Le Père Sauvage
30 Juni'25
- 19:00
Henry Le Boeufzaal

Le Père Sauvage
Prologue – Chronicles for A Revolution
I. Angor
II. Timor
III. Citus
1. Cam - Fe
2. 3Z
IV. Interlude
V. Caligo
3. Mu - Twa
4. Yorgo
VI. Interlude
VII. Chaconne
VIII. Severus
Epilogue – Excuse Me While I Change My Tongue
Concert zonder pauze
Duur: 90’
Coproductie: Bozar, Twenty Nine Studio & Production
Met de steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Sabam
Ter gelegenheid van de 65e verjaardag van de onafhankelijkheid van de Democratische Republiek Congo brengt kunstenaar Sammy Baloji in samenwerking met Bozar een muzikale avondvoorstelling die is opgehangen aan Il padre selvaggio, een scenario van regisseur Pier Paolo Pasolini dat onverfilmd is gebleven.
Het verhaal uit 1962 is gebaseerd op een aantal opvallende historische gebeurtenissen die de Republiek Congo (tegenwoordig de Democratische Republiek Congo) in de eerste jaren na de uitroeping van de onafhankelijkheid op haar grondvesten hebben doen daveren. Zo roept het herinneringen op aan de moord op Patrice Lumumba, de enorme tribale verdeeldheid na de onafhankelijkheidsverklaring, en het bloedbad van Kindu waarbij Congolese militairen een aantal Italiaanse VN-soldaten hebben afgemaakt. In de tekst schetst Pasolini een beeld van de overgang van de kolonisatie naar de Congolese onafhankelijkheid. De ontmoeting tussen een jonge, idealistische Italiaanse onderwijzer en zijn Congolese leerling Davidson fungeert voor Pasolini als vehikel om zich te verdiepen in de beproevingen die Congo heeft moeten doorstaan.
Kort na het uitroepen van de onafhankelijkheid maakt een jonge onderwijzer, bruisend van de nieuwe ideeën, zijn opwachting in een dorpje. Ondanks zijn boekenwijsheid over Afrika hoopt hij, met een vooruitstrevende onderwijsmethode, de bewustwording van de leerlingen te kunnen aanwakkeren. Het personage van de onderwijzer (of van de vader) blijft een westers discours uitdragen, al doet hij nog zo zijn best. Onder invloed van het koloniale onderwijssysteem en de voorouderlijke tradities betonen de leerlingen maar weinig interesse. Het onbehagen is vooral voelbaar bij Davidson die er niet in slaagt de leefregels van de onderwijzer te verzoenen met de vooronderstelde waarden van zijn stam. Davidson is een complex personage. Hij verheft de poëzie tot de taal van de weerspannigheid, en zet zo de deur open voor een stille vorm van rebellie.
Pasolini lag overhoop met de katholieke kerk en de Italiaanse staat, nadat ze hem na de release van La Ricotta van blasfemie hadden beschuldigd. Onder andere daardoor is de film nooit ingeblikt. Het scenario, dat in de jaren 1970 gepubliceerd is, is symbolisch opgedragen aan die twee invloedrijke instellingen: de staat en de kerk. Voor Sammy Baloji speelt die kritische opdracht in op het beeld van de “vader”, in de politieke, religieuze of culturele betekenis, en zet hij aan tot nadenken over de verschillende soorten paternalistische macht, of die nu uitgaat van de biologische vader, de missionnaris of de kolonisator.
Drie muzikale universa
In deze avondvoorstelling geeft Sammy Baloji het muzikale en poëtische universum van het manuscript van Pasolini gestalte vanuit een hedendaags en Congolees perspectief. Een poëtisch memento van K(C)ongo staat voor een bijzondere muzikale ontdekkingstocht op basis van de dialoog tussen drie originele muzikale creaties.
Het eerste stuk is van de hand van Szymon Brzóska. De Poolse componist die in Brussel woont, componeert zowel hedendaagse klassieke muziek als stukken voor livevoorstellingen en film. Zijn originele werk is geïnspireerd op Hart der duisternis van Joseph Conrad, een roman waarin de menselijke wreedheid, de koloniale inhaligheid en de gruwelen waartoe racisme leidt centraal staan.
