Gepubliceerd op - Guillaume De Grieve

Samenwerking als ordewoord. Fragiliteit als waakvlam.

Interview

Met hun eerste gezamenlijk seizoen achter de rug kijken Bozar muziekdirecteurs Jeroen Vanacker en Aurore Aubouin vooral vooruit, samen met Bob Permentier, intendant van het Belgian National Orchestra. Ze delen een nieuwsgierigheid naar een breder publiek, de nood aan bijzondere concertervaringen en een 360° blik op muziek.

Jeroen en Aurore, vorig seizoen spraken jullie de wens uit om transmuzikaal te zijn. Op welk manier komt die wens in ’25-’26 tot uiting?    

Jeroen Vanacker: Voorbeelden van hoe we diverse muziekgenres met elkaar in dialoog brengen zijn enerzijds onze festivals. We lanceren het percussiefestival Beats & Pieces waarbij we heel ver gaan in het combineren van klassieke muziek met global, jazz en elektronische muziek. Tijdens het componistenfestival rond Bartok zoeken we dan weer de dialoog met folk én dans op.". We kijken 360° rond om te zien wat we allemaal in verband kunnen brengen met elkaar. Ook al herken je maar één naam op de affiche, we nodigen je uit om net als op een zomerfestival, waar je ook niet alles kent, nieuwe dingen te ontdekken. Er zijn zelfs uitstappen naar andere disciplines. 

Aurore Aubouin: Als we het over verschillende kunstvormen hebben, is het heel belangrijk voor ons om met ons orkest in residentie Belgian National Orchestra (BNO) samen te werken in een sfeer van co-creatie. Een goed voorbeeld is het project met rapper Scylla voor wie de muzikanten van het BNO de arrangementen zullen componeren.

Het is dus niet toevallig dat we dit interview met drie doen? 

Bob Permentier: Het wordt een belangrijk seizoen voor het BNO omdat we opnieuw gaan ‘landen’ op de site. We krijgen een eigen repetitiezaal recht tegenover het Paleis voor Schone Kunsten en bovendien gaan we meer samenwerken met Bozar in de programmatie van het orkest. We delen de nieuwsgierigheid naar transmuzikaliteit en overleggen hier tweewekelijks voor. Het huisorkest hoort thuis in de totale werking van het huis.  

Vanacker: We hebben bij wijze van spreken eens diep in elkaars ogen gekeken. De uitdagingen die er liggen, gaan we samen aanpakken. Ik denk dat je nauwelijks een thema of festival zal vinden bij Bozar waarbij het BNO ontbreekt. 

Ik denk dat je nauwelijks een thema of festival zal vinden bij Bozar waarbij het BNO ontbreekt.
- Jeroen Vanacker

Welke gezamenlijke uitdagingen staan er voor de deur? 

Permentier: We zijn ervan overtuigd dat er een breder publiek te vinden is van muziekmelomanen dat momenteel wegblijft van de klassieke concertbeleving. We moeten soms in kruisbestuiving van genres durven te gaan om op hun terrein te komen en hun vertrouwen te winnen.  

Vanacker: Dat is inderdaad een manier om een nieuw publiek aan te trekken, maar we zetten vanaf volgend seizoen ook samen in op educatie. Het is een ouderwets woord, maar het blijft wel essentieel. Symphonic Date is een nieuw concept met het BNO en Thomas Vanderveken en heeft als doel om diepgaand te focussen op één meesterwerk. We beginnen daarvoor met een inspirerende en interactieve inleiding.  

Permentier: Voor een groot deel vertrekken we nog steeds vanuit het klassieke repertoire: wat zijn de traditionele cycli? De grote werken? In een kleiner deel gaan we de fragiliteit opzoeken. Uit fragiliteit kan energie, enthousiasme en motivatie ontstaan. Dat wil ik ook in het orkest brengen; nieuwsgierigheid aanwakkeren. Het belangrijkste hiervoor is zeggen “dit mag mislukken.” Dan stel je de mensen gerust. Het mislukt daarom niet hoor, maar dan zet je de mindset open. We zijn getraind op het bereiken en bewaken van het hoogste niveau in het uitvoeren van repertoire, maar dit kan soms een rem zijn op nieuwe dingen proberen. 

