Lea Desandre & Jupiter Ensemble
20 Sept.'25
- 20:00
Henry Le Boeufzaal

Songs of Passion
John Dowland (1563-1626)
Come Again (uit First Book of Songs, 1597)
Semper Dolens semper Dowland (uit Lachrimae, 1604)
Go crystal teares (uit First Book of Songs)
Frog Galliard
Now o now I needs must part (uit First Book of Songs)
Lachrimae Antique (uit Lachrimae)
Sorrow stay
Earl of Essex his galliard (uit Lachrimae)
Flow my tears (uit Second Book of Songs, 1600)
King of Denmark’s Galliard (uit Lachrimae)
Can she excuse (uit First Book of Songs)
pauze
Henry Purcell (1659-1695)
If love’s a sweet passion (uit The Fairy-Queen, Act 3, Z 629, 1692)
Strike the viol (uit Come Ye Sons of Art, Z 323, 1694)
An evening Hymn (uit Now that the Sun Hath Veiled his Light, Z 193, 1688)
Chaconne (uit The Fairy-Queen, Act 5)
O let me weep (uit The Fairy-Queen, Act 5)
Now the night is chased away (uit The Fairy-Queen, Act 4)
Overture (uit Dido and Aeneas, Z 626, 1688)
Ah Belinda (uit Dido and Aeneas, Act 1)
Dance of the furies (uit Dido and Aeneas, Act 2)
Thanks to these lonesome vales (uit Dido and Aeneas, Act 2)
The witches’ dance (uit Dido and Aeneas, Act 3)
When I am laid in earth (uit Dido and Aeneas, Act 3)
duur: 110’
Jupiter ensemble wordt ondersteund door La Fondation Orange, Cartier, Le Centre National de la Musique (CNM), L’ADAMI en Spedidam. Jupiter bedankt ook al zijn individuele donateurs. Het ensemble is in residentie bij de Fondation Singer-Polignac en lid van Févis en Scènes Ensemble.
Een signeersessie met Lea Desandre en Thomas Dunford vindt plaats na dit concert.
* In Come again geeft een veelvuldig herhaalde stijgende zanglijn dwingend uitdrukking aan de groeiende emotie: van ‘het zien, horen en aanraken’ tot ‘het sterven’ (een typisch Elisabethaans eufemisme).
* Dowland herwerkte wel vaker eigen materiaal. Zo is de melodie van Now, oh now I needs must part dezelfde als die van de Frog galliard voor solo luit.
* Hoor hoe een dalende chromatische baslijn obsessief herhaald wordt: wat de spanning verhoogd en de onvermijdelijkheid van Dido’s lot benadrukt.
De lamento’s van Dowland en Purcell
‘Immer Dowland, immer droef'
De Engelse luitist-componist John Dowland stond bekend als een virtuoos muzikant en was werkzaam aan verschillende hoven. Zo musiceerde hij van 1598 tot 1606 aan het Deense hof onder koning Christiaan IV waar hij erg rijkelijk werd vergoed. Dowlands ambitie om zijn talent aan het hof van koningin Elisabeth I tentoon te kunnen spreiden, raakte echter nooit in vervulling. Pas na haar dood trad hij in 1612 in dienst van haar opvolger koning Jacobus I. Hij speelde op diens begrafenis in 1625 en stierf zelf een jaar later.
Al tijdens zijn leven kende Dowland faam als componist. De titel van een klagend stuk voor gambaconsort en luit, Semper Dowland semper dolens, wat zoveel betekent als ‘Immer Dowland, immer droef’, getuigt van evenveel zelfkennis als spitsvondigheid. De titel geldt evenzeer als een artistiek credo: melancholie doortrekt namelijk op sublieme wijze het oeuvre van Dowland – een gecultiveerde melancholie die grondig verankerd was in de tijdsgeest van het (post-)Elisabethaanse Engeland. Dat Dowland zich graag het imago aanmat van melancholicus blijkt verder ook uit de manier waarop hij sommige van zijn brieven ondertekende: als ‘Jo: dolandi de Lachrimae’. Deze lachrimae of tranen spelen een belangrijke rol in zijn oeuvre en ontspringen er rijkelijk.
