Remember to turn down the brightness and mute your phone.

Terug naar het evenement

Brahms: Ein deutsches Requiem - Balthasar-Neumann-Chor und Orchester

20 Feb.'24
- 20:00

Henry Le Boeufzaal

Johannes Brahms
1833-1897


Ein deutsches Requiem, nach Worten der heiligen Schrift, op. 45
(1857-1868)

  • “Selig sind, die da Leid tragen”
  • “Denn alles Fleisch, es ist wie Gras”
  • “Herr, lehre doch mich”
  • “Wie lieblich sind deine Wohnungen”
  • “Ihr habt nun Traurigkeit”
  • “Denn wir haben hie keine bleibende Statt”
  • “Selig sind die Toten”

Concert zonder pauze 

Duur:  +/- 70’ 

Brahms’ grootste koorwerk, Ein deutsches Requiem (voor sopraan, bariton, koor en orkest), hield hem met tussenpozen bezig gedurende meer dan tien jaar. Aanvankelijk maakte de tweede beweging, die gecomponeerd werd tussen 1857 en 1859, deel uit van zijn ontwerp voor een symfonie in d. In een volgende fase, in de herfst van 1861, stelde Brahms de tekst samen voor een cantate in vier bewegingen. Vier jaar lang bleef deze compositie in een voorbereidend stadium steken, totdat Brahms in 1865, na de dood van zijn moeder, de draad weer opnam. Van het definitieve Requiem waren de vier eerste en de twee laatste bewegingen in augustus 1866 voltooid; de vijfde beweging werd gecomponeerd in mei 1868.

In menig opzicht neemt het Requiem in het oeuvre van Brahms een unieke plaats in. De partituur is niet alleen de langste die hij ons nagelaten heeft, maar ze is ook een van de meest kostbare. Ondanks zijn grote affiniteit met de kunst van het verleden, slaat Brahms hier nieuwe wegen in. Dit is onmiddellijk merkbaar wanneer je de tekst van zijn Requiem vergelijkt met de traditionele requiemtekst die door Mozart, Cherubini, Berlioz, Verdi en zovele anderen op muziek werd gezet. Het verschil schuilt niet enkel in het feit dat hogervermelde componisten getrouw de tekst van de rooms-katholieke liturgie hebben overgenomen, terwijl Brahms zijn eigen tekst samenstelde uit de Duitse bijbelvertaling; veel belangrijker immers zijn de inhoudelijke verschillen. Het Latijnse requiem is een gebed voor de vrede van de doden die bedreigd worden door de verschrikkingen van het Laatste Oordeel. Het Requiem van Brahms brengt daarentegen woorden van troost om de levenden te verzoenen met de idee van lijden en dood. In de liturgische tekst staan de zinnen vaak bol van sombere dreigementen; in het Requiem van Brahms eindigt elk van de zeven delen in vertrouwensvolle vreugde of zachte hoop. In Brahms’ compositie wordt Christus doelbewust niet éénmaal vermeld. Hoewel het werk van de Hamburgse meester diep geworteld is in het christelijke geloof, is het mijlenver verwijderd van het dogma in de meest strikte zin van het woord. Dit Requiem is in feite gericht tot alle gelovigen, wat hun godsdienst ook moge zijn.

