Remember to turn down the brightness and mute your phone.

Terug naar het evenement

Antwerp Symphony Orchestra, Chan & Fröst

16 Dec.'23
- 20:00

Henry Le Boeufzaal

John Adams (*1947) 

The Chairman Dances (1985) (12')

Anna Clyne (*1980) 

Weathered (Belgische première) (27')

  • Metal 
  • Heart 
  • Stone 
  • Wood 
  • Earth 

Pauze 

Pjotr Tsjajkovski (1840-1893) 

Symfonie nr. 4 in f, op. 36 (1878) (42')

  • Andante sostenuto 
  • Andantino in modo di canzona 
  • Scherzo: Pizzicato ostinato 
  • Finale: Allegro con fuoco 

 

Tijdsduur: +/- 2u

De Amerikaan John Adams is zo’n hedendaagse componist wiens werk nog lang zal gespeeld worden. Met bijzonder krachtige en solide orkestwerken als Short Ride in a Fast Machine en The Chairman Dances maar ook met opera’s zoals Nixon in China en Doctor Atomic rijgt Adams de successen al tientallen jaren aan elkaar en geldt hij als een van de meest uitgevoerde levende componisten. Volkomen bewust van de wereld rondom hem zoekt hij een muziektaal op maat van de moderne concertbezoeker. Hij verzandt noch in kleffe postromantiek, noch in hypercomplexe klankraadsels, maar slaagt erin om met welluidende harmonieën en met een door het minimalisme geïnspireerde spaarzaamheid van materiaal de luisteraar te boeien. Net als Gustav Mahler die met zijn werk de muziek richting 20ste eeuw begeleidde doet Adams hetzelfde richting 21ste eeuw in een heus componeerhok tussen de bomen. Zowel de Oostenrijkse symfonicus alsook Jean Sibelius gingen Adams voor in het onthaast componeren in de natuur, al doet deze laatste het met een computer en een keyboard in plaats van met muziekpapier en een piano.

‘Mocht Barack Obama zich hebben laten ontvallen dat hij van Beethoven hield, zouden zijn populariteitscijfers de dieperik induiken.’ John Adams weet met bovenstaande zin een lach te ontlokken van de toeschouwers tijdens een interview. Hij beschrijft met humor het belang van de eigen populaire cultuur voor de doorsnee Amerikaan ten koste van ‘ernstige’ genres. Dat hij zich daarvan bewust is klinkt door in zijn hippe invulling van klassieke muziek die zich niet zelden bedient van jazz- en rockmuziek, die hij ‘als een stroom bekende geluiden op een ongebruikelijke wijze arrangeert’, aldus musicoloog Alex Ross. Sibelius en Mahler gaan bij hem in zee met The Beatles en Pink Floyd en komen er als eigentijdse minimal kunstwerkjes weer uit. Trance-opwekkende herhalingen, uiteenrafelende begeleidingsfiguren en haast onmerkbare verschuivingen doen zijn muziek aansluiten bij die van Steve Reich en Philip Glass, maar tegelijkertijd behoedt Adams zich voor wat hij noemt de ‘oversimplificatie’ van muziek. Adams ‘eist meer van de muzikale ervaring’ en laat harmonieën en ritmes vaker met elkaar botsen en kiest voor meer verschillende kleuren in eenzelfde compositie in vergelijking met zijn Amerikaanse collega’s uit de oorspronkelijke minimal music van de jaren ‘60 en ‘70.

The Chairman Dances werd gelijktijdig gecomponeerd met John Adams’ eerste opera, Nixon in China. Volgens de componist leverde het orkestwerk de basis voor de derde akte, maar moeten geen verdere verbanden gezocht worden met zijn opera, waarvan de stijl en instrumentatie inderdaad anders is. In het voorwoord van de partituur doet Adams de verklankte scène uit de doeken die voorzien is van een stevige portie surrealisme. Het start bij Jiang Qing, de latere mevrouw Mao, die in een presidentieel banket verzeild raakt. Na eerst enkele minuten onhandig in de weg te staan van haastige kelners haalt ze een doos papieren lampionnen boven en begint ze de zaal te versieren. Ze ontkleedt zich tot op een cheongsam, een strak kleedje van enkel tot nek, en vraagt het orkest te spelen. Ze begint te dansen en de Mao Zedong van het portret dat er aan de muur hangt raakt opgewonden. Hij stapt uit het schilderij en danst samen met haar de foxtrot terwijl ze herinneringen ophalen aan hun danspasjes op muziek van een grammofoonplaat. De ondertitel Foxtrot for Orchestra wijst vooruit naar die dansachtige passages die het energieke werk, in twee gedeeld door een tragere romantische episode, doorspekken.