Dowland wordt geroemd om zijn bijdragen aan het luitrepertoire: van een negentigtal luitsolo’s – vaak gebaseerd op dansvormen – tot 88 lute ayrs. Deze strofische liederen onder luitbegeleiding kenden eind jaren 1500 een grote populariteit in Engeland en Dowland geldt als de voornaamste vertegenwoordiger van het genre. Hij publiceerde vier boeken en kende hiermee een bijzonder succes: boek I uit 1597 – tevens het eerste in zijn soort – kreeg tijdens Dowlands leven maar liefst vier herdrukken. In zijn songs verwerkte Dowland heel uiteenlopende muzikale invloeden: van het Engelse partsong en de viol consort song tot stijlen die hij hoorde tijdens reizen over het continent, zoals de Franse air de cour en het Italiaanse madrigaal en recitatief. Ook dansvormen worden er veelvuldig in verwerkt. In deze nieuwe synthese komen melodie, harmonie, ritme, contrapunt en tekstexpressie tot een perfect evenwicht. Dowlands liederen contrasteren zo met die van een tijdgenoot als William Byrd (c. 1540 - 1623), waar het contrapunt nog centraal staat. En waar Byrds teksten vroom en moralistisch kunnen zijn, wordt in die van Dowland vanuit een uiterst persoonlijk perspectief allerlei gemis bezongen. Een relatief beperkt melodisch bereik en de afwezigheid van overbodige versieringen benadrukken enkel verder de boodschap van de teksten.
Het aangrijpende Flow my Tears illustreert treffend Dowlands meesterschap. Hij opent het lied met een dalend motief in de zangpartij: op de woorden ‘Flow, my tears’ daalt de vocalist stapsgewijs af van la naar mi. Na een dramatisch sprong van een kleine sext, herhaalt Dowland hetzelfde procedé in iets langere notenwaarden op ‘fall from your springs’. Tekst en muziek versmelten zo tot één geheel. Dit motief, een gangbaar topos om uitdrukking te geven aan smart, keert doorheen het lied op gevarieerde manier terug.
Volgens musicoloog Anthony Boden was Flow, my tears waarschijnlijk het bekendste Engelse lied aan het begin van de 17e eeuw. Dowlands ‘hit’ ontstond echter niet als lute song. Het stuk kent zijn oorsprong als een puur instrumentale compositie voor solo luit: de Lachrimae pavane (1596), een trage en statige dans in een binair ritme. Dowland voegde er naderhand niet enkel een tekst aan toe (mogelijk van eigen hand), maar componeerde er ook een reeks variaties op voor gambaconsort en luit, verzameld in de bundel Lachrimae, or seven tears. Fijntjes wijst Dowland er in zijn inleiding van de collectie op dat tranen heel wat uiteenlopende oorzaken kunnen hebben: “The teares which Musicke weeps neither are teares shed always in sorrow but sometime in joy and gladnesse”. De ‘tranen’ variëren in de bundel dan ook van oude tranen (Lachrimae antiquae), tot geforceerde, echte en die van een minnaar. In de Lachrimae antiquae creëert Dowland, in tegenstelling tot de heldere monodie van Flow, my tears, een dens geweven polyfoon weefsel dat resulteert in intensiteit en een donkere sonoriteit. Ook dit arrangement kende een bijzondere populariteit: het is te vinden in meer dan 100 manuscripten en drukken doorheen Europa. Dowlandvulde de bundel Lachrimae, or seven tears verder aan met uiteenlopende stukken waaronder Semper Dowland semper dolens en ook verscheidene levendige dansen als The King of Denmarks Galiard en The Earle of Essex Galiard.
(Cedric Feys)
Purcell of de Britse Orpheus
Als hofcomponist van Charles II, en later van James II en William III, maakte Henry Purcell zich vooral verdienstelijk door zowel de muzikale erfenis uit de renaissance en de vroege barok alsook de muzikale invloeden uit (hoofdzakelijk) Frankrijk en Italië te integreren in een eigen, onmiskenbaar Engelse stijl. Wat de erfenis uit het verleden betreft, is vooral Purcells behandeling van het contrapunt significant: als weinig andere componisten uit de tweede helft van de 17e eeuw was hij immers nog in staat om ingenieuze polyfone werken te ontwerpen die gekenmerkt worden door een enorme ritmische en melodische souplesse (zoals bv. in zijn Fantazias).
Zoals gezegd bleef Purcell ook niet ongevoelig voor de progressieve Italiaanse toonkunst, en meer bepaald voor de theatermuziek. Vandaar zijn uitgesproken voorliefde voor een sterke dramatisering en zijn hang naar lyriek: zo componeerde hij muziek bij meer dan veertig toneelstukken en schreef verder ook vijf zogenaamde semi-opera’s en één volwaardige opera, het beroemde Dido and Aeneas, ook al bleef dit werk tijdens het leven van de componist zo goed als onbekend. In de opera worden de Trojaanse held Aeneas en de Carthaagse koningin Dido smoorverliefd. Aeneas wordt echter verscheurd tussen hartstocht en plicht: hij verlaat met pijn in het hart zijn geliefde en zet koers richting Rome. Dido blijft achter, ontroostbaar, en besluit uit liefdesverdriet haar leven te beëindigen. Het lamento When I am laid in earth, waarin Dido afscheid neemt van het leven, groeide uit tot een absoluut hoogtepunt in de geschiedenis van de opera. De zanglijn is bijzonder expressief, met dissonanten en herhalingen ("remember me") die haar wanhoop versterken.