In het stuk schittert Brahms formeel meesterschap. Het merendeel van de bewegingen van dit Requiem is driedelig van opbouw, en deze driedelige symmetrie verleent aan dit zeven bewegingen tellende werk een specifiek karakter. Niet alleen staan de eerste en de laatste beweging met elkaar in verband, maar ook de tweede en de zesde, evenals de derde en de vijfde. In het centrum staat de gratievolle vierde beweging, als een zacht trio voor dit hele Requiem. Het verband tussen de eerste en de zevende beweging is overduidelijk: het is gebaseerd op de harmonie van de woorden, maar meer nog op het feit dat Brahms naar het einde van de zevende beweging haast ongemerkt overgaat naar het einde van de eerste beweging. De zesde beweging herneemt in zekere zin de inhoud van de tweede, maar op een ander niveau. Net zoals in de tweede beweging de vreemde danse macabre van het begin plaats maakt voor een ware hymne aan de vreugde, net zo gaat het lugubere en onzekere karakter van de opening van de zesde beweging over in een aanschouwen van het Laatste Oordeel (dat Brahms ontdeed van al zijn gruwel), om af te sluiten met een dubbelfuga, die krachtig en majestatisch is als bij Händel. De derde en de vijfde beweging staan tegenover elkaar als ‘lamentatie’ en ‘verlossing’. Beide delen beginnen met solopassages. De derde beweging wordt ingeleid door een mannenstem; ze suggereert aanvankelijk smart en zelfs wanhoop, maar gaat naar het einde toe steeds meer hoop en vertrouwen putten uit het erbarmen van God. De vijfde beweging wordt ingeleid door een vrouwenstem; ze schept van begin tot einde een sfeer van moederlijke troost. Het feit dat Brahms, na de eerste bijzonder geslaagde uitvoering bijgewoond te hebben van zijn zesdelig Requiem in de kathedraal van Bremen, het absoluut noodzakelijk vond om nog een beweging toe te voegen (de vijfde in de huidige versie), getuigt van het onfeilbare vormgevoel van de rijpe Brahms. Het is typisch dat de componist, die zo terughoudend was in alles wat te maken had met persoonlijke gevoelens, deze beweging, die gewijd was aan een idealisering van de ware moederliefde, niet aanvatte alvorens hij erin geslaagd was wat afstand te nemen van de vreselijke ervaring die de dood van zijn eigen moeder voor hem betekende.

Het spreekt vanzelf dat de kunst van het contrapunt, die Brahms zich eigen maakte door de oude meesters te bestuderen, aan bod komt in dit Requiem. Verschillende passages van de tweede beweging, vooral dan de fuga die opgebouwd is op een krachtig orgelpunt aan het einde van de derde beweging en de buitengewone dubbelfuga van de zesde beweging, getuigen hiervan. Brahms toont zijn grootste muzikale rijkdom in passages waar hij het meest persoonlijk spreekt, namelijk in de vage klanken die zweven tussen licht en duisternis en in momenten van delicate tederheid. De emotioneel beladen en berustende melancholie van de eerste, vijfde en zevende beweging, de spookachtige vrolijkheid van het begin van de tweede beweging en de zachte transfiguratie waarin de triomfantelijke vreugde van deze beweging uitdooft, zijn niet te evenaren. Elke andere componist zou de woorden “Ewige Freude wird über ihrem Haupte sein” uitgeschreeuwd hebben. Maar kort na het fortissimo gaat Brahms over tot een piano-dynamiek, en zelfs tot een pianissimo. Het opperste geluk is voor hem een stille emotie.

Bozararchief, naar Karl Geiringer

I. Selig sind, die da Leid tragen

(Koor)

Selig sind, die da Leid tragen,

denn sie sollen getröstet werden. (Matth. v. 4)

 

Die mit Tränen säen,

werden mit Freuden ernten.

Sie gehen hin und weinen

und tragen edlen Samen,

und kommen mit Freuden

und bringen ihre Garben. (Ps. CXXVI.5, 6)

 

II. Denn alles Fleisch, es ist wie Gras

(Koor)

Denn alles Fleisch, es ist wie Gras

und alle Herrlichkeit des Menschen

wie des Grases Blumen.

Das Gras ist verdorret

und die Blume abgefallen. (I. Petr. I.24)

 

So seid nun geduldig, lieben Brüder,

bis auf die Zukunft des Herrn.

Siehe, ein Ackermann wartet

auf die köstliche Frucht der Erde

und ist geduldig darüber, bis er empfahe

den Morgenregen und Abendregen. (Jac. V.7)

So seid geduldig.

 

Denn alles Fleisch, es ist wie Gras

und alle Herrlichkeit des Menschen

wie des Grases Blumen.

