Remember to turn down the brightness and mute your phone.

Terug naar het evenement

Delle Donne Consort & Paradise Repaired

14 Jan.'24
- 11:00

Bertouille Rotonde

Philippe Verdelot (ca. 1480 - na 1536)

O dolce nocte (Madrigali, Libro III, nr. 6, 1537)

Giaches de Wert (1535-1596)

Tirsi Morir Volea (Madrigali, Libro VII, nr. 12, 1581)

Cipriano de Rore (1515 of 1516-1565)

Ancor che col partire (Madrigali, Libro I, no. 7, 1550)  

Adriaan Willaert (ca. 1490-1562)

Madonna mia famme (Canzone villanesche alla napolitana, nr. 6, 1545)

Claudio Monteverdi (1567-1643)

Luci serene e chiare (Madrigali, Libro IV, nr. 8, 1603)

Quel augellin che canta (Madrigali, Libro IV, nr. 14, 1603)

Cipriano de Rore

Io canterei d'amor (Madrigali, Libro I, nr. 3, 1550)

Andrea Gabrieli (1533-1585)

Due rose fresche (Madrigali, Libro I, 1566)

Claudio Monteverdi

Si ch’io vorrei morire (Madrigali, Libro IV, nr. 16, 1603)

Sigismondo d'India (ca. 1582-1629)

Cruda amarilli (Madrigali, Libro I, nr. 4, 1606)

Adriaan Willaert

Mentre che ‘l cor (Musica nova, nr. 2.09, 1559)

Occhi piangete (Musica nova, nr. 2.25, 1559)

 

Concert zonder pauze

Duur: 1u

Hart van slag - Letteren, liederen en liefde in renaissance-Venetië

« L'amour est la grâce suprême de l'humanité, le droit le plus sacré de l'âme, le lien d'or qui nous lie au devoir et à la vérité, le principe rédempteur qui réconcilie principalement le coeur à la vie et qui est prophétique du bien éternel. »

In Notable Thoughts about Women (1882) - citaten over zielenroerselen, hartenpijn en andere ‘vrouwenzaken’ - voert Maturin Murray Ballou onder het nummer 2671 een icoon van de wereldliteratuur op. Het is Petrarca, mijmerend over de liefde als hoogste goed, token van waarheid en orakel van alle goeds. Of de woorden daadwerkelijk stammen van de legendarische dichter is een raadsel - aan referenties doet Ballou niet - maar plausibel zijn ze wel: bij Petrarca gutst de liefde uit elk vers, nu eens in haar meest betoverende kleedje, dan weer als schrikwekkende schim.

Renaissancerage

Pas in de renaissance - 150 jaar na zijn dood - kon Petrarca zegevieren over Dante in de race om de meest invloedrijke poëzie van het Trecento. Die zege komt ten dele op het conto van Pietro Bembo: de kardinaal/taalkundige die in Prose della volgar lingua (1525) het literaire gebruik van het Italiaans bepleitte met de verzen van Petrarca als richtsnoer. Al gauw raakte Italië in de ban van het ‘petrarchisme’. Het felst woedden de vlammen in Venetië, de geboorteplaats van Bembo. In geen tijd huisde de lagunestad tal van literaire salons waar niet enkel Trecentopoëzie op het menu stond maar ook werk van contemporaine makers. Zij serveerden er hun meest exquise delicatesse: madrigalen - liederen gesmeed uit verheven poëzie à la Petrarca en gesofisticeerde polyfonie in Frans-Vlaamse stijl.

Dynastie in polyfonie

In diezelfde periode klom ook het Venetiaanse muziekleven naar zijn zenit dankzij Adrian Willaert. De West-Vlaming, bijna 40 jaar lang kapelmeester aan de San Marcobasiliek, excelleerde in elk genre van de renaissancepolyfonie. Zijn vroege madrigalen ademen nog de stijl van het chanson waarmee componisten als Jacob Arcadelt en Philippe Verdelot hoge ogen hadden gegooid in Firenze, het epicentrum van de vroege madrigaalkunst. Maar vanaf 1540 ging Willaert zijn eigen weg, geïnspireerd door Petrarca’s ravissante rijmen. In de madrigalen gebundeld in Musica Nova krijgen volledige sonnetten een luxebehandeling van Willaert, die met ongeëvenaarde precisie de syntaxis, betekenis en klankrijkdom van de teksten naar strak geweven polyfonie vertaalt. Met deze baanbrekende liederen maakte Willaert Venetië tot het nieuwe brandpunt van de madrigaalproductie.