The Fairy Queen is een van Purcells semi-opera’s, een typisch Engelse hybride mengeling van gesproken drama en muziek. Eigenlijk gaat het om een laat-17e-eeuwse bewerking van Shakespeares toneelstuk A Midsummer Night’s Dream, dat aan de veranderde smaak werd aangepast en waaraan vooral bijzonder veel muziek werd toegevoegd. Net zoals tijdens dit concert werden ook toen de muzikale fragmenten vaak afzonderlijk uitgevoerd, zonder de gesproken context waarin ze thuishoren. Vooral de tedere en droevige weeklacht uit de vijfde akte (“O let me very, very weep”), een uitgewerkte lamento-aria boven een ostinaat baspatroon, was bijzonder gegeerd.
(Naar Bozararchief)
Come Again
Come again:
Sweet love doth now invite,
Thy graces that refrain.
To do me due delight.
To see, to hear, to touch, to kiss, to die,
With thee again in sweetest sympathy.
Come again
That I may cease to mourn,
Through thy unkind disdain:
For now left and forlorn
I sit, I sigh, I weep, I faint, I die,
In deadly pain and endless misery.
All the day
The sun that lends me shine,
By frowns do cause me pine,
And feeds me with delay,
Her smiles my springs, that makes my joys to grow.
Her frowns the Winters of my woe:
All the night
My sleeps are full of dreams,
My eyes are full of steams.
My heart takes no delight.
To see the fruits and joys that some do find.
And mark the storms are me assign'd
Out alas,
My faith is ever true,
Yet will she never rue,
Nor yield me any grace:
Her eyes of fire, her heart of flint is made.
Whom tears, nor truth may once invade.
Gentle love
Draw forth thy wounding dart,
Thou canst not pierce her heart;
For I that do approve,
By sighs and d tears more hot than are thy shafts.
Did tempt while she for triumph laughs.
Go crystal teares
Go crystal tears, like to the morning show'rs
And sweetly weep into thy lady's breast
And as the dews rerive the drooping flow'rs
So let your drops of pity be address'd
To quicken up the thoughts of my desert
Which sleeps too sound whilst I from her depart
Haste restless sighs, and let your burning breath
Dissolve the ice of her indurate heart
Whose frozen rigour like forgetful Death
Feels never any touch of my desert:
Yet sighs and tears to her I sacrifice
B oth from a spotless heart and patient eyes
Now o now I needs must part
Now, o now, I needs must part
Parting though I absent mourn
Absence can no joy impart
Joy once fled cannot return
While I live I needs must love
Love lives not when hope is gone
Now at last despair doth prove
Love divided loveth none
Sad despair doth drive me hence
This despair unkindness sends
If that parting be offence
It is she which then offends
Dear, when I from thee am gone
Gone are all my joys at once
I loved thee and thee alone
In whose love I joyed once
And although your sight I leave
Sight wherein my joys do lie
Till that death do sense bereave
Never shall affection die
Sad despair doth drive me hence
This despair unkindness sends
If that parting be offence
It is she which then offends
Sorrow stay
Sorrow sorrow stay, lend true repentant teares,
to a woefull wretched wight,
hence, dispaire with thy tormenting feares:
O doe not my poore heart affright,
pitty, help now or never,
mark me not to endlesse paine,
alas I am condempned ever,
no hope, no help ther doth remaine,
but downe, down, down I fall,
and arise I never shall.
Flow my tears
Flow, my tears, fall from your springs!
Exiled for ever, let me mourn;
Where night's black bird her sad infamy sings,
There let me live forlorn.
Down vain lights, shine you no more!
No nights are dark enough for those
That in despair their lost fortunes deplore.
Light doth but shame disclose.
Never may my woes be relieved,
Since pity is fled;
And tears and sighs and groans my weary days
Of all joys have deprived.
From the highest spire of contentment
My fortune is thrown;
And fear and grief and pain for my deserts
Are my hopes, since hope is gone.
Hark! you shadows that in darkness dwell,
Learn to contemn light
Happy, happy they that in hell
Feel not the world's despite.