Das Gras ist verdorret

und die Blume abgefallen.

 

Aber des Herrn Wort bleibet in Ewigkeit. (I Petr. I.25)

 

Die Erlöseten des Herrn werden wieder kommen,

und gen Zion kommen mit Jauchzen;

ewige Freude wird über ihrem Haupte sein;

Freude und Wonne werden sie ergreifen

und Schmerz und Seufzen wird weg müssen. (Is. XXXV.10)

 

Die Erlöseten des Herrn werden wieder kommen,

und gen Zion kommen mit Jauchzen;

ewige Freude wird über ihrem Haupte sein.

Ewige Freude.

 

III. Herr, lehre doch mich

(Koor met baritonsolo)

Herr, lehre doch mich,

daß ein Ende mit mir haben muß,

und mein Leben ein Ziel hat,

und ich davon muß.

 

Siehe, meine Tage sind

einer Hand breit vor dir,

und mein Leben ist wie nichts vor dir.

 

Herr, lehre doch mich,

daß ein Ende mit mir haben muß,

und mein Leben ein Ziel hat,

und ich davon muß.

 

Ach wie gar nichts sind alle Menschen,

die doch so sicher leben.

 

Sie gehen daher wie ein Schemen,

und machen ihnen viel vergebliche Unruhe;

sie sammeln und wissen nicht wer es kriegen wird.

 

Ach wie gar nichts sind alle Menschen,

die doch so sicher leben.

 

Nun Herr, wess soll ich mich trösten?

Ich hoffe auf dich. (Ps. XXXIX.5-8)

 

IV. Wie lieblich sind deine Wohnungen

(Koor)

Wie lieblich sind deine Wohnungen, Herr Zebaoth!

Meine Seele verlanget und sehnet sich

nach den Vorhöfen des Herrn;

mein Leib und Seele freuen sich

in dem lebendigen Gott.

 

Wie lieblich sind deine Wohnungen, Herr Zebaoth!

Wohl denen, die in deinem Hause wohnen,

die loben dich immerdar.

Wie lieblich sind deine Wohnungen! (Ps. LXXXIV.2, 3, 5)

 

V. Ihr habt nun Traurigkeit

(Koor met sopraansolo)

Ihr habt nun Traurigkeit;

aber ich will euch wieder sehen

und euer Herz soll sich freuen

und eure Freude soll niemand von euch nehmen. (Joh. XVI.22)

Ich will euch trösten,

wie Einen seine Mutter tröstet. (Is. LXVI.13)

 

Sehet mich an:

Ich habe eine kleine Zeit Mühe und Arbeit gehabt

und habe großen Trost funden. (Sirach LI.35)

Ich will euch trösten,

wie Einen seine Mutter tröstet.

 

Ihr habt nun Traurigkeit;

aber ich will euch wieder sehen

und euer Herz soll sich freuen

und eure Freude soll niemand von euch nehmen.

Ich will euch trösten,

wie Einen seine Mutter tröstet.

Ich will euch wiedersehen,

Ich will euch trösten.

 

VI. Denn wir haben hie keine bleibende Statt

(Koor met baritonsolo)

Denn wir haben hie keine bleibende Statt,

sondern die zukünftige suchen wir. (Hebr. XIII.14)

 

Siehe, ich sage euch ein Geheimnis:

Wir werden nicht alle entschlafen,

wir werden aber alle verwandelt werden;

und dasselbige plötzlich, in einem Augenblick,

zu der Zeit der letzten Posaune.

Denn es wird die Posaune schallen,

und die Toten werden auferstehen unverweslich,

und wir werden verwandelt werden.

Dann wird erfüllet werden

das Wort, das geschrieben steht:

Der Tod ist verschlungen in den Sieg.

Tod, wo ist dein Stachel?

