Remember to turn down the brightness and mute your phone.

Terug naar het evenement
Bozar
Belgian National Orchestra

Belgian National Orchestra, Schønwandt & Khachatryan

29 Maa.'24
- 20:00

Henry Le Boeufzaal

Sofia Goebajdoelina (1931)
Das Gastmahl während der Pest (2005)

Max Bruch (1838-1920)
Concerto voor viool en orkest nr. 1 in g, op. 26 (1866)

  • Vorspiel: Allegro moderato
  • Adagio
  • Finale: Allegro energico

Sergej Prokofjev (1891-1953)
Romeo en Julia, op. 64 (uittreksels) (1935-1936)

  • Suite No. 2, 1. The Montagues and the Capulets
  • Suite No. 2, 2. Juliet – The Young Girl
  • Suite No. 1, 5. Masks
  • Suite No. 1, 6. Romeo and Juliet
  • Suite No. 1, 7.The Death of Tybalt
  • Suite No. 2, 3. Friar Laurence
  • Suite No. 2, 4. Dance
  • Suite No. 2, 7. Romeo at Juliet’s Grave
  • Suite No. 3, 6. The Death of Juliet

einde voorzien om 22:10

De intussen 92-jarige Tataars- Russische componiste Sofia Gubaidulina groeide op onder Stalin, werd bij haar eindexamen compositie in Moskou bemoedigend toegesproken door Sjostakovitsj en woont sinds de ineenstorting van de Sovjet-Unie als een soort van kluizenaar in de buurt van Hamburg. De titel van haar orkestcompositie Das Gastmahl während der Pest (2005) verwijst naar het gelijknamige drama van Poesjkin. In dat toneelstuk, dat zich afspeelt tijdens de Londense pestepidemie van 1665, viert een vrolijk gezelschap het leven met een schitterend banket. Daarbij laten ze zich niet uit het lood slaan door passerende lijkwagens en een moraliserende pastoor.

De publiekslieveling Sergey Khachatryan, winnaar van de Koningin Elisabethwedstrijd 2005, keert terug naar België voor een uitvoering van het overbekende Eerste vioolconcerto van Max Bruch. Hij schreef dit werk op vrij jonge leeftijd. De compositie was echter een zware bevalling. Bruch was uiterst ontevreden met de eerste uitvoering, trok de partituur terug en stuurde ze naar Joseph Joachim, de beroemdste violist van zijn tijd. Op basis van Joseph Joachims suggesties wijzigde Bruch het concerto ingrijpend. In 1868 ging de finale versie van het Eerste vioolconcerto in première, deze keer met Joseph Joachim als solist. Hoewel Bruch later nog een Tweede en een Derde vioolconcerto componeerde, blijft zijn Eerste vioolconcerto tot op de dag van vandaag zijn meest opgevoerde werk. Joseph Joachim noemde Bruchs concerto later “het meest rijke en verleidelijke werk” dat hij kende.

Toen Sergei Prokofjev in 1934 begon met het schrijven van zijn Romeo en Julia, kon hij niet vermoeden hoe moeilijk het zou worden om dit ballet uiteindelijk opgevoerd te krijgen. Aangezien de Sovjetautoriteiten moeilijk deden en theaters hem meermaals in de  kou lieten staan, besliste Prokofjev na een aantal jaren om de muzikale hoogtepunten van de meer dan twee uur durende partituur te bundelen in drie symfonische suites. Zo kon hij in afwachting van een scenische uitvoering zijn muziek alvast verspreiden. Het Belgian National Orchestra onder leiding van geassocieerd dirigent Michael Schønwandt speelt delen uit alle drie de symfonische suites.

Feestend gaan we ten onder

In 2006 dirigeerde Simon Rattle in Philadelphia de wereldpremière van Sofia Gubaidulina’s orkestwerk Das Gastmahl während der Pest. Het publiek was verrast door de klankwereld die de toen 75-jarige componiste uit haar pen had getoverd. Het enthousiasme in het publiek stond echter in schril contrast met de analyse van enkele scherpe critici achteraf. Niet iedereen was in feeststemming over de nieuwe partituur, wat misschien wel net zo passend is voor een werk dat de ongemakkelijke tegenstelling tussen onbezonnen feestvreugde en de ellende van de wereld als thema heeft.