Stijn Paredis (voor Antwerp Symphony Orchestra)

De Britse componiste Anna Clyne kan ondanks haar jeugdige leeftijd al een indrukwekkend palmares voorleggen. Na haar studies aan de University of Edinburgh en de Manhattan School of Music in New York nam haar carrière al snel een hoge vlucht. Dirigent Riccardo Muti koos haar uit als composer in residence bij het gereputeerde Chicago Symphony Orchestra, voor de periode 2010-2014. Haar composities voor zowel groot orkest als kamerorkest, instrumentaal en vocaal ensemble worden inmiddels wereldwijd uitgevoerd. Clyne laat zich opmerken door haar statuut als gematigde moderniste, die zowel met zuiver akoestische middelen als met elektronica een hoogst expressief klankidioom weet neer te zetten. Het Antwerp Symphony Orchestra volgt de esthetische exploten van Clyne al langer met argusogen: haar werken werden de afgelopen jaren meermaals met succes aan ons publiek gepresenteerd. In opdracht van het Koninklijk Concertgebouworkest en het Antwerp Symphony Orchestra schreef Anna Clyne een klarinetconcert voor de wereldberoemde klarinettist Martin Fröst.

Clyne’s klarinetconcerto draagt de titel Weathered en bestaat uit vijf delen van 5 minuten, die elk een ander ‘verweerd’ element verkennen: Metaal, Hart, Steen, Hout en Aarde. Deze verweerde elementen zijn zowel mooi als aangrijpend: een verroeste brug, een gebroken hart, een door de wind verweerd kasteel, een majestueus bos en een opwarmende planeet. Bovendien raakt Weathered zo ook aan onze collectieve wereldwijde ervaringen van de COVID-pandemie en de alarmerende opwarming van de aarde.

In feite was het Martin Fröst die Clyne uitkoos voor een compositieopdracht. In een interview blikt ze daarop terug: “Zo’n samenwerking is een grote bron van inspiratie. Ik begon met luisteren naar zijn opnames om een gevoel te krijgen voor zijn persoonlijkheid als musicus en uiteraard zijn ongelooflijke virtuositeit. Vanaf het begin is het een heel interessant proces geweest, met een nauwe samenwerking. Ik heb zijn openheid daarin erg gewaardeerd. (...) Het begon met een online ontmoeting, waarbij hij mij allerlei bijzondere technieken liet zien en horen, zoals zingen en spelen tegelijk, flatterzunge (blaastechniek waarbij de musicus de letter r op het puntje van zijn tong laat rollen, red.) en andere interessante speciale effecten. Met die informatie maakte ik vijf schetsen met verschillende karakters en die stuurde ik naar Martin. Online bespraken we de schetsen en gaf hij feedback op wat wel en niet werkt, wat nog beter passend voor het instrument geschreven kon worden. Met die input heb ik mijn ideeën opnieuw verklankt voor klarinet en orkest. Elk deel dat af was stuurde ik naar Martin en dan speelde hij me online stukjes voor. Hij is van begin tot eind echt een partner geweest in het proces, dat was heel inspirerend.”