Hölle, wo ist dein Sieg? (I Kor. XV.51,52,54,55)

 

Herr, du bist würdig zu nehmen

Preis und Ehre und Kraft,

denn du hast alle Dinge geschaffen,

und durch deinen Willen haben sie

das Wesen und sind geschaffen. (Offenb. Joh. IV.11)

 

VII. Selig sind die Toten

(Koor)

Selig sind die Toten,

die in dem Herrn sterben,

von nun an.

 

Ja, der Geist spricht,

daß sie ruhen von ihrer Arbeit;

denn ihre Werke folgen ihnen nach. (Offenb. Joh. XIV.13)

 

I.

Zalig zijn die nu leed dragen,

want zij zullen vertroosting krijgen.

 

Die in tranen zaaien

zullen in vreugde oogsten.

Zij trekken weg en wenen

en dragen kostbaar zaaigoed,

en komen met vreugde

en brengen mee hun garven.

 

II.

Want alle vlees, het is als gras

en alle heerlijkheid van mensen

als de bloem van grassen.

Het gras is verdroogd al

en de bloem is afgevallen.

 

Dus wees nu geduldig, beste broeders,

totdat de Heer komen zal.

Zie hoe een akkerman uitziet

naar de kostelijke vrucht der aarde

en weet geduldig te wachten, tot hij ziet vallen

de morgenregen en d’ avondregen.

Dus wees geduldig.

 

Want alle vlees, het  is als gras

en alle heerlijkheid van mensen

als de bloem van grassen.

Het gras is verdroogd al

en de bloem is afgevallen.

 

Echter des Heren woord blijft tot in eeuwigheid.

 

Die verlost zijn door de Heer zullen wederkomen,

en naar Sion komen met juichen;

eeuwige vreugde zal over hunne hoofden zijn;

vreugde en blijdschap zullen zij ervaren

en smart en zuchten zal weg moeten.

 

Die verlost zijn door de Heer zullen wederkomen,

en naar Sion komen met juichen;

eeuwige vreugde zal over hunne hoofden zijn.

Eeuwige vreugde.

 

III.

Heer, leer mij toch zien,

dat een einde ik ooit krijgen moet,

dat mijn leven een grens heeft,

en ik moet heengaan.

 

Zie maar, al mijn dagen zijn

slechts een hand breed voor u,

en mijn leven is als niets voor u.

 

Heer, leer mij toch zien,

dat een einde ik ooit krijgen moet,

dat mijn leven een grens heeft,

en ik moet heengaan.

 

Ach, als niets haast zijn alle mensen,

die toch ontspannen leven.

 

Zij lopen voorbij als een schaduw,

en scheppen daarbij veel onnodige beroering;

zij zamelen en weten niet wie het krijgen zal.

 

Ach, als niets haast zijn alle mensen,

die toch ontspannen leven.

 

Nu, Heer, hoe zal ik mij troosten?

Ik hoop slechts op u.

 

IV.

Hoe lieflijk zijn, ja, uw woningen, Heer Zebaoth!

En mijn ziel, zij verlangt zo en hunkert zeer

naar de voorhoven van God;

mijn lijf en ziel verheugen zich

in de bezielende God.

 

Hoe lieflijk zijn, ja, uw woningen, Heer Zebaoth!

Heil dezen die in uw paleis al wonen,

zij loven u altijd door.

Hoe lieflijk zijn, ja, uw woningen!

 

V.

Gij hebt nu droefenis;

echter, ik zal u weer bezoeken;

dan zal uw hart weer verheugd zijn,

en nee, die vreugde zal niemand u ontnemen.

Ik zal u troosten,

zoals een kind van moeder troost krijgt.

 

Zie maar naar mij:

ik heb ook wel een korte tijd moeite en zorgen gehad,

maar mocht toen grote troost vinden.

Ik zal u troosten,

zoals een kind van moeder troost krijgt.

 

Gij hebt nu droefenis;

echter, ik zal u weer bezoeken;

dan zal uw hart weer verheugd zijn,

en nee, die vreugde zal niemand u ontnemen.

Ik zal u troosten,

zoals een kind van moeder troost krijgt.