Can she excuse
Can she excuse my wrongs with Virtue’s cloak?
Shall I call her good when she proves unkind?
Are those clear fires which vanish into smoke?
Must I praise the leaves where no fruit I find?
No, no; where shadows do for bodies stand,
That may’st be abus’d if thy sight be dim.
Cold love is like to words written on sand,
Or to bubbles which on the water swim.
Wilt thou be thus abused still,
Seeing that she will right thee never?
If thou canst not o’ercome her will,
Thy love will be thus fruitless ever.
Was I so base, that I might not aspire
Unto those high joys which she holds from me?
As they are high, so high is my desire,
If she this deny, what can granted be?
If she will yield to that which reason is,
It is reason’s will that love should be just.
Dear, make me happy still by granting this,
Or cut off delays if that I die must.
Better a thousand times to die
Than for to love thus still tormented:
Dear, but remember it was I
Who for thy sake did die contented.
If love’s a sweet passion
If loves' a sweet passion
Why does it torment?
If a bitter, oh tell me
Whence comes my content?
Since I suffer with pleasure
Why should I complain
Or grieve at my fate
When I know 'tis in vain?
Yet so pleasing the pains
So soft is the dart
That at once it both wounds me
And tickles my heart
I press her hand gently
Look languishing down
And by passionate silence
I make my love known
But oh! how I'm blest
When so kind she does prove
By some willing mistake
To discover her love
When in striving to hide
She reveals all her flame
And our eyes tell each other
What neither dares name
Strike the viol
Strike the viol, touch the lute,
Wake the harp, inspire the flute.
Sing your patroness’s praise,
In cheerful and harmonious lays.
An evening Hymn
Now, now that the sun hath veil'd his light
And bid the world goodnight;
To the soft bed my body I dispose,
But where shall my soul repose?
Dear, dear God, even in Thy arms,
And can there be any so sweet security!
Then to thy rest, O my soul!
And singing, praise the mercy
That prolongs thy days.
Hallelujah!
O let me weep
O let me weep, forever weep.
O let me forever weep!
My eyes no more shall welcome sleep:
i'll hide me from the sight of day,
And sigh my soul away.
He's gone, his loss deplore;
And i shall never see him more.
O let me weep! forever weep!
Now the night is chased away
Now the Night is chased away,
All salute the rising Sun;
'Tis that happy, happy Day,
The Birth-Day of King Oberon.
Let the Fifes, and the Clarions, and shrill Trumpets sound,
And the Arch of high Heav'n the Clangor resound.
Ah Belinda
Ah! Belinda, I am pressed
with torment not to be confessed.
Peace and I are strangers grown,
I languish till my grief is known, yet
would not have it guessed.
Thanks to these lonesome vales
Thanks to these lonesome vales,
these desert hills and dales,
So fair the game, so rich the sport,
Diana's self might to these woods resort.
When I am laid in earth
Thy hand, Belinda, darkness shades me
On thy bosom let me rest
More I would, but Death invades me;
Death is now a welcome guest
When I am laid in earth, May my wrongs create
No trouble in thy breast;
Remember me, but ah! forget my fate.
Come Again
Kom weer terug:
Zoete liefde nodigt nu uit
Jouw genade die zich terughoudt.
Om mij de juiste vreugde te geven.
Te zien, te horen, te raken, te kussen, te sterven,
Met jou weer in de zoetste sympathie.
Kom weer terug
Zodat ik kan stoppen met rouwen,
Door jouw onvriendelijke minachting:
Want nu verlaten en verlaten
Zit ik, zucht ik, huil ik, vervaag ik, sterf ik,
In dodelijke pijn en eindeloze ellende.
De hele dag
De zon die mij laat stralen,
Doet me lijden door haar fronsen,
En voedt me met vertraging,
Haar glimlach is mijn lente, die mijn vreugde doet groeien.
Haar fronsen zijn de winters van mijn verdriet:
De hele nacht
Zijn mijn dromen vol van dromen,
Mijn ogen vol van stoom.
Mijn hart vindt geen vreugde.
Om de vruchten en vreugden te zien die sommigen vinden.
En merk op dat de stormen mij zijn toegewezen.
O, helaas,
Mijn geloof is altijd waar,
Toch zal zij nooit spijt hebben,
Of mij enige genade geven:
Haar ogen van vuur, haar hart van vuursteen.
Wie tranen of waarheid ooit kan binnendringen.
Zachte liefde
Trek je wondenpijl naar voren,
Je kunt haar hart niet doorboren;
Want ik die goedkeur,
Door zuchten en tranen die heter zijn dan jouw pijlen.
