Orchestre National de Lyon, Szeps-Znaider & Fischer
24 Apr.'25
- 20:00
Henry Le Boeufzaal

Felix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847)
Concerto voor viool en orkest, op. 64 (1838-1844)
I. Allegro molto appassionato
II. Andante – Allegretto non troppo
III. Allegro molto vivace
pauze
Anton Bruckner (1824-1896)
Symfonie nr. 7 (1881-1883, versie 1885, ed. Nowak 1954)
I. Allegro moderato
II. Adagio : Sehr feierlich und sehr langsam [Très solennel et très lent]
III. Scherzo : Sehr schnell [Très rapide] – Trio : Etwas langsamer [un peu plus lent] – Scherzo da capo
IV. Finale : Bewegt, doch nicht schnell [Animé, mais pas rapide]
Duur: ca. 120 min.
Mendelssohns sprookjeswereld
Het Concerto nr. 2 op. 64 is ongetwijfeld het bekendste van Mendelssohns twee vioolconcerti - het Eerste vioolconcerto was een jeugdwerk uit 1822 - en wellicht ook een van zijn meest geslaagde composities. De eerste plannen dateren uit 1838, maar Mendelssohn voltooide het werk pas in 1844, nadat het meermaals herwerkt en bijgeschaafd was. Opvallend zijn de schoonheid van de melodie en orkestrale kleuring, de originele vorm, de tederheid en geestigheid en de virtuositeit van de solopartij. Het Tweede vioolconcerto weerlegt, samen met het Strijkkwartet in f-klein, de vaak gehoorde kritiek dat Mendelssohns inspiratie op het einde van zijn leven opgebrand geraakte.
Hoewel er genoeg ruimte is voor de violist om virtuoos uit te halen, worden het solo-instrument en het orkest toch wonderlijk geïntegreerd. Voorbeelden hiervan zijn het eerste deel waarin de viool een begeleidende rol opneemt, alsook de bijna Mozartiaanse en heimelijke verstandhouding tussen viool en houtblazers in de finale. Al bij de tweede maat zet de viool het eerste thema in met een zacht orkest op de achtergrond. Net zoals het tweede thema is het gracieus opgevat en uiterst doorzichtig en verfijnd uitgewerkt. Het leidt naar een cadenza die een organisch geheel vormt met de kern van dit deel: briljante arpeggio's vormen een climax terwijl het orkest het openingsthema herneemt, als voorafschaduwing van de dwingende onstuimigheid in de slotpassage.
Een van de opmerkelijkste momenten uit het concerto is de overgang tussen het eerste en tweede deel. Op het slotakkoord in e-klein uit het Allegro volgt een solo van de fagot die eerst een b-groot aanhoudt, dan verglijdt naar c-groot, waarop de fluit, altviolen en eerste violen invallen. Het Andante op zich is echter qua vorm en expressie ongecompliceerd. Tussen het tweede en derde deel plaatst de componist enkele allegretto-maten die vaagweg doen denken aan het openingsthema. Dit deel wordt gedomineerd door een schalkse lichtheid en gratie, zit vol vloeiende figuren van de houtblazers en plechtig spottende fanfares: het is een van Mendelssohns laatste pogingen om een sprookjeswereld op te roepen, zoals hij zo graag deed in zijn jeugdwerken.
Naar Richard Wigmore
Bruckners Wagner-adoratie
Samen met de Derde symfonie is de Zevende symfonie van Bruckner het werk waarin deze controversiële Oostenrijkse componist zijn bewondering voor Richard Wagner het duidelijkst heeft laten blijken. Met name het tweede deel van deze symfonie, een - in vergelijking met de andere delen uitzonderlijk, om niet te zeggen disproportioneel lang - Adagio, is een rechtstreekse huldeblijk aan Wagner. Bruckner begon het namelijk te componeren in het begin van 1883, drie weken vóór Wagners overlijden, en schreef hierover in een brief aan de dirigent Felix Mottl: “Op een dag kwam ik thuis en was ik zeer bedrukt; ik besefte dat de Meester (Wagner) niet lang meer zou leven, en toen viel mij het Adagio in cis te binnen.”