Ik zal u weer bezoeken;

ik zal u troosten.

 

VI.

Want wij hebben hier niet een blijvende stad,

maar naar de toekomstige zoeken wij.

 

Zie, ik vertel u nu een mysterie:

wij zullen niet allen ontslapen,

wij zullen echter allen veranderd worden;

en dat dan ook nog plotseling, in één kort ogenblik,

als weerklinkt de laatste bazuinstoot.

Want eens zal de bazuin weerschallen,

en de doden zullen op gaan rijzen, onvergankelijk,

en wij zullen veranderd worden.

Dan zal vervuld gaan worden

het woord dat geschreven staat:

de dood is verzwolgen in triomf.

Dood, waar is je angel?

Hel nu, waar jouw triomf?

 

Heer, gij zijt waardig te krijgen

lof en hulde en macht,

want gij hebt alle dingen geschapen,

en door uw beschikking hebben zij

het aanzijn, zijn zij geschapen.

 

VII.

Zalig zijn de doden

die in de Heer gaan sterven,

van nu af.

 

Ja, de Geest spreekt:

laat hen rusten uit van hun arbeid;

want ja, hun werken volgen in hun spoor.

 

 

Thomas Hengelbrock

Muzikale leiding

Thomas Hengelbrock richtte het Balthasar-Neumann-Ensemble op en dirigeert het ook. Hij is eveneens chefdirigent van het NDR Elbphilharmonie Orchester en ‘chef associé’ van het Orchestre de Paris. Eerder was hij van 1995 tot 1998 artistiek directeur van de Deutsche Kammerphilharmonie Bremen, waarna hij van 2000 tot 2006 aan het hoofd stond van het Festival Feldkirch en van 2000 tot 2003 muziekdirecteur was van de Wiener Volksoper. Zijn repertoire strekt zich uit van 17e-eeuwse tot hedendaagse muziek. In januari 2017 mocht Thomas Hengelbrock de nieuwe Hamburgse concertzaal Elbphilharmonie inhuldigen aan het hoofd van het NDR Elbphilharmonie Orchester. Eerder dirigeerde hij gerenommeerde ensembles als het Koninklijk Concertgebouworkest, de Wiener en de Münchner Philharmoniker, het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks en vele andere. Hij is geregeld te gast in de Opéra de Paris, het Festspielhaus Baden-Baden, het Konzerthaus Dortmund en het Teatro Real Madrid. Hij werkt nauw samen met zangers en zangeressen als Plácido Domingo, Cecilia Bartoli, Anna Netrebko en Christian Gerhaher. In 2011 maakte hij voor het eerst zijn opwachting in Wagners Tannhäuser op de Bayreuther Festspiele. Thomas Hengelbrock werd in 2016 bekroond met de Herbert von Karajan Musikpreis voor zijn inzet in het muziekonderwijs.

Eleanor Lyons

Sopraan

De Australische sopraan Eleanor Lyons studeerde aan het Sydney Conservatorium of Music, de Mariinsky Academy of Young Opera Singers en aan The Royal Northern College of Music (Manchester). Ze zong in prestigieuze zalen zoals Gewandhaus Leipzig, Musikverein Wien, Concertgebouw Amsterdam en Sydney Opera House Concert Hall. Ze tourde door Europa met het Orchestre des Champs-Elysées en zong Strauss’ Vier Letzte Lieder met Iván Fischer en het Budapest Festival Orchestra. Dit seizoen brengt ze samen met het Orchestre Philharmonique de Monte-Carlo Mahlers Tweede symfonie en met het Wiener Symphoniker Symfonie nr. 2 van Mendelssohn.