De titel en het onderliggende idee voor het werk ontleende Gubaidulina aan Aleksandr Poesjkins gelijknamige verhaal uit 1830. Het verhaal speelt zich af tijdens een epidemie van de pest in Londen in 1665. Pittig detail: Poesjkin schreef het terwijl hij drie maanden in quarantaine zat op het familielandgoed in Boldino omwille van een cholera-epidemie. Sinds 2020 kunnen ook wij ons daar iets bij voorstellen.

Bij Poesjkin zien we een klein maar bont gezelschap vrolijk tafelen tegen een achtergrond van ellende en voorbijrijdende lijkenwagens. Wanneer een priester hen een geweten wil schoppen, sturen ze hem weg. Slechts één persoon begint zich toch wat ongemakkelijk te voelen bij het contrast tussen het zorgeloze feesten en het alomtegenwoordige leed. De anderen sluiten de ogen.

Gubaidulina probeert niet om het verhaal van Poesjkin op muziek te zetten. Eerder vertrekt ze van de onderliggende sfeer en de wrange tegenstelling tussen zorgeloos plezier en dreigend onheil om een muzikaal universum te creëren vol energie en juxtaposities. Het werk laveert tussen extreem luide climaxen en verstilde passages, maar is van begin tot einde gekenmerkt door Gubaidulina’s eeuwige zoektocht naar originele klanken. Ze beheerst het orkestapparaat tot in de kleinste details en spaart de muzikanten – met name de koperblazers – niet. Wanneer een elektronische beat plots in gevecht gaat met de orkestklank, bereikt de vervreemding een surrealistisch hoogtepunt.

Zelf liet Gubaidulina het volgende optekenen over dit werk: “Veel mensen in onze tijd merken en voelen het onheil dat zich in de mensheid verspreidt - het verval van morele normen in de samenleving en de opkomst van haat in onze zielen. Het contrast tussen dit ziektebeeld en het feit dat een groot deel van de mensen tegenwoordig niets liever wil dan feesten en vrolijk zijn, creëert een typische situatie die vaak in artistieke werken is beschreven. Dit creëert een mentale toestand waaraan onmogelijk te ontsnappen valt. Wat het stuk kenmerkt is niet zozeer de uitdrukking van zo'n mentale toestand als wel de creatie van een puur muzikale metafoor die daarmee vergelijkbaar is.”

Op die manier geeft ze eigenlijk geen antwoord op de vraag of we nu beter onze ogen sluiten en zorgeloos leven voor de tijd die ons rest op deze wereld, dan wel in actie komen en het onrecht bestrijden. Als kunstenaar hoeft ze dan ook geen antwoorden te geven, alleen vragen op te werpen.

(Klaas Coulembier)


Hét vioolconcerto

Max Bruch was actief als orkest- en koorleider in Mannheim, Koblenz, Liverpool en Breslau. Hij gaf ook tot zijn 72ste les aan de Hogeschool voor Muziek in Berlijn. Hij schreef drie concerto’s voor viool, maar is vandaag vooral bekend om zijn eerste vioolconcerto en zijn Schotse Fantasie, een compositie die zijn voorliefde voor folklore verraadt. Bruch begon in 1857 te werken aan het Concerto voor viool nr. 1; hij was toen pas 19 jaar oud. Hij voltooide het concerto in de zomer van 1864, en het werd op 24 april 1866 gecreëerd door violist Otto von Königslöw, onder leiding van de componist. Bruch twijfelde echter of zijn manier van schrijven wel voldoende aangepast was aan de viool en besloot daarom de virtuoos Joseph Joachim te raadplegen, een oud-leerling van Mendelssohn. Joachim bestudeerde het werk een tijdlang en antwoordde dan met een uitvoerige brief. Hij bracht ook met potlood aanmerkingen aan op de partituur. Bruch van zijn kant maakte een lijst op van de veranderingen die hij wou aanbrengen. Beide mannen ontmoetten elkaar in Hannover en namen de partituur grondig door aan de piano. Er had zelfs een privé-uitvoering plaats met orkest. Toch vertolkte Joachim het concerto pas in zijn definitieve vorm op 7 januari 1868, onder leiding van Carl Reinthaler.

