Gepubliceerd op - Luc Vermeulen

Bruggen naar de toekomst

Ontmoeting met Anthony Romaniuk

Op zijn eerste soloalbum, Bells, wijdde Anthony Romaniuk zich aan gedurfde onderwerpen en experimenten, en daar oogstte hij veel bijval mee. Voor deze volgende etappe omringt hij zich met creatieve muzikanten die net als hij graag aan de slag gaan met heel uiteenlopende genres en stijlen. Tijdens dit concert brengen ze barok, hedendaagse en klassieke muziek en vermengen die met improvisatie, elektronische muziek en zelfs Ierse folk. Bereid je voor op een aparte ervaring. Onze pianist licht een tipje van de sluier op over zijn onbevooroordeelde en verfrissende benadering van het – geijkte – repertoire.

Men bestempelt je als een ‘eclectisch artiest’. Waar komt deze openheid van geest vandaan?

Ik denk dat het komt door mijn culturele achtergrond. Ik ben een Australiër met sterke Europese roots – mijn vader is in Roemenië geboren. De Australische cultuur is relatief nieuw en berust op fenomenen als immigratie en assimilatie, en dat maakt dat ze ongebonden is. Ik zie mezelf als volgt: zonder echte grenzen en met een zekere afstand tot de traditie. In de Verenigde Staten, waar ik later heb gewoond, heb ik iets gelijkaardigs ervaren. Uiteindelijk belandde ik in Europa, waar alles prachtig georganiseerd is en iedereen wordt aangemoedigd om zich te specialiseren. Maar ik ben eerder een generalist!

 

Je hebt nochtans gemusiceerd met zeer gespecialiseerde ensembles van oude muziek.

Tijdens mijn studies en in het begin van mijn carrière heb ik moeten leren om me te specialiseren. Ik heb eerst bepaalde genres van binnenuit moeten begrijpen alvorens ze in mijn eigen mix te kunnen integreren. Het is pas recentelijk dat ik alle mogelijkheden die zich voordeden, echt heb omarmd.

 

Zit deze niet-conventionele geest in je DNA?

Ik denk dat dat minder te maken heeft met mijn persoonlijkheid dan met mijn artistieke visie. In het dagelijks leven ben ik een gedisciplineerde persoon: ik let op mijn eten, ik ben vegan, ik doe aan yoga en meditatie, ik ga vroeg slapen, ik drink geen alcohol, ik rook niet en gebruik geen drugs… Ik ben dus eerder strikt. Maar muziek beschouw ik als een speeltuin waar ik vrij en veilig mag experimenteren.

Deze vrijheid lijkt volledig natuurlijk. Eigenlijk is het niet vreemd om bij je ontbijt naar Mozart te luisteren, ’s middags naar James Blake en ’s avonds naar Nick Drake…

Ik ben het daarmee eens. Ik denk dat we vandaag meer dan ooit gewoon zijn om te kunnen kiezen tussen zeer diverse muziek. Ik vind deze gefragmenteerde wijze waarop we naar muziek luisteren en haar consumeren, bijzonder interessant. Dat is de reden waarom ik blij ben wanneer ik verschillende esthetische werelden op het podium bij elkaar kan brengen en die kan uitvoeren met muzikanten die qua aanpak al even eclectisch zijn.

 

Vertel ons over je collega’s.

We voelen ons allemaal thuis in de oude muziek. Liam, Anna en ikzelf spelen op historische instrumenten, maar we hebben alle drie een achtergrond die uitgebreider is. Liam is zeer beslagen in hedendaagse muziek – iets wat mij erg interesseert! Anna speelt vaak traditionele muziek. Persoonlijk zie ik er geen graten in om al deze muziekgenres met elkaar te combineren. We benaderen barokmuziek met een goede kennis van dit genre, en doen hetzelfde met hedendaagse muziek.

 

Kun je wat meer uitleg geven?