Heb geprobeerd terwijl zij voor triomf lacht.
Go crystal teares
Val neer, tranen van kristal, zoals een bui in de ochtend
Schrei zacht in de borst van uw vrouw
Zoals de dauw de verlepte bloemen weer laat opbloeien
Laat zo uw druppels nu maar vloeien
Om de gedachten van mijn kwelling te verhaasten
Die te diep slapen terwijl ik afscheid van haar neem
Bespoedig het rusteloze zuchten, en laat uw brandende adem
Het ijs van haar verstokte hart ontdooien
Dat hart, bevroren als de dood die doet vergeten,
Dat onberoerd blijft onder wat ik moet doorstaan,
Toch zucht en huil ik voor haar
Vanuit een zuiver hart en geduldige ogen
Now o now I needs must part
Nu, ja nu, moet ik vertrekken,
Ik zal vertrekken en in afwezigheid rouwen
Afscheid kan geen vreugde verschaffen
Vreugde vervlogen komt nooit meer weer
Zolang ik leef moet ik liefhebben,
Er is geen liefde als de hoop vervlogen is
Ten langen leste bewijst de wanhoop
Dat gescheiden liefde van niemand houdt
Droeve wanhoop drijft me hier vandaan
Deze wanhoop brengt wreedheid
Als dat afscheid een vergrijp is
Is zij het die ’t vergrijp heeft begaan
Liefste, als ik van u verwijderd ben
Is alle genot ineens vervlogen
Ik hou van u en alleen van u
Wier liefde ik ooit heb genoten
En ofschoon ik uit uw zicht verdwijn
Dat zicht dat me mijn genot verschaft
Tot de dood me van mijn zinnen berooft
Zal mijn genegenheid nooit verkwijnen
Droeve wanhoop drijft me hier vandaan
Deze wanhoop brengt wreedheid
Als dat afscheid een vergrijp is
Is zij het die ’t vergrijp heeft begaan
Sorrow stay
Droefheid, droefheid, blijf.
Verleen ware, berouwvolle tranen
aan een ellendig, verachtelijk wezen.
Weg van hier, wanhoop!
Maak mijn hart niet bang
met uw kwellende angsten.
Medelijden, help me! Nu of nooit,
bestem mij niet tot eindeloze pijn.
Helaas, ik ben veroordeeld,
geen hoop of hulp blijven over,
maar ik val naar beneden, beneden, beneden,
ik stort neer en nooit zal ik nog opstaan.
Flow my tears
Stroom, mijn tranen, val uit je bronnen!
Voor altijd verbannen, laat me rouwen;
Waar de zwarte vogel van de nacht haar treurige schande zingt,
Laat me daar verloren leven.
O, valse lichten, schijn niet meer!
Geen nachten zijn donker genoeg voor hen
Die in wanhoop hun verloren fortuin betreuren.
Licht onthult alleen maar schaamte.
Nooit mogen mijn zorgen verlicht worden
Aangezien medelijden is verdwenen
En tranen en zuchten en kreunen mijn vermoeide dagen
Van alle vreugde hebben beroofd.
Van de hoogste toren van tevredenheid
Is mijn fortuin geworpen;
En angst en verdriet en pijn voor mijn daden
Zijn mijn hoop, sinds hoop is verdwenen.
Hoor! jullie schaduwen die in duisternis wonen,
Leer het licht te verachten.
Gelukkig, gelukkig zijn zij die in de hel
De minachting van de wereld niet voelen.
Can she excuse
Kan zij mijn fouten vergeven met de mantel van deugd?
Zal ik haar goed noemen als ze onvriendelijk blijkt?
Zijn dat heldere vuren die in rook verdwijnen?
Moet ik de bladeren prijzen waar ik geen vrucht vind?
Nee nee: waar schaduwen voor lichamen staan,
Kun je misleid worden als je zicht zwak is.
Koude liefde is als woorden geschreven op zand,
Of als bellen die op het water drijven.
Zal je zo nog steeds misleid worden,
Wetende dat zij je nooit recht zal doen?
Als je haar wil niet kunt overwinnen,
Zal de liefde altijd vruchteloos zijn.
Was ik zo laag, dat ik niet kon streven
Naar die hoge vreugden die zij van mij houdt?
Zoals zij hoog zijn, zo hoog is mijn verlangen:
Als zij dit ontkent, wat kan er dan gegeven worden?
Als zij zich overgeeft aan wat redelijk is,
Is het de wil van de rede dat liefde rechtvaardig moet zijn.
Lieve, maak me gelukkig door dit te verlenen,
Of snijd de vertragingen af als ik moet sterven.