Domen Križaj

Bariton

Bariton Domen Križaj studeerde in zijn thuisland Slovenië zowel muziek als geneeskunde. Vroege successen op de Neue Stimmen Competition, Ada Sari Competition en Salzburg Festival deden hem uiteindelijk voor zijn eerste passie kiezen. Met als resultaat een reeks aan prestigieuze rollen in de alombekende opera’s: Marcello in La Bohème, Ned Keene in Peter Grimes of meer recent de graaf in Le nozze di Figaro. Daarnaast volgden concerten met Camerata Salzburg, Wiener Philharmoniker en SWR Symphonieorchester. Momenteel is Križaj verbonden aan Oper Frankfurt en stapt hij voor het eerst in een project met Balthasar-Neumann-Chor und -Orchester.  

Balthasar-Neumann-Chor

Het Balthasar-Neumann-Chor werd in 1991 opgericht door Thomas Hengelbrock. Het is een artistiek veelzijdig ensemble, waarvan elke zanger in staat is om zowel solistisch op te treden als zich te integreren in de sound van een zangerscollectief. Het koor beheerst een uitgebreid repertoire, gaande van 17e- en 18e-eeuwse muziek tot romantisch en hedendaags werk. Hun programma’s zijn dramaturgisch uitgewerkt en bevatten werken van zelden uitgevoerde componisten, zoals Lotti, Steffani en Zelenka. Het Balthasar-Neumann-Chor is zowat overal in Europa te gast en toerde in China, Mexico en de VS. Het werkt niet alleen samen met zijn artistiek directeur en met het Balthasar-Neumann-Orchester, maar is ook veelgevraagd door andere dirigenten, waaronder Marcus Creed, András Schiff, René Jacobs en Christoph Prégardien. Het koor werkt ook vaak samen met Ivor Bolton, Olof Boman en Pablo Heras-Casado. De leden van het Balthasar-Neumann-Chor treden eveneens op in operaproducties in Baden-Baden.

Balthasar-Neumann-Orchester

In 1995 bracht Thomas Hengelbrock een groep uitstekende musici samen. De bedoeling van het nieuwe orkest was - en is nog steeds - muziek te brengen op basis van een historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk. Of het nu om oude muziek gaat of om modern repertoire, de muziekwerken worden steeds op een historisch instrumentarium gebracht, rekening houdend met de historische context en het compositiejaar. Uitvoeringen door het Balthasar-Neumann-Orchester van opera’s in hun originele versie, van Mozart, Bizet, Verdi en zelfs Wagner, hebben pers en publiek steeds aangenaam verrast. In 2013 bracht Thomas Hengelbrock samen met zijn ensemble en koor een reeks buitengewone concerten van Wagners Parsifal in Dortmund, Essen en Madrid. Het orkest is geregeld te zien in het Festspielhaus van Baden-Baden, de Opéra de Paris, het Teatro Real de Madrid, het Konzerthaus van Dortmund, de Philharmonie Essen, en op de Salzburger Festspiele.

Balthasar-Neumann-Chor

sopraan 

Anja Bittner

Annemei Blessing-Leyhausen

Alice Borciani

Julie Grutzka

Karin Gyllenhammar

Heike Heilmann

Santa Karnite

Constanze Liebert

Jennie Lomm

Cressida Sharp

Christine Süßmuth

Anna Terterjan

Aija Veismane

Anna Wierød

 

alt 

Anne Bierwirth

Nanora Büttiker

Julie Comparini

Martina Gmeinder

Anna Greiling

Barbara Ostertag

Helena Poczykowska

Hanna Roos

Bettina Schaeffer

Mona Spägele

Jane Tiik

Ute Weitkämper

Dorothee Wohlgemuth

Johanna Zachhuber

 

tenor               

Wolfgang Frisch-Catalano

Nils Giebelhausen

Jo Holzwarth

Thomas Köll

Manuel König

Bernd Lambauer

Mirko Ludwig

Hermann Oswald

Christian Rathgeber

Victor Schiering

Florian Schmitt

Masashi Tsuji 

 