Aubouin: Er is bijvoorbeeld een groots project, Fire in My Mouth, met enscenering, kostuums, belichting, video, etc. We bundelen niet alleen de krachten met het BNO, maar ook met de Munt, want om dit allemaal voor elkaar te krijgen, hebben we de vaardigheden en sterke punten van alle drie de cultuurpartners nodig. De Munt voor de enscenering en het koor van meisjes, Bozar voor de productiekracht en de techniek, en het BNO voor het orkest.  

Julia Wolfe is een van de portretartiesten van volgend seizoen. Waarom is Bozar een ideale thuishaven voor hen? 

Vanacker: We zijn heel blij en trots dat we doorheen het seizoen met zeven concerten – twee met het BNO – de muziek van Wolfe in de spotlight plaatsen. Bij elk portret willen we de artiest in alle facetten laten zien. Bij Julia Wolfe gaat dit van viool solo tot Fire in my Mouth. Bij Lea Desandre gaan we van een klein barokprogramma over een gala-avond met het BNO tot een geënsceneerd project met muziek gelinkt aan musicalster Julie Andrews. 

Aubouin: Lea Desandre is een mezzosopraan van de nieuwe generatie en de perfecte belichaming van hoe jonge muzikanten vandaag diversiteit omarmen. Ze zijn in staat nieuwe horizonten te verkennen, andere dingen op te zoeken, een beetje gevaar te lopen en zichzelf op een andere manier te presenteren. 

Hoe verhouden de focusreeksen zich tot die portretten?  

Vanacker: Portretartiesten – we presenteren ook nog Sol Gabetta en Fennesz - zijn levende topartiesten die langskomen, terwijl we met de focussen meer verhalen vertellen. Er is een storytelling rond Händel, met niet alleen zijn grote oratoria, maar ook orkestmuziek, een familievoorstelling en een interpretatie door Hendrik Lasure en Philippe Thuriot. Ook rond enkele bijzondere werken uit de 20e eeuw volgt een narratieve lijn van ontstaan tot impact. Daarmee gaan we opnieuw transmuzikaal werken, want we hebben het zowel over Keith Jarrett, Ryuichi Sakamoto als Pauline Oliveros. Een derde verhaal is dat van Nadia Boulanger. Internationale Vrouwendag is hét moment om deze pionier in de bloemetjes te zetten.  

Uit fragiliteit kan energie, enthousiasme en motivatie ontstaan.
- Bob Permentier

Welke samenwerkingen zijn er nog op til?  

Vanacker: Samenwerking is het ordewoord voor onze werking bij Bozar. Er zijn veel partners voor de festivals: Klarafestival, Abrupt met Arty Farty Brussels, Flamenco Festival met EUROPALIA. We gaan ook meer inspelen op de Koningin Elisabethwedstrijd door verhalen rondom de cello (editie 2026) uit te lichten. Naast deze samenwerkingen met de buitenwereld, gebeurt dit ook intern met het team van expo. Er zijn twee concerten rond de Goya-tentoonstelling en er zijn drie concerten rond de expo Beauty and Ugliness. Dus we proberen naast transmuzikaal erg transdisciplinair te zijn.  

Aubouin: En samenhang te creëren in Bozar in het algemeen. Net zoals bij het format Staging the Concert dat we presenteren in samenwerking met beeldende kunstenaars, choreografen en muziekensembles, waaronder het BNO. We geloven dat samenwerking in al haar vormen een onmisbare kracht is in de huidige samenleving.  

slide 1 to 2 of 2
slide 1 to 3 of 10