Het werk ontstond 24 jaar na het tweede vioolconcerto van Mendelssohn (1844) en 10 jaar vóór het concerto van Brahms (1878), waarvoor Joachim eveneens advies gaf. Het is veeleer lyrisch dan uitbundig, veeleer diepzinnig dan bewust virtuoos. Naarmate zijn populariteit steeg, was Bruch echter steeds minder tevreden, en wel om twee redenen. Enerzijds stelde de populariteit van dit Concerto voor viool nr. 1 de rest van zijn oeuvre in de schaduw, vooral dan de twee andere concerto’s voor viool. Anderzijds leverden de talrijke uitvoeringen hem niets op, want hij had in 1867 alle rechten verkocht aan zijn uitgever, een onverstandige beslissing.

Het eerste deel, Allegro moderato, heeft een rapsodisch karakter en is eigenlijk niet meer dan een inleiding op de twee andere delen, die muzikaal veel belangrijker zijn. Na mysterieus paukengeroffel en een korte frase van de houtblazers volgt een solopassage die aan een recitatief doet denken. De algemene vorm is die van het eerste deel van een sonate, maar dan wel zonder doorwerking en reëxpositie.

Het eerste deel gaat zonder onderbreking over in het prachtige Adagio. De sfeer is intenser en meer gespannen, vooral dankzij het schitterende thema in Es, de belangrijkste troef van dit concerto. Het wordt fijnzinnig bewerkt en hernomen, en eindigt met een uiterst expressief crescendo.

Het derde deel begint als Allegro energico. De strijkers spelen een notenreeks, gevolgd door een tutti. Daarop valt de solist in met een nadrukkelijk thema dat in zijn heftigheid zigeunerachtig aandoet. Het ontwikkelt zich vol gloed en zorgt voor momenten van een zeldzame uitbundigheid. De intensiteit bereikt een hoogtepunt wanneer het hele orkest een tweede thema aanbrengt dat een opmerkelijke warmte uitstraalt en ook een bredere ambitus heeft. Daarop volgt een reeks variaties waarin beide thema’s op een lyrische en bijzonder pakkende manier met elkaar vermengd worden. Een uiterst virtuoze herhaling leidt geleidelijk naar het slot.

(Bozar archief)


Romeo en Julia

In 1934 gaf Sergej Radlov, de regisseur van de Theater Studio in Leningrad, Prokofjev de opdracht voor een ballet op Shakespeares Romeo en Julia voor het Mariinski-theater. Het ballet zou uitgroeien tot één van de meest geliefde partituren van Prokofjev. Vooraleer het zover was, moesten talrijke hindernissen worden genomen. Een eerste obstakel was de grondige wijziging in het bestuur van het Mariinski-theater op het einde van 1934. De naam veranderde in Kirov-theater, naar de Leningradse partijleider Sergej Kirov. Die wijziging bracht mee dat Radlovs projecten werden afgeblazen. Hij trok ermee naar Moskou. Het Bolsjoj-theater tekende een nieuw contract voor Romeo en Julia. Radlov werkte het scenario uit en Prokofjev begon aan de compositie. Het Bolsjoj-theater kwam echter spoedig op zijn woord terug.

Om geen tijd te verliezen bewerkte Prokofjev de muziek tot twee suites. De eerste werd op 24 november 1936 in Moskou uitgevoerd, de tweede op 15 april 1937 in Leningrad. In december 1938 ging Romeo en Julia als ballet in première, maar merkwaardig genoeg niet in Rusland. Het provinciale theater van Brno in Tsjecho-Slowakije was Moskou en Leningrad voor. In 1938 benoemde de leiding van het Kirov-theater een nieuwe choreograaf, Leonid Lavrovski. Hij nam de productie van Romeo en Julia op zich. In 1939 kreeg hij groen licht, maar het zou duren tot 11 januari 1940 voordat de Russische première kon plaatsvinden.

Lavrovski en de toneelschrijver Adrian Pjotrovski pasten het scenario van Radlov aan. De belangrijkste wijziging was het herstel van Shakespeares tragische einde. Radlov had Romeo Julia levend en wel doen terugvinden bij het graf. “De redenen voor zo’n barbarisme waren zuiver choreografisch”, argumenteerde Prokofjev: “Levende mensen kunnen dansen, maar doden die op de grond liggen, kunnen dat niet.”