Een nieuw geluid

Ook tijdgenoot (en leerling?) Cipriano de Rore schreef madrigalen in Venetiaanse stijl, al verruilde hij Willaerts spaarzaamheid en subtiliteit met contrastwerking, woordschildering en chromatiek. Willaert stierf in 1562, de Rore 3 jaar later. Maar nog decennialang zouden hun madrigalen in Venetië resoneren. Ook bij Andrea Gabrieli, de man die na de hegemonie van de Lage Landers een frisse wind door de San Marco deed waaien. In zijn madrigalen vloeiden verschillende trends samen tot substantiële, doorgecomponeerde en complexe polyfone constructies. De publicatie van Gabrieli’s laatste madrigalenbundel in 1580 markeert een machtswissel: Venetië verloor zijn koppositie aan Ferrara en Mantua, waar nieuwe madrigaalmeesters van zich deden spreken.

Giaches de Wert, bijvoorbeeld. Bevangen door de rijke beeldtaal van Petrarca en de gedurfde composities van de Rore schreef de Wert nu eens ‘expressionistische’ madrigalen vol theatrale gestes, dan weer ‘recitativische’ liederen gericht op helderheid en tekstverstaanbaarheid. Daarmee voedde de Wert de twee belangrijkste tendensen uit de laatste bloeiperiode van het renaissancemadrigaal. Tegelijk laat zijn werk zich lezen als de kiem van wat in de Monteverdi-era de ‘seconda pratica’ zou gaan heten: de barokstijl als antwoord op de vraag hoe de tekst nog sterker in de stuurmansrol te plaatsen.

Wat heet liefde?

Net als de muzikale invulling van het madrigaal waren intussen ook de literaire gusto en de kijk op de liefde veranderd. Petrarca’s sonnetten bezongen de geïdealiseerde geliefde, die als een onbereikbaar baken de weg naar het paradijs verlicht. Hier smaakt de minne bitterzoet: het hart dat van slag is, verliest zichzelf even makkelijk in de roes van het verlangen als in de kwelling van de eenzaamheid. De hitauteurs van de late 16de eeuw  voegden andere kruidingen toe. Torquato Tasso combineerde in Gerusalemme liberata (1591) elementen van het petrarchisme met heroïsche epiek. Giovanni Battista Guarini’s Il pastor fido (1590), een razend populaire tragikomedie in galante stijl, zwenkt dan weer tussen pastorale idylle en saillante erotiek. Meer dan 550 keer werden snippers van Guarini’s libretto getoonzet als madrigalen: schaalmodellen van de luisterrijke muziekdrama’s die in de volgende eeuw de Venetiaanse Bühnes zouden sieren.

Sofie Taes

Delle Donne Consort

Het internationaal blokfluitensemble Delle Donne Consort werd in 2020 opgericht door vier alumni van Belgische conservatoria. De naam van het ensemble verwijst naar het concerto delle donne, een groep virtuoze zangeressen werkzaam aan het hof van Ferrara tijdens de late renaissance. In korte tijd legde het ensemble reeds een mooi parcours af. Zo schitterden de muzikantes als residenten op het Spaanse ECOS-Festival en werden ze halve finalist op de wedstrijd Supernova 2022. Delle Donne Consort focust zich in de eerste plaats op het muzikale erfgoed van de Vlaamse polyfonisten. Daarnaast maakt het ensemble tevens arrangementen van barokrepertoire, werkt het samen met jonge componisten en creëert het voorstellingen met live-electronics. De principes van de historische uitvoeringspraktijk én een hedendaagse contextualisering van oud repertoire gelden als speerpunten van het Delle Donne Consort.

Paradise Repaired

Het vocaal ensemble Paradise Repaired, onder leiding van de Belgische contratenor Korneel Van Neste, ontstond in het koninklijk conservatorium van Den Haag. Een eerste programma werd opgebouwd rond laude spirituali, geestelijke Italiaanse liederen uit de tweede helft van de 16e eeuw, waarbij de nadruk ligt op simpliciteit en expressie. Momenteel staat de uitvoering van Italiaanse muziek uit de 16e en 17e eeuw rond de centra van Rome, Firenze en Venetië centraal. Het doel is om dit repertoire met een veelzijdige bezetting meer te laten klinken in de Franco-Vlaamse contreien, van waar velen van de componisten afkomstig waren.