Beter duizend keer sterven,
Dan zo te leven, nog steeds gekweld:
Lieve, maar herinner je dat ik het was
Die voor jou stierf, strijdend.
If love’s a sweet passion
Als Liefde zo zoet smaakt,
waarom doet het dan pijn?
Als Liefde verdriet geeft,
waarom voelt het dan fijn?
Ik geniet van mijn lijden,
waarom klaag ik dan?
En treur om een lot
dat ik niet keren kan?
Maar die pijn is zo heerlijk,
zo zoet smaakt die smart
Ze steekt me van binnen
en kittelt mijn hart.
Ik druk haar zacht de hand,
kijk smachtend naar haar,
en door gepassioneerde stilte
maak ik mijn liefde openbaar.
En o, met hoeveel geluk
raak ik vervuld,
als zij zich opzettelijk verspreekt
en zo haar liefde onthult.
Als zij poogt die te verbergen
verraadt ze de hartstocht van haar,
en wat wij niet durven noemen,
vertellen onze ogen elkaar.
Strike the viol
Roer de snaren, pluk de luit,
sla de harp en blaas de fluit.
Zingt en eert uw meesteres,
met een schoon en vrolijk vers.
An evening Hymn
Nu, nu de zon haar licht heeft versluierd
En de wereld welterusten wenst,
Leg ik mijn lichaam te rusten op het zachte bed,
Maar waar moet ik mijn ziel te rusten leggen?
Beminde, beminde God, in uw eigenste armen,
Kan geborgenheid nog zoeter zijn!
Ga nu maar rusten, O ziel van mij!
Bezingt en looft de genade Gods
Die uw dagen langer maakt.
Halleluja!
O let me weep
O, laat me huilen, eeuwig huilen.
O, laat me eeuwig huilen!
Mijn ogen zullen de slaap niet meer welkom heten,
Ik zal me verbergen voor het aanschijn van de dag,
Ik zal mijn ziel zuchtend verjagen.
Hij is weg, zijn verlies beweend,
En nooit nog zie ik hem weer.
O, laat me huilen, eeuwig huilen!
Now the night is chased away
Nu de Nacht is verdreven,
Begroeten we allen de rijzende Zon
‘t Is een heuglijke, heuglijke Dag,
De Geboortedag van Koning Oberon.
Laat de Fluiten, de Klaroenen en de schelle Trompetten schallen,
En laat het Gekletter van ’t Hemelse Gewelf weerklinken
Ah Belinda
Belinda, ach, zwaar is het mij te moede.
Kan iemand ooit mijn pijn bevroeden?
Vrede en rust, zij zijn mij onbekend
Ik lijd totdat mijn lijden wordt herkend,
Maar wens toch niet dat enig mens het kent.
Thanks to these lonesome vales
Dankzij deze verlaten valleien,
Deze afgelegen heuvels en dalen,
Zo makkelijk te bejagen wild, zo machtig de jacht,
Kan Diana haar toevlucht nemen tot deze bossen.
When I am laid in earth
Belinda, geef mij steun nu ‘t duister mij omringt,
Laat mij toch rusten in uw schoot.
Of liever nog dat Dood mij binnendringt;
Mijn meest gewenste gast is nu de Dood.
Wanneer ik eenmaal in de aarde rust,
Moge het onrecht mij nu aangedaan
U niet voor altijd achtervolgen.
Gedenk mij, maar niet hoe ik ben heengegaan.
Lea Desandre
sopraan
Lea Desandre, Sängerin des Jahres bij Opus Klassik 2022 en winnares van de Prix de la Critique 2024, is een van de meest inspirerende talenten van haar generatie. Haar toneelspel en muzikaliteit openden de deuren naar prestigieuze internationale podia, waaronder Opéra national de Paris, Salzburg Festival, Festival van Aix-en-Provence en Sydney Opera House. Tot de hoogtepunten van de afgelopen jaren behoren haar vertolkingen van de rollen van Rosina in Il Barbiere di Siviglia (Rossini), Dido in Dido and Aeneas (Purcell) en Urbain in Les Huguenots (Meyerbeer). Haar liefde voor kamermuziek en de diversiteit van haar projecten maken van haar een veelgevraagde solist voor concerttournees over de hele wereld. Ze zong reeds onder leiding van Gustavo Dudamel, Sir John Eliot Gardiner, William Christie en vele anderen. Desandre volgde een zangopleiding in Venetië bij Sara Mingardo. In 2015 trad ze toe tot Le Jardin des Voix van William Christie en in 2016 tot de Académie du Festival d'Aix-en-Provence. Naast haar zangopleiding heeft Lea Desandre 12 jaar lang klassiek gedanst.