Of Bruckners bekentenis aan Mottl waarheidsgetrouw is dan wel een typisch voorbeeld van de romantische gewoonte om feiten aan de hand van post-factum informatie gewichtiger en interessanter te laten lijken dan ze in oorsprong waren, doet weinig ter zake; een feit is dat Bruckner in dit Adagio voor het eerst in zijn oeuvre gebruik gemaakt heeft van een kwartet Wagner-tuba’s, en dat de plechtstatige sfeer, het koloriet en de trage ontwikkeling van het Adagio ten zeerste verwant zijn aan Wagners opera Parsifal, waarvan Bruckner één jaar eerder de wereldpremière te Bayreuth had meegemaakt. Vooral in de coda van het deel benadert Bruckner zeer sterk de sfeer van de Parsifal-muziek, en het is dan ook niet verwonderlijk dat Bruckner de mysterieuze, duistere passages voor de hoorns en de Wagner-tuba’s - die hij componeerde nadat hij Wagners overlijden vernomen had - omschreven heeft als de “Trauermusik zum Andenken an den Hochseligen, heissgeliebten, unsterblichen Meister”. Een verder eerbetoon aan Wagner is het feit dat het hoogtepunt van het Adagio in de partituur gemarkeerd wordt door de letter ‘W’ en dat bovendien op deze plaats een bekkenslag gecomponeerd werd (waarvan de authenticiteit evenwel nog steeds wordt betwist). Tenslotte bevat de symfonie ook nog een onrechtstreeks huldebetoon; het werk is namelijk opgedragen aan Koning Ludwig II van Beieren, de vorst die, tot groot misnoegen van zijn minister-president Bismarck, fortuinen en fortuinen spendeerde aan het mecenaat voor Richard Wagner.
Hoe intens en oprecht Bruckners quasi-idolate Wagner-verering ook geweest moge zijn, jammer genoeg heeft zij er aanleiding toe gegeven dat zijn muziek, ook in de 20e eeuw, vaak zeer Wagneriaans geïnterpreteerd wordt. Nochtans zijn Bruckners werken in essentie zeer verschillend van die van Wagner, al was het maar omwille van het feit dat Bruckner geen operacomponist, maar wel een symfonicus was. Bruckner componeerde met andere woorden vanuit een vormbegrip dat zeer verschillend was van dat van Wagner; daarom zijn de composities van Bruckner en Wagner qua monumentaliteit weliswaar vergelijkbaar, doch qua interne constructie veel minder.
Als symfonicus sluit Bruckner trouwens ondubbelzinnig aan bij de klassieke en romantische symfonische traditie, waarin niet met “Leitmotive” en “Unendliche Melodien” gecomponeerd werd, maar wel met hoofd- en neventhema’s, met exposities en reëxposities, met sonatevormen en scherzi, met doorwerkingen en coda’s. Toch kan Bruckner evenmin beschouwd worden als een componist die alleen maar de draad van de symfonische traditie weer opgenomen en verder uitgesponnen heeft. Integendeel, zijn bijdrage tot het symfonisch genre is hoogst origineel, daar hij namelijk een compositiewijze heeft uitgewerkt waarin het muzikale materiaal niet op een continue, intern logische wijze ontwikkeld wordt (zoals bijvoorbeeld bij Beethoven en Brahms), maar waarin veeleer statische, “monolithische” blokken naast elkaar worden geplaatst waarmee geleidelijk doch gestaag naar een climax wordt toegewerkt. Deze eigenzinnige compositietechniek verklaart voor een groot deel waarom Bruckners symfonieën, zowel vroeger als nu, vaak als eerder ontoegankelijk worden ervaren. Het is dan ook geenszins verwonderlijk dat Bruckners Zevende symfonie, die in feite de minst statisch-monolithisch van al zijn symfonieën is, ook diegene is die Bruckners internationale doorbraak in 1883 bewerkstelligd heeft.
Alle vooroordelen ten aanzien van Bruckner ten spijt is het onwaardig en irrelevant om de Zevende symfonie te verslijten als “tegennatuurlijke, opgeblazen, morbide of kwaadaardige dronkemansmuziek”, zoals sommige eigentijdse muziekcritici al te gretig deden; evenmin heeft het zin om Bruckner te honoreren als “de enige componist die met Beethoven kan wedijveren”, zoals Wagner gedaan zou hebben. In ieder geval echter is Bruckner een componist die werken gecomponeerd heeft die het verdienen om van de oppervlakkige clichécultuur te worden bevrijd. Iedere bewuste beluistering kan daartoe een bijdrage zijn.
