Lev Sivkov & János Palojtay

Gepubliceerd op

Een fantastisch duo

Ontmoeting met Lev Sivkov en János Palojtay

Voor de 25e editie van Bozar Next Generation, hebben Jean-Guihen Queyras en Alexandre Tharaud gekozen voor Lev Sivkov en János Palojtay. Sivkov is solocellist bij de Opera van Zürich, terwijl Palojtay al eerder in Bozar optrad voor Building Bridges, het project van András Schiff. Kom deze zondagochtend kennismaken met dit fantastische duo.

Dit artikel kadert in

Bozar Next Generation: 25 jaar

Hoe vind je het om bij Bozar op te treden?

Lev Sivkov: Het is een groot plezier. Ik voel me vereerd, gevleid en vol verantwoordelijkheid.

János Palojtay: Ik speelde al een keer bij Bozar in 2018 als onderdeel van Building Bridges. András Schiff selecteert elk jaar 3 pianisten over de hele wereld. Dit gaf mij de prachtige gelegenheid om een solo-optreden te geven bij Bozar. Ik bewaar heel mooie herinneringen aan dit concert. Ik kijk er erg naar uit om terug te keren naar die prachtige zaal. 

Vier componisten staan op jullie programma: Kodály, Grieg, Chausson en Schumann. Welk verhaal wil je ons vertellen?

JP: Ik ken Lev al heel lang. Hij is altijd op zoek naar nieuw repertoire, en vindt verrassende muziekstukken die bijna niemand speelt. We wilden natuurlijk ook stukken spelen die misschien meer bekend zijn bij het publiek. Grieg en Schumann vormen op een bepaalde manier een duo: ze hebben beide in Leipzig gestudeerd. Schumann had invloed op Grieg en beide stukken staan in de tonaliteit A – ze beginnen in mineur en eindigen in majeur.

Kodály en Chausson vormen in het midden van het programma ook een duo: men ziet ze bijna nooit geprogrammeerd in concertzalen. Er liggen slechts twaalf jaar tussen de productie van deze twee stukken. Beiden experimenteren met nieuwe harmonieën onder de invloed van de romantiek, maar zoeken duidelijk naar nieuwe uitdrukkingswijzen.

LS: Ik ben erg onder de indruk van het cellostuk van Ernest Chausson, dat maar weinig luisteraars lijken te kennen. Dus ik probeer deze prachtige muziek vaker te spelen. Bovendien wil ik de kans niet missen om Zoltán Kodály te spelen met Mr. Palojtay, die hij voortreffelijk speelt! Naar mijn mening komen de volksmotieven van Kodály heel goed overeen met Griegs opvattingen over componeren. Noorse volksmelodieën waren altijd een bron van inspiratie voor Grieg tijdens het creëren van melodieën. Daarentegen gaan Chaussons lyriek en lange melodische lijnen goed samen met de romantiek en nostalgie van Schumanns Fantasiestücken.

Heb je een favoriet klassiek werk?

JP: Nee, ik heb er meerdere. Ik denk dat als je 30 jaar lang elke dag in je tuin werkt, je geen favoriete bloem of boom hebt. Je hebt met elke bloem een hechte maar verschillende band.

LS: Ik hou in het algemeen van muziek, maar ik wil graag de Symfonie nr. 4 van Carl Nielsen vermelden.

 

Hoe voelt het om door Jean-Guihen Queyras en Alexandre Tharaud uitgekozen te worden voor dit Bozar Next Generation concert?

LS: Ik ben een grote fan van het duo Jean-Guihen Queyras en Alexandre Tharaud. Hun interpretatie van Poulencs cellosonate is prachtig. Ik ben erg dankbaar dat zij ons de kans hebben gegeven om op te treden.

JP: Het voelt natuurlijk goed. Toen we werden begeleid door Jean-Guihen Queyras, was het nog beter. Het was ook duidelijk dat hij van onze muziek genoot. We kunnen nog veel leren van deze geweldige muzikant.

Wat is jouw grootste droom?

JP: Ik zou willen dat klassieke muziekconcerten minder ceremonieel zouden zijn en we een vorm van optreden konden vinden die de afstand tussen artiesten en publiek verkleint. Zodat ze met elkaar kunnen praten. Kleren en allerlei uiterlijke aspecten zouden minder belangrijk zijn en er zou ruimte zijn voor concentratie en echt luisteren. Het maakt mij niet uit of dit in de Carnegie Hall gebeurt of in een klein dorp waar dan ook ter wereld.

LS: Ik werk al meer dan vijf jaar in het Opernhaus Zürich als de voornaamste cellist. Mijn droom zou zijn om daar alle opera's van Richard Strauss te spelen. Ik denk dat het niet haalbaar is.