Thomas Dunfor
artistieke directie, luit
De Franse luitist Thomas Dunford studeerde aan het Conservatorium van Parijs en de Schola Cantorum in Bazel bij Hopkinson Smith. Verder nam hij deel aan masterclasses bij gevierde luitisten als Rolf Lislevand en Julian Bream. Dunford treedt wereldwijd op: van Carnegie Hall in New York tot de Philharmonieën van Parijs en Berlijn, ... Daarnaast vervoegt hij regelmatig tal van ensembles en orkesten, zoals de Academy of Ancient Music, Les Arts Florissants en Collegium Vocale Gent. In 2018 richtte Dunford het ensemble Jupiter op. Hij ontving talrijke onderscheidingen voor zijn soloalbums waaronder Suites de Bach (2018). In 2023 bracht hij Idylle uit met Lea Desandre.
Jupiter
Jupiter werd in 2018 opgericht door Thomas Dunford en ontstond uit de ontmoeting tussen Dunford en jonge, briljante musici van zijn generatie. Met grote vrijheid en energie vertolkt het ensemble een breed repertoire van Vivaldi tot Joaquin Rodrigo. Jupiter nam werk van Vivaldi en Händel op, evenals aria's uit Franse en Italiaanse opera's uit de 17e en 18e eeuw. In 2025 zet het ensemble zijn verkenning van het Engelse repertoire voort met een vierde cd, getiteld Songs of Passion, gewijd aan muziek van John Dowland en Henry Purcell.
viool
Louise Ayrton
Ruiqi Ren
altviool
Jérôme Van Waerbeke
viola da gamba
Josh Cheatham
contrabas
Ismaël Campanero
klavecimbel & orgel
Arnaud de Pasquale
De Frans-Italiaanse mezzosopraan Lea Desandre dartelt met flair tussen opera en liefdesliederen, en verlaat daarbij meer dan eens haar passie voor barokmuziek. Ze is steevast te vinden naast het ensemble Jupiter van haar partner Thomas Dunford. Bij Bozar krijgt haar veelzijdigheid voldoende speelruimte met vier concerten:
- 20 sept.’25 Purcell & Dowland met Jupiter
- 15 okt.’25 Händel. Theodora met Jupiter
- 13 mei’25 Opera Gala met BNO en Montague Rendall
- 13 juni’25 Chasing Rainbows met Jupiter
Wil je meer weten over Lea Desandre. Lees hier het interview met haar.
2 Okt.'25 - 20:00
Amandine Beyer & Gli Incogniti
Vivaldi. Four Seasons
15 Okt.'25 - 19:30
Lea Desandre & Jupiter Ensemble
Händel. Theodora
17 Dec.'25 - 19:30
Gli Angeli Genève
Handel. Messiah
19 Dec.'25 - 20:00
Cantoría
¡A la fiesta, zagales!
10 Jan.'26 - 19:30
Solomon's Knot
Handel. Israel in Egypt
5 Feb.'26 - 19:30
Il Giardino Armonico
Handel. Il Trionfo del Tempo e del Disinganno
26 Feb.'26 - 20:00
Graindelavoix
Beauty’s Abyss
25 Maa.'26 - 20:00
il Pomo d’Oro Choir & Orchestra
Bach. St John Passion
Bozar Maecenas
Monsieur Edouard Derom • Monsieur Patrick Derom • Monsieur et Madame Bertrand Ferrier • Barones Michèle Galle-Sioen • Baron Xavier Hufkens • Monsieur et Madame Laurent Legein • Madame Heike Müller • Monsieur et Madame Dominique Peninon • Monsieur et Madame Antoine Winckler • Monsieur et Madame Bernard Woronoff • Chevalier Godefroid de Wouters d'Oplinter
Bozar Honorary Patrons
Comte Etienne Davignon • Madame Léo Goldschmidt
Bozar Patrons
Monsieur et Madame Charles Adriaenssen • Madame Marie-Louise Angenent • Comtesse Laurence d'Aramon • Monsieur Jean-François Bellis • Baron et Baronne Berghmans • De heer Stefaan Bettens • Monsieur Philippe Bioul • Mevrouw Roger Blanpain-Bruggeman • Madame Laurette Blondeel • Comte et Comtesse Boël • Monsieur et Madame Thierry Bouckaert • Monsieur Thierry Boutemy • Madame Anny Cailloux • Madame Valérie Cardon de Lichtbuer • Madame Catherine Carniaux • Monsieur Jim Cloos et Madame Véronique Arnault • Mevrouw Chris Cooleman • Monsieur