Pieter Bergé
Orchestre National de Lyon
Als opvolger van de Société des Grands Concerts de Lyon, opgericht in 1905 door Georges Martin Witkowski, werd het Orchestre National de Lyon (ONL) een vaste waarde in 1969, onder impuls van Robert Proton de la Chapelle, gedeputeerde voor cultuur van de stad Lyon.
Na Louis Frémaux (1969-1971) waren de muzikale leiders Serge Baudo (1971-1987), Emmanuel Krivine (1987-2000), David Robertson (2000-2004), Jun Märkl (2005-2011) en Leonard Slatkin (2011-2017), nu eremuziekdirecteur. Het ONL heeft het voorrecht om te repeteren en op te treden in het Auditorium van Lyon.
Als erkend vertolker van Ravel, Debussy en Berlioz verkent het ONL een eclectisch repertoire, van de 18e eeuw tot nu. Het geeft regelmatig opdrachten aan hedendaagse componisten zoals Kaija Saariaho, Thierry Escaich, Guillaume Connesson, Brett Dean en Camille Pépin, aan wie het onlangs een cd heeft gewijd, en Grégoire Rolland, componist in residentie voor de seizoenen 2024/2025 en 2025/2026. De rijkdom van zijn repertoire wordt weerspiegeld in een uitgebreide discografie, uitgegeven door Naxos. Aux étoiles (Bru Zane Label, oktober 2023) brengt bekende en onbekende symfonische gedichten uit het Franse repertoire samen en oogst veel lof. In november 2024 verscheen een cd met Richard Strauss' Don Quichot en Jacques Iberts Le Chevalier errant, de eerste in een reeks cd's uitgegeven door Chandos.
Als pionier op het gebied van filmconcerten, of het nu gaat om grote saga's zoals The Lord of the Rings en Star Wars of meesterwerken van de stille cinema, heeft de ONL zich op briljante wijze onderscheiden. Het nam de soundtrack op van de film Kaamelott - Premier Volet van Alexandre Astier en begeleidt de elektronische artiest Rone op diens album L(oo)ping, live opgenomen in het Auditorium van Lyon.
Het ONL is betrokken bij educatieve en outreachactiviteiten, in het bijzonder met een sterk prijsbeleid voor een jonger publiek, ambitieuze projecten voor scholen en gezinnen, en een centrum waar het hele jaar door geluidworkshops worden gehouden, de Espace découverte. In 2017/2018 lanceerde het Auditorium-Orchestre national de Lyon het Démos-project (programma voor sociale muziek en orkesteducatie) in de metropool Lyon. In 2021/2022 gaat een nieuwe driejarige cyclus van start met twee nieuwe orkesten die 160 kinderen samenbrengen.
Naast de concerten die het in het Auditorium geeft, treedt het ONL op in de grootste concertzalen ter wereld. Het was het eerste Europese symfonieorkest dat in 1979 in China optrad, en heeft de afgelopen jaren in de grote steden van Duitsland, Spanje, China en Rusland gespeeld.
In maart 2022 is het Auditorium-Orchestre national de Lyon toegetreden tot het prestigieuze ECHO-netwerk (European Concert Hall Organisation), dat meer dan twintig grote concertzalen uit 13 Europese landen samenbrengt om ideeën en gezamenlijke initiatieven uit te wisselen over belangrijke kwesties in de muzieksector.
Het Orchestre national de Lyon is een instelling van de stad Lyon, gesubsidieerd door de staat.
Nikolaj Szeps-Znaider
dirigent
Na een voorbereidend seizoen in 2019/2020 waarin hij het openingsconcert dirigeerde en een tournee langs de belangrijkste steden van Rusland (februari 2020), werd de Deen Nikolaj Szeps-Znaider in september 2020 de zevende Music Director van het Orchestre national de Lyon (ONL). Twee jaar later werd zijn initiële mandaat van vier jaar met nog eens drie jaar verlengd, tot juni 2027.
Nikolaj Szeps-Znaiders benoeming tot dirigent van het ONL is een mijlpaal in zijn toonaangevende carrière. Naast de nauwe banden die hij met het London Symphony Orchestra heeft opgebouwd, is Nikolaj Szeps-Znaider een regelmatige gast bij grote wereldorkesten als het Chicago Symphony Orchestra, het Cleveland Orchestra, het New York Philharmonic Orchestra, de Dresden Staatskapelle, het Orchestre symphonique de Montréal, het Bamberg Symphony Orchestra en het Royal Stockholm Philharmonic Orchestra. Hij maakt ook naam op het operapodium. Na het daverende succes van zijn debuut in De Toverfluit in de Dresden Semperoper werd hij onmiddellijk teruggevraagd in De Rozenridder. In 2020/2021 maakte hij zijn debuut in het Koninklijk Deens Theater in een nieuwe productie van De Toverfluit.