bas     

Andrey Akhmetov

Ralf Ernst

Friedemann Klos

Christian Kotsis

Tobias Müller-Kopp

David Pichlmaier

Felix Rathgeber

Julian Redlin

Nicolas Ries

Tobias Schlierf

Raimonds Spogis

Ulfried Staber

Balthasar-Neumann-Orchester

eerste viool 

Pablo Hernán Benedì*

Boris Bachmann

Christiane Bruckmann-Hiller

Anna Maddalena Ghielmi**

David-Maria Gramse

Corinna Guthmann

Astrid Leutwyler

Gisela Müller

Jenny Peña Campo

Henry Tong

Anna Troxler

Verena Schoneweg

 

tweede viool 

Andrea Rognoni*

Ulrike Engel

Ursula Kortschak

Svetlana Ramazanova

Maria Roca

Léna Ruisz

Guillermo Santonja**

Muhammedjan Sharipov

Leonie Trips

Sophie Williams

 

altviool               

Pablo de Pedro*

Donata Böcking

Osvaldo Enriquez Castro

Oscar Holch

Firmian Lermer

Mladen Somborac

Ana Dunne Sequí

Maria Angélica Perez Martín**

 

cello         

Luis Zorita*

Philipp Comploi

Martin Egidi

Iris Guémy

Rebecca Krieg

David Neuhaus**

Joseph Pritchard

 

contrabas

Diego Zecharies*

Tommaso Bagnati

Nicola dal Maso

Margeritha Naldini

Enrique Rodríguez Yebra

 

fluit   

Michael Schmidt-Casdorff

Ingo Nelken

 

piccolo

Giulia Barbini

 

hobo 

Hélène Mourot

Marc Bonastre Riu

 

klarinet 

Florian Schüle

Sebastian Kürzl

 

fagot

Hugo Rodriguez Arteaga

Angel Álvarez Lugo

 

contrafagot 

Maurizio Barigione

 

hoorn       

Ulrich Hübner

Gijs Laceulle

Steinar Granmo Nilsen

Renée Allen

 

tompet         

Moritz Görg

Lukas Reiß

 

trombone

Matthias Weiß

Julian Huß

Patrick Flassig

 

tuba                

Paul Schrank

 

pauken    

Michael Juen

 

harp             

Gwyneth Wentink

Beate Loonstra

 

orgel 

Michael Riedel

* Konzertmeister

** = Beurshouder van de Balthasar Neumann Academie 

Bozar Maecenas

Prince et Princesse de Chimay • Barones Michèle Galle-Sioen • Monsieur et Madame Laurent Legein • Madame Heike Müller • Monsieur et Madame Dominique Peninon • Monsieur et Madame Antoine Winckler • Chevalier Godefroid de Wouters d'Oplinter 