De voorbereidingen liepen allesbehalve gesmeerd. Bij de dansers ontstond wantrouwen tegen Prokofjevs muziek. Ze vonden haar te subtiel, ritmisch complex en vaak te kamermuzikaal. Op het toneel misten zij de stevige ritmische dreun waaraan ze gewend waren. Tegen zijn zin moest Prokofjev hier en daar wijzigingen aanbrengen. Lavrovski sprong al niet respectvoller om met de partituur. Hij besliste op eigen houtje over coupures en toevoegingen, zonder de componist te raadplegen. De spanningen liepen hoog op.

Enkele weken voor de première kondigde het balletgezelschap een boycot aan. Ze stelden voor de zaak af te gelasten om zich niet belachelijk te maken bij het publiek. De plooien werden toch gladgestreken en de opvoering ging door zoals gepland. Het succes overtrof de stoutste verwachtingen. Zelfs de officiële critici hadden het over een grote gebeurtenis voor het Sovjetballet. Voor de sterdanseres Galina Oelanova werd Julia de glansrol van haar carrière.

(Francis Maes, Bozar archief)

Sergey Khachatryan

viool

Sergey Khachatryan werd geboren in Yerevan, Armenië. In 2000 won hij de Eerste Prijs op de VIII International Jean Sibelius Competition in Helsinki en werd daarmee de jongste winnaar ooit in de geschiedenis van het concours. Vijf jaar later won hij de Eerste Prijs tijdens de Koningin Elisabethwedstrijd in Brussel. Sergey Khachatryan deed reeds residenties bij het Orquesta de Valencia (met verschillende concerten onder leiding van Alexander Liebreich) en in Bozar (met twee recitals en een concert met het Belgian National Orchestra onder leiding van Hugh Wolff). Daarnaast speelde hij met orkesten zoals het Fins Radio Symfonie Orkest, het Orchestra dell'Accademia di Santa Cecilia, het Rotterdams en Koninklijk Filharmonisch Orkest en het Cleveland Orchestra. Sergey Khachatryan deed ook een tournee door de VS en Europa met Alisa Weilierstein en Inon Barnatan met een programma getiteld Transfigured Nights. Een ander project was een tournee door Japan met de Nippon Foundation en in 2014/15 voerde hij als ontvanger van de Credit Suisse Young Artist Award Beethovens Vioolconcerto uit tijdens het Lucerne Festival met de Wiener Philharmoniker onder leiding van Gustavo Dudamel.

Michael Schønwandt

muzikale leiding

Michael Schønwandt zijn relatie met de stad Brussel dateert van in de jaren 1980: hij was toen enkele jaren lang eerste gastdirigent van de Muntschouwburg. In 1990 maakte hij zijn debuut bij het Belgian National Orchestra en na vele concerten als gastdirigent werd hij vorig seizoen benoemd als geassocieerd dirigent van het orkest. Buiten België staat Michael Schønwandt bekend als de man die maar liefst 11 jaar lang aan het roer van het Deens Koninklijk Orkest stond (het orkest van de opera van Kopenhagen). Daarnaast leidde hij ook het Berlijnse Sinfonie-Orchester, de Nederlandse Radio Kamer Filharmonie, de Beethovenhalle Bonn en als chef-dirigent van 2015 tot 2021 de opera van Montpellier.

Belgian National Orchestra

Het Belgian National Orchestra, dat werd opgericht in 1936, is de geprivilegieerde partner van Bozar. Het orkest staat sinds september 2022 onder leiding van chef-dirigent Antony Hermus, met Roberto González-Monjas als gastdirigent en Michael Schønwandt als geassocieerd dirigent. Het Belgian National Orchestra treedt op met solisten van wereldformaat als Hilary Hahn, Christian Tetzlaff, Thomas Hampson, Aleksandra Kurzak, Leif Ove Andsnes, Víkingur Ólafsson, Sergey Khachatryan en Truls Mørk. Verder investeert het Belgian National Orchestra in de toekomstige generatie luisteraars en deinst het niet terug voor vernieuwende projecten, zoals met pop-rock-artiest Ozark Henry en recent met Stromae voor zijn nieuwe album Multitude. Het Belgian National Orchestra wordt ondersteund door de Belgische federale Tax Shelter, de Nationale Loterij en Casa Kafka Pictures.