Nikolaj Szeps-Znaider is ook een van de meest vooraanstaande violisten van onze tijd en heeft een druk schema van solo- en recitaloptredens. Hij heeft de grootste concerti van het repertoire opgenomen met dirigenten als Valery Gergiev, Zubin Mehta, Mariss Jansons, Riccardo Chailly, Colin Davis en Alan Gilbert. Hij heeft ook de complete werken voor viool en piano van Brahms opgenomen met Yefim Bronfman en de complete concerti van Mozart met het London Symphony Orchestra, die hij vanaf de viool dirigeerde - waarbij het tijdschrift The Strad hem bejubelde als “misschien wel een van de beste dirigenten ter wereld”.
Julia Fischer
viool
Julia Fischer, een van 's werelds grootste violisten, is een veelzijdig musicus die ook bekend staat als concertpianist, kamermusicus en docent. Geboren in München uit Duits-Slowaakse ouders, kreeg Julia haar eerste vioollessen op 3-jarige leeftijd en haar eerste pianolessen kort daarna van haar moeder Viera Fischer. Op 9-jarige leeftijd begon ze te studeren bij de beroemde viooldocente Ana Chumachenco. Nadat ze in 1995 de eerste prijs won op de Yehudi Menuhin International Competition, trad ze op met de meest vooraanstaande orkesten ter wereld en werkte ze samen met gerenommeerde dirigenten.
Tijdens het seizoen 2023/2024 ondernam Julia Fischer verschillende Europese tournees, waaronder twee met de Academy of St Martin in the Fields, die ze vanaf de viool dirigeerde, een met het Royal Philharmonic Orchestra in Londen met Vasily Petrenko, een in recital met Yulianna Avdeeva en een met het Julia Fischer Quartet. Ze was in residentie in Praag, waar ze speelde in een kamerensemble met leden van de Tsjechische Philharmonie. In februari 2024 keerde ze terug om te spelen met het San Francisco Symphony Orchestra, en in maart gaf ze de wereldpremière van Daniel Kidane's Vioolconcert met het London Philharmonic Orchestra onder leiding van Edward Gardner.
In 2010 richtte Julia Fischer het Julia Fischer Quartet op met violist Alexander Sitkovetsky, altviolist Nils Mönkemeyer en cellist Benjamin Nyffenegger. Met dit ensemble heeft ze uitgebreide tournees gemaakt. In de loop van haar artistieke carrière heeft Julia Fischer een aantal veelgeprezen en bekroonde cd- en dvd-opnames uitgebracht. In 2017 lanceerde ze haar eigen muziekplatform, de JF CLUB, met exclusieve audio- en videobeelden, previews van haar opnames en een overzicht van haar muzikale nieuws.
Ze bespeelt een viool van Giovanni Battista Guadagnini (1742) en een instrument van Philipp Augustin (2018).
Bozar Maecenas
Monsieur et Madame Bertrand Ferrier • Barones Michèle Galle-Sioen • Monsieur et Madame Laurent Legein • Madame Heike Müller • Monsieur et Madame Dominique Peninon • Monsieur et Madame Antoine Winckler • Chevalier Godefroid de Wouters d'Oplinter • Bozar Honorary Patrons • Comte Etienne Davignon • Madame Léo Goldschmidt
Bozar Patrons
Monsieur et Madame Charles Adriaenssen • Madame Marie-Louise Angenent • Comtesse Laurence d'Aramon • Monsieur Jean-François Bellis • Baron et Baronne Berghmans • De heer Stefaan Bettens • Monsieur Philippe Bioul • Mevrouw Roger Blanpain-Bruggeman • Madame Laurette Blondeel • Comte et Comtesse Boël • Monsieur et Madame Thierry Bouckaert • Monsieur Thierry Boutemy • Madame Anny Cailloux • Madame Valérie Cardon de Lichtbuer • Madame Catherine Carniaux • Madame Paloma Castro Martinez de Tejada • Prince et Princesse de Chimay • Monsieur Jim Cloos et Madame Véronique Arnault • Mevrouw Chris Cooleman • Monsieur et Madame Jean Courtin • Monsieur