Bozar Honorary Patrons

Comte Etienne Davignon • Madame Léo Goldschmidt

Bozar Patrons

Monsieur et Madame Charles Adriaenssen • Madame Marie-Louise Angenent • Comtesse Laurence d'Aramon • Monsieur Jean-François Bellis • Baron et Baronne Berghmans • Monsieur Tony Bernard • De heer Stefaan Bettens • Monsieur Philippe Bioul • Mevrouw Roger Blanpain-Bruggeman • Madame Laurette Blondeel • Comte et Comtesse Boël • Monsieur et Madame Thierry Bouckaert • Madame Anny Cailloux • Madame Valérie Cardon de Lichtbuer • Madame Catherine Carniaux • Monsieur Jim Cloos et Madame Véronique Arnault • Mevrouw Chris Cooleman • Monsieur et Madame Jean Courtin • De heer en mevrouw Géry Daeninck • Monsieur et Madame Denis Dalibot • Madame Bernard Darty • Monsieur Jimmy Davignon • De heer en mevrouw Philippe De Baere • De heer Frederic Depoortere en mevrouw Ingrid Rossi • Monsieur Patrick Derom • Madame Louise Descamps • De heer Bernard Dubois • Mevrouw Sylvie Dubois • Madame Dominique Eickhoff • Baron et Baronne William Frère • De heer Frederick Gordts • Comte et Comtesse Bernard de Grunne • Madame Nathalie Guiot • De heer en mevrouw Philippe Haspeslagh - Van den Poel • Madame Susanne Hinrichs et Monsieur Peter Klein • Monsieur Jean-Pierre Hoa • De heer Xavier Hufkens • Madame Bonno H. Hylkema • Madame Fernand Jacquet • Baron Edouard Janssen • Madame Elisabeth Jongen • Monsieur et Madame Jean-Louis Joris • Monsieur et Madame Adnan Kandyoti • Monsieur et Madame Claude Kandyoti •  Monsieur Sander Kashiva • Monsieur Sam Kestens • Monsieur et Madame Klaus Körner • Madame Marleen Lammerant • Monsieur Pierre Lebeau • Baron Andreas de Leenheer ✝ • Monsieur et Madame François Legein • Madame Gérald Leprince Jungbluth • Monsieur Xavier Letizia • De heer en mevrouw Thomas Leysen • Monsieur Bruno van Lierde • Madame Florence Lippens • Monsieur et Madame Clive Llewellyn • Monsieur et Madame Thierry Lorang • Madame Olga Machiels-Osterrieth • De heer Peter Maenhout • De heer en mevrouw Jean-Pierre en Ine Mariën • De heer en mevrouw Frederic Martens • Monsieur Yves-Loïc Martin • Monsieur et Madame Dominique Mathieu-Defforey • Madame Luc Mikolajczak • De heer en mevrouw Frank Monstrey • Madame Philippine de Montalembert • Madame Nelson • Monsieur Laurent Pampfer • Famille Philippson • Monsieur Gérard Philippson • Madame Jean Pelfrène-Piqueray • Madame Marie-Caroline Plaquet • Madame Lucia Recalde Langarica • Madame Hermine Rédélé-Siegrist • Monsieur Bernard Respaut • Madame Fabienne Richard • Madame Elisabetta Righini • Monsieur et Madame Frédéric Samama • Monsieur Grégoire Schöller • Monsieur et Madame Philippe Schöller • Monsieur et Madame Hans C. Schwab • Monsieur et Madame Tommaso Setari • Madame Gaëlle Siegrist-Mendelssohn • Monsieur et Madame Olivier Solanet • Monsieur Eric Speeckaert • Monsieur Jean-Charles Speeckaert • Vicomte Philippe de Spoelberch et Madame Daphné Lippitt • Madame Anne-Véronique Stainier • De heer Karl Stas • Monsieur et Madame Philippe Stoclet • De heer en mevrouw Coen Teulings • Messieurs Oliver Toegemann et Bernard Slegten • Monsieur et Madame Philippe Tournay • Monsieur Jean-Christophe Troussel • Monsieur et Madame Xavier Van Campenhout • Mevrouw Yung Shin Van Der Sype • Mevrouw Barbara Van Der Wee en de heer Paul Lievevrouw • De heer Koen Van Loo • De heer en mevrouw Anton Van Rossum • Monsieur et Madame Guy Viellevigne • De heer Johan Van Wassenhove • Monsieur et Madame Michel Wajs-Goldschmidt • Monsieur et Madame Albert Wastiaux • Monsieur Robert Willocx ✝ • Monsieur et Madame Bernard Woronoff • Monsieur et Madame Jacques Zucker • Zita, maison d'art et d'âme

Bozar Circle

Monsieur et Madame Paul Bosmans • Monsieur et Madame Paul De Groote • De heer Stefaan Sonck Thiebaut • Madame France Soubeyran • De heer en mevrouw Remi en Evelyne Van Den Broeck

Bozar Young Circle

Mademoiselle Floriana André • Docteur Amine Benyakoub • Mevrouw Sofie Bouckenooghe • Monsieur Matteo Cervi • Monsieur Rodolphe Dulait • Monsieur et Madame Melhan-Gam • Monsieur et Madame Clément et Caroline Vey-Werny • Mademoiselle Cory Zhang

En onze Leden die anoniem wensen te blijven