De beweging van de historisch geïnformeerde muziekpraktijk zou zich niet tot de oude muziek moeten beperken. Deze zienswijze biedt ons de kans om, na de context van een werk te hebben verkend en de partituren en bronnen op een objectieve manier te hebben bekeken, bepaalde praktijken al dan niet te aanvaarden. Zo mag ik er bijvoorbeeld voor kiezen om een bepaald stuk dat voor klavecimbel is geschreven, op piano of op een ander instrument uit te voeren, mét kennis van zaken.

 

Welke instrumenten bespeel je bij Bozar?

Ik zal spelen op een moderne piano en een klavecimbel… Ik ben ook blij dat ik mijn Prophet Rev2 kan meebrengen, een prachtige polyfone synthesizer.

© sightways

Wat staat er op het programma?

Ik heb mijn programma opgevat als een kunstgalerij waarvan ik de curator ben. Ik selecteer een aantal schilderijen uit verschillende periodes en breng die op een interessante manier samen. Ik kan er ook mijn eigen werken aan toevoegen, de belichting bepalen en zo een verhaal vertellen. Al deze individuele werken zijn dus samengebracht in één creatieve handeling die je als een ‘knutselwerk’ zou kunnen beschouwen.

 

Hoe is het opgebouwd?

Het programma telt drie delen. We beginnen met een kort moment van barokmuziek, met de bedoeling onszelf op ons gemak te stellen op het podium. Dan speelt Anna traditionele Ierse muziek en improviseren we. Daarna ga ik aan de piano zitten voor het moderne deel, met muziek van Crumb, Adams, Messiaen – en Beethoven. Wanneer ik vervolgens plaatsneem achter de synthesizer geraakt alles door elkaar en wordt het turbulenter, wat bijzonder fijn is. Uiteindelijk keren we terug naar de oude muziek, maar met werken die gearrangeerd zijn, zoals Bachs Die Kunst der Fuge, waar de originele polyfonie wordt aangevuld met andere stemmen.

 

Hoe weet je eenheid te creëren in een programma dat zo veelzijdig is?

Om de stukken met elkaar te verbinden, improviseren we. Vandaar de titel van het concert, Bridges, verwijzend naar de bruggen die we slaan tussen werken onderling en tussen genres. Het laat ons toe stiltes te vermijden, want door te applaudisseren tussen de stukken verdwijnt de magie enigszins…

Hoe improviseren jullie?

Het is geen pure improvisatie. Het is eerder de bedoeling elkaar vrij te laten kiezen. We zetten onszelf aan om risico’s te nemen. De meeste improvisaties speel ik samen met Liam, en ook met Anna. Elfa is nieuw in dit project, en dus wil ik niet te veel van haar vragen. We zullen met z’n tweeën een sonate van Beethoven spelen. Ik ben benieuwd hoe onze vrijheid in deze vertolking zal werken!

 

Wat denk je van het onderwijs van de klassieke muziek?

Dat is muziek die in conservatoria wordt onderwezen. Het is interessant te beseffen dat het in deze instellingen gaat om het conserveren. Ik denk dat we dit stadium achter ons hebben gelaten. De canon bestaat en wordt bewaard – prima! Maar nu is de tijd gekomen dat musici zeggen: laten we minder devoot zijn in onze relatie tot muziek.

 

Ben je een optimist?

Ik zie mezelf eerder als een realist. Ik vind het belangrijk om te observeren wat werkelijk bestaat en daarnaar te handelen, zonder utopische ideeën te koesteren. Op maatschappelijk vlak houdt dit in dat ik probeer om mijn voetafdruk op deze planeet zoveel mogelijk te verkleinen en op zoek ga naar wat fundamenteel is. Misschien is het voor onze toekomst wenselijk om niet hopeloos vast te houden aan het verleden, maar eerder een evenwicht te vinden tussen traditie en innovatie en daarbij te zien wat we kunnen behouden en wat we beter achter ons laten.

 

Vertaling door Xavier Verbeke

Anthony Romaniuk
© Julia Wesely