et Madame Denis Dalibot • Madame Bernard Darty • Monsieur Jimmy Davignon • De heer en mevrouw Philippe De Baere • Monsieur Nicolas De Coster et Madame Stéphanie Donnez • De heer Frederic Depoortere en mevrouw Ingrid Rossi • Monsieur Edouard Derom • Monsieur Patrick Derom • Madame Louise Descamps • Monsieur Amand-Benoit D'Hondt • De heer Bernard Dubois • Mevrouw Sylvie Dubois • Madame Claudine Duvivier • Madame Dominique Eickhoff • Baron et Baronne William Frère • De heer Frederick Gordts • Baron et Baronne Pierre Gurdjian • De heer en mevrouw Philippe en Martine Haspeslagh - Van den Poel • Madame Susanne Hinrichs et Monsieur Peter Klein • Monsieur Jean-Pierre Hoa • De heer Xavier Hufkens • Madame Bonno H. Hylkema • Madame Fernand Jacquet • Baron Edouard Janssen • Madame Elisabeth Jongen • Monsieur et Madame Jean-Louis Joris • Monsieur et Madame Adnan Kandyoti • Monsieur Sander Kashiva • Monsieur Sam Kestens • Monsieur et Madame Klaus Körner • Madame Marleen Lammerant • Monsieur Pierre Lebeau • Monsieur et Madame François Legein • Monsieur et Madame Charles-Henri Lehideux • Madame Gérald Leprince Jungbluth • Monsieur Xavier Letizia • Monsieur Bruno van Lierde • Monsieur et Madame Clive Llewellyn • Monsieur et Madame Thierry Lorang • Madame Olga Machiels-Osterrieth • De heer Peter Maenhout • De heer en mevrouw Jean-Pierre en Ine Mariën • De heer en mevrouw Frederic Martens • Monsieur Yves-Loïc Martin • Monsieur et Madame Dominique Mathieu-Defforey • De heer en mevrouw Frank Monstrey (urbion) • Madame Philippine de Montalembert • Madame Nelson • Monsieur Laurent Pampfer • Famille Philippson • Monsieur Gérard Philippson • Madame Lucia Recalde Langarica • Monsieur Bernard Respaut • De heer en mevrouw Guy en Martine Reyniers • Madame Fabienne Richard • Madame Elisabetta Righini et Monsieur Craig Finch • Monsieur et Madame Frédéric Samama • Monsieur Grégoire Schöller • Monsieur et Madame Philippe Schöller • Monsieur et Madame Hans C. Schwab • Monsieur et Madame Tommaso Setari • Monsieur et Madame Olivier Solanet • Monsieur Eric Speeckaert • Monsieur Jean-Charles Speeckaert • Vicomte Philippe de Spoelberch et Madame Daphné Lippitt • Madame Anne-Véronique Stainier • Monsieur Didier Staquet et Madame Lidia Zabinski • De heer Karl Stas • Monsieur et Madame Philippe Stoclet • Monsieur Nikolaus Tacke et Madame Astrid Cuylits • De heer en mevrouw Coen Teulings • Monsieur et Madame Philippe Tournay • Monsieur Jean-Christophe Troussel • Dr. Philippe Uytterhaegen • Monsieur et Madame Xavier Van Campenhout • De heer Marc Vandecandelaere • De heer Alexander Vandenbergen •Mevrouw Barbara Van Der Wee en de heer Paul Lievevrouw • De heer Koen Van Loo • De heer en mevrouw Anton Van Rossum • De heer Johan Van Wassenhove • Monsieur et Madame Michel Wajs-Golschmidt • Monsieur et Madame Albert Wastiaux • Monsieur Luc Willame • Monsieur et Madame Bernard Woronoff • Madame Danuta Zedzian • Monsieur et Madame Jacques Zucker
Bozar Circle
Monsieur et Madame Paul De Groote • Mevrouw Greet Puttaert • De heer Stefaan Sonck Thiebaut • Madame France Soubeyran • De heer en mevrouw Remi en Evelyne Van Den Broeck
Bozar Young Circle
Monsieur Axel Böhlke et Madame Clara Huizink • Monsieur Matteo Cervi • Monsieur Laurent Coulie et Madame Cory Zhang • Monsieur Rodolphe Dulait • Madame Ana Fota • Monsieur et Madame Melhan-Gam • De heer Koen Muylle • De heer Sander Muylle • Madame Audrey Noble • Madame Valéria Onofrj • Dr. Bram Peeters • Monsieur Guillaume van Doorslaer et Madame Emily Defreyne