(Deze tekst verscheen eerder in Preludium en in de programmabladen van Het Concertgebouw en het Koninklijk Concertgebouworkest. Interview opgetekend door Carine Alders en Noortje Zanen. Lees het volledige artikel op www.preludium.nl)

Wie onder romantische componisten de bokken van de schapen wil scheiden, kan dat doen met behulp van opera en symfonie. Geen twee genres die verder uit elkaar liggen, zo lijkt het soms. Wie in de negentiende eeuw symfonieën schreef, had aan opera geen verhaal en wie in het operavak een mooie carrière maakte, hoefde dat niet zo nodig te herhalen in de concertzaal. En dus klinkt alleen al de idee van een symfonie van Verdi, Moesorgski of Puccini absurd. Net zo tart de gedachte aan een opera van Brahms, Mahler of Bruckner de verbeelding. De kloof tussen opera en symfonie lijkt onoverbrugbaar, maar sommigen is het gelukt een brug te slaan. Saint-Saëns en Dvorák waren actief in beide genres, ook al zijn ze met slechts één symfonie (hun allerlaatste) en één opera (hun aangrijpendste) wereldberoemd geworden. Maar de ongekroonde koning van de cumul is toch Pjotr Tsjajkovski. Van alle romantische componisten is deze Rus de meest succesvolle pendelaar tussen operateske emoties en symfonische klasse. Dat hij tussendoor ook nog eens de grootste balletcomponist uit de muziekgeschiedenis was, maakt hem tot een echt exceptioneel kunstenaar.

Dat Tsjajkovski even vlotjes opera’s schreef als symfonieën heeft veel te maken met zijn esthetische visie. Deze componist geloofde sterk in een directe communicatie met het publiek en streefde ernaar muziek te schrijven die de luisteraar vanaf de eerste maat op sleeptouw neemt. Tsjajkovski had lak aan de geleerde symfonieën van Brahms en de gekwelde operataal van Wagner. Hij wilde het publiek niet vervelen met intellectualisme, maar evenmin afstompen met plat amusement. Bijgevolg is Tsjajkovski’s beste muziek ook steeds vanalles wat: zijn symfonieën klinken als volwaardige drama’s en in zijn opera’s klinkt sublieme orkestmuziek.

Neem nu Tsjajkovski’s Vierde symfonie; die staat barstensvol drama. Of liever, het officieuze programma dat de componist ervoor ontwierp. Toen zijn (financiële) steun en toeverlaat, Nadezjda von Meck, niet wist wat aan te vangen met dit nieuwe werk, legde Tsjajkovski in een brief een en ander uit. De fatalistische fanfare waarmee het werk opent, was volgens hem ‘de kracht van het noodlot, die ons verlangen naar geluk in de weg staat.’ Het chronisch kronkelende walsthema dat er op volgt, is ‘de vergeefse weeklacht’ jegens het noodlot. Gelukkig voert het neventhema, ‘een zoete, tedere droom’, ons tot het geluk. Totdat de noodlottige fanfare opnieuw schettert. ‘En zo is het leven een eindeloze afwisseling van harde realiteit en vluchtige visoenen van geluk. Er is geen ontkomen aan. We zwalpen rond op deze zee tot ze ons naar de bodem haalt.’ Tsjajkovski’s brief, zijn ‘verklaring’, leest als een roman: noodlot, dromen, tragedie.

Stapje voor stapje beweegt de muziek zich uit de duisternis. De tweede beweging draagt als indicatie ‘in modo di canzona’ (‘in de stijl van een ballade’). Dit is muziek die vertelt: de hobo heft een prachtige melodie aan, andere instrumentale solo’s volgen. Wat je hoort, is steeds weer dezelfde melodie met in de rug andere achtergronden. De derde beweging opent een nieuwe wereld: plukkende strijkers met daarboven een wirwar aan wijsjes en paradepasjes. In de finale klinkt een onvervalst Slavische melodie, die heel kundig naar een apotheose getild wordt. Wanneer ineens de fanfare van de eerste beweging verschijnt, heeft die geen fatalistisch karakter meer. Geen noodlot of retoriek meer, maar louter kleur en sfeer. Een partituur die begint als opera en eindigt als symfonie: zoiets kan alleen uit de koker van Tsjajkovski komen.