Het verhaal van Conrad, die van Poolse afkomst is, heeft de beeldvorming rond het koloniale geweld gevoed en mee vormgegeven en vormde een inspiratiebron voor de film Apocalypse Now van Francis Ford Coppola. Szymon Brzóska laat zich ook inspireren door de muziek van Johann Sebastian Bach die in het scenario van Pasolini wordt opgeroepen als lyrisch neventhema van erg gewelddadige scènes (bloedbaden, onthoofding met een machete). Deze muzikale referentie doorkruist de spanningen en contrasten waarvan Pasolini zich graag bediende (klassieke muziek tegenover koloniaal geweld, Congolese gezangen tegenover religieuze vervreemding) en laat een dialoog ontstaan tussen die referenties en de huidige werkelijkheden, meer bepaald de artisanale mijnbouw en de conflicten die eruit voortvloeien. Brzóska is zelf nooit in Congo geweest, maar heeft zijn partituur gebaseerd op vruchtbare gesprekken met Baloji. In die partituur weerklinken de echo’s van Bach en zo ontstaat er een netwerk van resonanties tussen het geweld uit het koloniale verleden en de huidige uitdagingen. Die lectuur verbindt Sammy Baloji in zijn eigen benadering met de ontginning van grondstoffen.
Het tweede stuk is een compositie van de Congolese muzikant Pytshens Kambilo die in Parijs woont. Voor het werk liet hij zich inspireren door de Congolese rumba van de jaren na 1974. Het is een verkenning van de populaire Congolese muziekstroming die is verankerd in het stadsleven en de bevrijding uitdraagt. Het werk dat in samenwerking met Kambilo tot stand is gekomen, grijpt terug naar dat tijdperk waarin het panafrikanisme hoogtij vierde en dat gekenmerkt werd door de muzikale uitwisseling tussen Afro-Amerikaanse en Congolese artiesten. 1974 werd een sleutelmoment. In dat jaar vond in Kinshasa namelijk de bokswedstrijd plaats tussen Mohamed Ali en George Foreman. De kamp werd voorafgegaan door een groots opgezet muziekfestival dat door het Mobutu-regime was georganiseerd. Grote namen zoals Miriam Makeba, B.B. King en James Brown deelden er het podium, in een symbolische eensgezindheid tussen het Afrikaanse continent en zijn diaspora’s. Die ontmoeting tussen de afstammelingen van de slaven die naar het continent waren teruggekeerd en de lokale muziek vormde een bijzonder vruchtbare bodem voor de Congolese muziekscene. Vanaf 1975 begon de rumba te evolueren en omarmde de muziek ook koperblazers en trans-Atlantische invloeden. Die nieuwe vibe wordt hier de muzikale incarnatie van Davidson, de jonge held van Pasolini, en brengt diens levensdrift, zielenroerselen en streven naar emancipatie tot uiting.
De derde muzikale gast, ten slotte, is de Jamaicaan Satch Hoyt die lang in Brooklyn heeft gewoond en intussen naar Berlijn is verhuisd. In zijn muzikale werk verkent hij de historische en denkbeeldige omzwervingen van de zwarte volkeren over de Atlantische Oceaan, in een poging om het geheugen van de Afrikaanse diaspora’s opnieuw te activeren. Sinds een paar jaar doet hij ook onderzoek naar de Afrikaanse instrumenten die worden bewaard in de depots van de westerse musea. In het British Museum in Londen en in het AfricaMuseum in Tervuren krijgt hij toegang tot die artefacten die uit hun oorspronkelijke context werden gehaald, en stil en opgeborgen zijn gebleven. Satch Hoyt blaast ze nieuw leven in: hij laat ze opnieuw weerklinken, neemt hun klank op en samplet die dan in zijn studio. Hij gaat aan de slag met hun geluid en ontpopt zich als het ware als een akoestisch cartograaf. Zo brengt hij de historische en denkbeeldige reizen in kaart die de zwarten over de Atlantische Oceaan hebben gemaakt en verheft hij die instrumenten die museale objecten waren geworden tot dragers van een levendig en resonerend geheugen. Zijn compositie is een afspiegeling van de gedichten uit het scenario van Pasolini.
Deze drie composities treden in Bozar in gesprek met elkaar en leggen ook de link met de architectuur van de ruimte die voor de gelegenheid is omgevormd tot een plek die uitnodigt tot luisteren, ontmoeten en actief herinneren. Hier groeit de klank uit tot taal, archief en poëtische aanwezigheid. Op die manier geeft het evenement de resonantie, het onderzoek en de experimenten vrij spel. Het archief stuit er op het heden, het postkoloniale geheugen treedt er in dialoog met de huidige ambities: het is een manier om, vertrekkende vanuit het heden, en in het licht van een toekomst, het verleden binnen te stappen, om via het geluid te achterhalen wat het vandaag nog inhoudt om de kolonisatie af te werpen.