et Madame Denis Dalibot • Madame Bernard Darty • Monsieur Jimmy Davignon • De heer en mevrouw Philippe De Baere • Prince et Princesse de Chimay • De heer Frederic Depoortere en mevrouw Ingrid Rossi • Madame Louise Descamps • Madame Hélène Deslauriers • Monsieur Amand-Benoit D'Hondt • De heer Bernard Dubois • Mevrouw Sylvie Dubois • Madame Claudine Duvivier • Madame Dominique Eickhoff • Baron et Baronne William Frère • De heer Frederick Gordts • Baron et Baronne Pierre Gurdjian • De heer en mevrouw Philippe Haspeslagh - Van den Poel • Madame Susanne Hinrichs et Monsieur Peter Klein • Monsieur Jean-Pierre Hoa • Madame Bonno H. Hylkema • Madame Fernand Jacquet • Baron Edouard Janssen • Madame Elisabeth Jongen • Monsieur et Madame Jean-Louis Joris • Monsieur et Madame Adnan Kandyoti • Monsieur Sander Kashiva • Monsieur Sam Kestens • Monsieur et Madame Klaus Körner • Madame Marleen Lammerant • Monsieur Pierre Lebeau • Monsieur et Madame François Legein • Monsieur et Madame Charles-Henri Lehideux • Madame Gérald Leprince Jungbluth • Monsieur Xavier Letizia • Monsieur Bruno van Lierde • Madame Florence Lippens • Monsieur et Madame Clive Llewellyn • Monsieur et Madame Thierry Lorang • Madame Denise Louterman • Madame Olga Machiels-Osterrieth • De heer Peter Maenhout • De heer en mevrouw Jean-Pierre en Ine Mariën • De heer en mevrouw Frederic Martens • Monsieur Yves-Loïc Martin • Monsieur et Madame Dominique Mathieu-Defforey • De heer en mevrouw Frank Monstrey (urbion) • Madame Philippine de Montalembert • Madame Nelson • Monsieur Laurent Pampfer • Dr. Bram Peeters et Monsieur Lucas Van Molle • Madame Christine Perpette • Philippson • Monsieur Gérard Philippson • Comte et Comtesse Antoine de Pracomtal • Monsieur Bernard Respaut • Madame Fabienne Richard • Madame Elisabetta Righini et Monsieur Craig Finch • Monsieur et Madame Frédéric Samama • Monsieur Grégoire Schöller • Monsieur et Madame Philippe Schöller • Monsieur et Madame Hans C. Schwab • Monsieur et Madame Tommaso Setari • Monsieur et Madame Olivier Solanet • Monsieur Eric Speeckaert • Monsieur Jean-Charles Speeckaert • Vicomte Philippe de Spoelberch et Madame Daphné Lippitt • Madame Anne-Véronique Stainier • Monsieur Didier Staquet et Madame Lidia Zabinski • De heer Karl Stas • Monsieur et Madame Philippe Stoclet • Monsieur Nikolaus Tacke et Madame Astrid Cuylits • De heer en mevrouw Coen Teulings • Monsieur et Madame Philippe Tournay • De heer en mevrouw Koen en Anouk Van Balen-Stulens • Monsieur et Madame Xavier Van Campenhout • De heer Marc Vandecandelaere • De heer Alexander Vandenbergen • Mevrouw Barbara Van Der Wee en de heer Paul Lievevrouw • Monsieur Michel Van Huffel • De heer Koen Van Loo • De heer en mevrouw Anton Van Rossum • De heer Johan Van Wassenhove • Monsieur et Madame Michel Wajs-Goldschmidt • Monsieur et Madame Albert Wastiaux • Monsieur Luc Willame • Madame Danuta Zedzian • Monsieur et Madame Jacques Zucker
Bozar Circle
Monsieur et Madame Paul De Groote • Mevrouw Greet Puttaert • De heer Stefaan Sonck Thiebaut • De heer en mevrouw Remi en Evelyne Van Den Broeck
Bozar Young Circle
Monsieur Axel Böhlke et Madame Clara Huizink • Monsieur Matteo Cervi • Monsieur Rodolphe Dulait • Madame Ana Fota • Monsieur et Madame Melhan-Gam • De heer Koen Muyle • De heer Sander Muyle • Madame Audrey Noble • Madame Valeria Onofrj • Sir Gabriel Smit Pergolizzi • Monsieur Guillaume van Doorslaer et Madame Emily Defreyne
En onze Leden die anoniem wensen te blijven