Tom Janssens (voor Antwerp Symphony Orchestra)

Elim Chan

Muzikale leiding

Elim Chan is chef-dirigent van het Antwerp Symphony Orchestra. Chan werd geboren in Hongkong en studeerde aan het Smith College en de University of Michigan. Tijdens haar studies in Michigan was ze muziekdirecteur van het University of Michigan Campus Symphony Orchestra en het Michigan Pops Orchestra. In 2013 maakte ze deel uit van het Bruno Walter Conducting Scholarship en in 2015 volgde ze masterclasses bij Bernard Haitink in Lucerne. Elim werd in 2014 de eerste vrouwelijke winnaar van de Donatella Flick Conducting Competition. Dankzij haar overwinning was ze tijdens het seizoen 2015-2016 als assistent-dirigent verbonden aan het London Symphony Orchestra en het seizoen daarop maakte ze deel uit van het Dudamel Fellowship-programma bij de Los Angeles Philharmonic. Sinds seizoen 2019-2020 is ze chef-dirigent van het Antwerp Symphony Orchestra. Daarnaast is ze eerste gastdirigent bij het Royal Scottish National Orchestra. Elim maakte eerder haar debuut bij o.a. het Koninklijk Concertgebouworkest, het Philharmonia Orchestra, het Royal Liverpool Philharmonic Orchestra, het hr-Sinfonieorchester, het Deutsches Symphonie-Orchester Berlin, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Hong Kong Philharmonic Orchestra.

Martin Fröst

Klarinet

De Zweedse klarinettist, dirigent en danser Martin Fröst is uitgegroeid tot één van ‘s werelds grootste solisten. Hij staat bekend voor het verleggen van zijn muzikale grenzen en zijn artistieke samenwerkingen wereldwijd. Zo voert hij regelmatig werken op van hedendaagse componisten die speciaal voor hem geschreven zijn, waaronder composities van bijvoorbeeld John Adams, Krzystof Penderecki en Anna Clyne. Fröst speelde al samen met orkesten van wereldklasse, zoals de New York Philharmonic, het Concertgebouworkest, het London Symphony Orchestra, het Gewandhausorchester Leipzig, de Los Angeles Philharmonic, het Elbphilharmonie Orchestra en het Orchestre de Paris. Het indrukwekkende lijstje van dirigenten en kamermuziekpartners waarmee hij reeds samenwerkte bevat grote namen als Kirill Petrenko, Riccardo Chailly, Essa-Pekka Salonen, Gustavo Dudamel, Alan Gilbert, Paavo Järvi, Klaus Mäkelä, Vladimir Ashkenazy, Alain Altinoglu, Janine Jansen, Sol Gabetta, Yuja Wang, Quatuor Ebène, Leif Ove Andsnes, Lucas Debargue en Roland Pöntinen. Soms treedt Fröst ook zelf op als dirigent of choreograaf, vaak bij de vernieuwende multimediale projecten die hij zelf ontwikkelt. Hij was al meerdere malen ‘Artist in Residence’ bij verschillende orkesten, waaronder het Frankfurt Radio Symphony Orchestra en het Tonhalle-Orchester Zürich. Fröst ontving als eerste klarinettist de Léonie Sonning Music Prize, één van ‘s werelds grootste eretekens.

Antwerp Symphony Orchestra

Het Antwerp Symphony Orchestra is het symfonisch orkest van Vlaanderen, met de nieuwe Koningin Elisabethzaal in Antwerpen als thuisbasis. Onder leiding van chef-dirigent Elim Chan (vanaf seizoen 2019-2020) en eredirigent Philippe Herreweghe wil het orkest een zo groot mogelijk publiek ontroeren en inspireren met concertbelevingen van het hoogste niveau. Dankzij eigen concertreeksen in Concertgebouw (Brugge), Muziekcentrum De Bijloke (Gent), Bozar (Brussel) en CCHA (Hasselt) bekleedt het orkest een unieke positie in Vlaanderen. In het buitenland wordt het Antwerp Symphony Orchestra uitgenodigd door de belangrijkste huizen en internationale concertreizen door Europa en Azië vormen een constante in de kalender. Naast zijn reguliere concerten creëerde het Antwerp Symphony Orchestra een uitgebreid aanbod aan educatieve en sociale projecten, waarmee het orkest kinderen, jongeren en mensen met verschillende achtergronden doorheen de symfonische klankenwereld gidst. Het Antwerp Symphony Orchestra maakt opnames voor gerenommeerde klassieke labels en richtte ook een eigen label op, waarin het focust op het grote orkestrepertoire, Belgische muziek en hedendaags klassiek.