Konzertmeister
Alexei Moshkov

eerste viool
Sophie Causanschi ***
Isabelle Chardon *
Maria Boila
Nicolas Deharven
Françoise Gilliquet
Philip Handschoewerker
Arianne Plumerel
Serge Stons
Tatiana Vavalina
Ianne Leonardo
Nidhal Jebahli
Paola Agrista
Ana Popil

tweede viool
Orsolya Horvath
Igancio Rodriguez **
Marie-Daniëlle Turner *
Sophie Demoulin
Isabelle Deschamps
Pierre Hanquin
Jacqueline Preys
Ana Spanu
Louis Nöel
José Barrero
Ekatarina Phillipovich

altviool
Mark Sabbah *
Mihoko Kusama *
Sophie Destivelle
Katelijne Onsia
Marinela Serban
Silvia Tentori
Gregory Camacho
Nicolas Altieri
Urska Doler
Jorge Ramos

cello
Dmitri Sylvian **
Herwig Coryn
Lesya Demkovych
Philippe Lefin
Tine Muylle
Uros Nastic
Taras Zanchak
Lucia Otero

contrabas
Robby Hellijn
Serghei Gorlenko *
Ludo Joly *
Dan Ishimoto
Miguel Meulders
Gergana Terziyska

fluit
Baudoin Giaux ***
Denis Pierre Gustin **
Jeremie Fevre
Samuel Hondekijn

hobo
Dimitri Baeteman ***
Arnaud Guittet **
Bram Nolf *
Jonas Schoups

klarinet
Julien Beneteau **
Emily Maggio
Alvaro Ferrer
Hinawari Araiy

fagot
Gordon Fantini ***
Bert Helsen **
Filip Neyens *
Maximilian Lamouris

hoorn
Bart Cypers **
Jan Van Duffel *
Katrien Vintioen *
Bernard Wasnaire *
Jelle Soen
Dries Laureyssen
Willem Meeuwessen

trompet
Leo Wouters ***
Andreu Vidal
Ward Opsteyn
Robby Boone

trombone
Bruno Debusschere **
Sander Vets
Roel Avonds
Wim Mattheeuwssen
Jaou Canelas

pauken
Nico Schoeters ***

percussie
Koen Maes
Arthur Ros
Mathijs Everts
Sander Vandercloot

harp
Annie Lavoisier ***
Roberta Brambilla

piano
Ilze Demaeyer

*** aanvoerder
** 1e solist
* solist

Bozar Maecenas

Prince et Princesse de Chimay • Barones Michèle Galle-Sioen • Monsieur et Madame Laurent Legein • Madame Heike Müller • Monsieur et Madame Dominique Peninon • Monsieur et Madame Antoine Winckler • Chevalier Godefroid de Wouters d'Oplinter 

