Gepubliceerd op - Christophe Slagmuylder

Tussen duisternis en licht

Wat is de rol van kunst in duistere tijden? Wat kan je als kunstenaar plaatsen tegenover grenzeloos geweld? Compromisloze kunst.

Dit artikel kadert in

Edito's van Christophe Slagmuylder

Francisco de Goya y Lucientes (1746-1828) schipperde tussen licht en donker, tussen de idealen van de Verlichting en de duistere kanten van de romantiek. Hij verzette zich tegen waanideeën, tegen machtsmisbruik en de ‘grillen’ van de mens (Caprichios). Aan het slot van ‘de eeuw van de rede’ daalde hij diep af in de duistere krochten van de mens, en dus ook van zichzelf. Zijn beelden van heksen, kannibalen en beulen, van executies en afgehakte ledematen stemmen nog altijd ongemakkelijk. Ze kijken het blinde geweld pal in de ogen. Goya moraliseert niet. Hij kijkt waakzaam toe, gromt en bijt als een hond in de branding. 

Rest ons dan geen spatje hoop? Dalen we samen af in Dantes hel?

De slaap van de rede baart monsters, zo heet het bijschrift bij een van Goya’s bekendste etsen. De kunstenaar is al werkend in slaap gevallen. Aan zijn voeten ligt een luipaard, boven hem spreiden nachtdieren de vleugels. Het is niet helemaal duidelijk waar de droom begint en de realiteit eindigt. In het Prado lees je Goya’s meer gedetailleerde toelichting: ‘De verbeelding zonder de rede baart onmogelijke monsters: met de rede is zij de moeder van de kunsten en de oorsprong van wonderen.’ Het is bij Goya niet of maar én: rede én verbeelding, realiteit én droom, getuigenis én toekomstbeeld. Goya loopt vooruit op de moderniteit. Hij blijft inspireren, in wisselende tijden.  

De overgangen van duisternis naar licht, je maakt mee tijdens heel wat programma’s bij Bozar. In 1953 hoor je Dimitri Sjostakovitsj aan het einde van zijn 10de Symfonie herademen na de terreur van Stalin. Twee decennia later pakken Yoko Ono en John Lennon tijdens de Vietnamoorlog breed uit met de verbeelding als wapen. Anders dan Goya kiezen ze voor wit, voor licht en wolken, voor het geweldloze verzet. Imagine… Met verbeelding en goede wil valt een oorlog wel degelijk te stoppen. 

Dream count, zo heet de jongste roman van Chimamanda Ngozi Adichie. Het valt letterlijk en figuurlijk te nemen. Tijdens de lockdown blikt Chiamaka, een van de vier vrouwen die centraal staan, terug op haar ex-partners. Een vriendin noemt het haar ‘body count’. Chiamaka noemt het veel liever ‘dream count’. Het tellen van dromen, van hoop en verwachtingen, van de ontelbare ogenblikken wanneer liefde de bovenhand neemt.