice, en een Coup de cœur Forumopéra.

Het seizoen 2023-2024 van ensemble I Gemelli wordt mogelijk gemaakt dankzij de genereuze steun van Mevrouw Aline Foriel-Destezet, de voornaamste mecenas van het ensemble. Het ensemble I Gemelli wordt ondersteund door de stad Genève, de Adami, de Spedidam, het CNM en de Fondation Orange.

Violaine Cochard,* klavecimbel en positieforgel

Marie Domitille Murez, * tripelharp

Vincent Flückiger,* aartsluit

Nacho Laguna,* gitaar en theorbe

Stéphanie Paulet, Margherita Pupulin,viool

Louise Bouedo,* Louise Pierrard, viola da gamba, lirone, nonnenviool

Gauthier Broutin*, basviool

Jérémy Bruyère*, contrabas

Josué Meléndez, Rodrigo Calveyra, cornet, fluit

Mélanie Flahaut, dulciaan

Miguel Tantos Sevillano, Fabio de Cataldo, baroktrombone

 

Pierre Otzenberger, administratie

Michael Pallandre, regie