Bozar Honorary Patrons

Comte Etienne Davignon • Madame Léo Goldschmidt

Bozar Patrons

Monsieur et Madame Charles Adriaenssen • Madame Marie-Louise Angenent • Comtesse Laurence d'Aramon • Monsieur Jean-François Bellis • Baron et Baronne Berghmans • Monsieur Tony Bernard • De heer Stefaan Bettens • Monsieur Philippe Bioul • Mevrouw Roger Blanpain-Bruggeman • Madame Laurette Blondeel • Comte et Comtesse Boël • Monsieur et Madame Thierry Bouckaert • Madame Anny Cailloux • Madame Valérie Cardon de Lichtbuer • Madame Catherine Carniaux • Monsieur Jim Cloos et Madame Véronique Arnault • Mevrouw Chris Cooleman • Monsieur et Madame Jean Courtin • De heer en mevrouw Géry Daeninck • Monsieur et Madame Denis Dalibot • Madame Bernard Darty • Monsieur Jimmy Davignon • De heer en mevrouw Philippe De Baere • De heer Frederic Depoortere en mevrouw Ingrid Rossi • Monsieur Patrick Derom • Madame Louise Descamps • De heer Bernard Dubois • Mevrouw Sylvie Dubois • Madame Dominique Eickhoff • Baron et Baronne William Frère • De heer Frederick Gordts • Comte et Comtesse Bernard de Grunne • Madame Nathalie Guiot • De heer en mevrouw Philippe Haspeslagh - Van den Poel • Madame Susanne Hinrichs et Monsieur Peter Klein • Monsieur Jean-Pierre Hoa • De heer Xavier Hufkens • Madame Bonno H. Hylkema • Madame Fernand Jacquet • Baron Edouard Janssen • Madame Elisabeth Jongen • Monsieur et Madame Jean-Louis Joris • Monsieur et Madame Adnan Kandyoti • Monsieur et Madame Claude Kandyoti •  Monsieur Sander Kashiva • Monsieur Sam Kestens • Monsieur et Madame Klaus Körner • Madame Marleen Lammerant • Monsieur Pierre Lebeau • Baron Andreas de Leenheer ✝ • Monsieur et Madame François Legein • Madame Gérald Leprince Jungbluth • Monsieur Xavier Letizia • De heer en mevrouw Thomas Leysen • Monsieur Bruno van Lierde • Madame Florence Lippens • Monsieur et Madame Clive Llewellyn • Monsieur et Madame Thierry Lorang • Madame Olga Machiels-Osterrieth • De heer Peter Maenhout • De heer en mevrouw Jean-Pierre en Ine Mariën • De heer en mevrouw Frederic Martens • Monsieur Yves-Loïc Martin • Monsieur et Madame Dominique Mathieu-Defforey • Madame Luc Mikolajczak • De heer en mevrouw Frank Monstrey • Madame Philippine de Montalembert • Madame Nelson • Monsieur Laurent Pampfer • Famille Philippson • Monsieur Gérard Philippson • Madame Jean Pelfrène-Piqueray • Madame Marie-Caroline Plaquet • Madame Lucia Recalde Langarica • Madame Hermine Rédélé-Siegrist • Monsieur Bernard Respaut • Madame Fabienne Richard • Madame Elisabetta Righini • Monsieur et Madame Frédéric Samama • Monsieur Grégoire Schöller • Monsieur et Madame Philippe Schöller • Monsieur et Madame Hans C. Schwab • Monsieur et Madame Tommaso Setari • Madame Gaëlle Siegrist-Mendelssohn • Monsieur et Madame Olivier Solanet • Monsieur Eric Speeckaert • Monsieur Jean-Charles Speeckaert • Vicomte Philippe de Spoelberch et Madame Daphné Lippitt • Madame Anne-Véronique Stainier • De heer Karl Stas • Monsieur et Madame Philippe Stoclet • De heer en mevrouw Coen Teulings • Messieurs Oliver Toegemann et Bernard Slegten • Monsieur et Madame Philippe Tournay • Monsieur Jean-Christophe Troussel • Monsieur et Madame Xavier Van Campenhout • Mevrouw Yung Shin Van Der Sype • Mevrouw Barbara Van Der Wee en de heer Paul Lievevrouw • De heer Koen Van Loo • De heer en mevrouw Anton Van Rossum • Monsieur et Madame Guy Viellevigne • De heer Johan Van Wassenhove • Monsieur et Madame Michel Wajs-Goldschmidt • Monsieur et Madame Albert Wastiaux • Monsieur Luc Willame • Monsieur Robert Willocx ✝ • Monsieur et Madame Bernard Woronoff • Monsieur et Madame Jacques Zucker • Zita, maison d'art et d'âme

Bozar Circle

Monsieur et Madame Paul Bosmans • Monsieur et Madame Paul De Groote • De heer Stefaan Sonck Thiebaut • Madame France Soubeyran • De heer en mevrouw Remi en Evelyne Van Den Broeck

Bozar Young Circle

Mademoiselle Floriana André • Docteur Amine Benyakoub • Mevrouw Sofie Bouckenooghe • Monsieur Matteo Cervi • Monsieur Rodolphe • Dulait Monsieur Avi Goldstein • Monsieur Rodolphe Dulait • Monsieur et Madame Melhan-Gam • Dokter Bram Peeters • Monsieur Lucas Van Molle  Monsieur et Madame Clément et Caroline Vey-Werny • Mademoiselle Cory Zhang

En onze Leden die anoniem wensen te blijven