K(C)ongo
Binnen dat maaswerk van spanningen en historische lagen heeft Sammy Baloji deze avondvoorstelling uitgewerkt die in het teken staat van de viering van de 65e verjaardag van de onafhankelijkheid van Congo, vanuit een perspectief dat resoluut op de toekomst is gericht. De titel, Een poëtisch memento van K(C)ongo, draagt in elk geval het opzet ervan uit. Het gebruik van het woord Congo met een K, gevolgd door de C tussen haakjes, is in dat opzicht een erg bewuste keuze: de Conferentie van Berlijn van 1885 wordt niet als ontstaansmoment van Congo beschouwd. De datum markeert geen aanvang, hoewel de kolonisatie altijd gepaard ging met het idee van de verspreiding van de beschaving. Beschavingen die al bestonden – zoals het Koninkrijk Kongo, en de Koninkrijken Kuba en Luba – hebben hun sporen nagelaten, hun verhalen en anekdoten overgeleverd, lang voor de komst van België. In die optiek verwijst Congo met een C naar een koloniale constructie. Vandaar ook het gebruik van de haakjes: het is een manier om afstand te nemen, om de oplegging van een historisch relaas ter discussie te stellen. De K, daarentegen, verwijst naar datgene wat voorafgaat, naar een ruimtetijd die zich voor de kolonisatie situeert. Maar die haakjes staan niet voor een terugblik: ze worden ook een projectiepunt waarbij verleden, heden en toekomst samenkomen. En dan stelt zich de vraag: welk Congo brengt de toekomst ons?
Bij deze overpeinzing speelt taal een symbolische rol. In het Lingala kan één en hetzelfde woord – lobí – tegelijkertijd vandaag en morgen betekenen. Alles hangt af van de plaats die het krijgt in de zin. Daardoor ga je anders tegen de tijd aankijken: het enige moment waarop we het verleden en de toekomst kunnen verenigen is het heden. Alleen dan leven we, kunnen we creëren, transformeren en iets overbrengen. Vertrekkende vanuit het heden werken we met de archieven. We kunnen niet terugkeren naar het verleden, tenzij we een teleportatietoestel uitvinden, maar dat hebben we voorlopig niet. Er is bijgevolg geen verleden zonder toekomst, geen toekomst zonder verleden, en geen heden zonder verleden én toekomst. Een heden zonder verleden noch toekomst zou namelijk een amnestisch heden zonder diepgang zijn. In de loop van de avond komt dat allemaal aan bod en zo mondt de voorstelling uit in een moment van herdenking. Herdenken is als het opmaken van een inventarislijst: nadenken over de oorlogen, de politieke toestand, de economie, het welzijn. Het is de tijd nemen om te kijken waar we staan. Dat proberen we met deze avondvoorstelling te bewerkstelligen, en via de muziek wordt dat geheugen geactiveerd. - Sammy Baloji.
“Enkel als we de geschiedenis doorgeven kunnen we uitleggen wat er voor die geschiedenis is gebeurd, ten overstaan ervan, voor zover dat van ons afhangt.” Overgenomen uit Il Padre Selvaggio van Pier Paolo Pasolini – met dank aan Matteo Cerami en Graziella Chiarcossi.
De scenografie
De voorstelling zal plaatsvinden in de Zaal Henry Le Bœuf, met haar architectuur van de hand van Victor Horta die kenmerken van zowel de art nouveau als de art deco vertoont. We hebben het bestaan van de zaal te danken aan de natuurlijke en culturele rijkdommen van Congo. De scenografische aanpak van Sammy Baloji, die vooral met stoffen werkt, roept die link tussen het gebouw en de kolonisatie opnieuw op.
De overvloed aan natuurlijke lijnen en exotische taferelen, die de art nouveau in de volksmond de bijnaam “Style Congo” heeft opgeleverd, moest wijken voor de geometrie. Voor de concertzaal Henry Le Bœuf heeft Horta gekozen voor een verfijnde golvende beweging waarin de sporen van de art nouveau nog subtiel aanwezig zijn. De expositieruimten, daarentegen, zijn uitgewerkt met uitgepuurde lijnen. Voor Horta was kunst, anders dan muziek, namelijk lineair.
Het scenografische concept dat voor deze muzikale avond is uitgewerkt moet die bijzondere architectuur nog benadrukken. In de concertzaal worden de visuele kunsten geïntegreerd in de vorm van een radicaal rechte lijn.
Het voornaamste element van de scenografie is een textieldoek waarop een beeld uit Baloji’s film L’Arbre de l’Authenticité gedrukt is: het tropische regenwoud van Yangambi in de Democratische Republiek Congo. Dat beeld splitst het hoofdpodium van de Zaal Henry Le Bœuf op in twee delen. Het doek loopt over de hele lengte van het podium, als een zuivere lijn, dwars door de golven van Horta heen. Het scheidt ook de muzikanten die de compositie van Szymon Brzóska uitvoeren, en achter het doek hebben plaatsgenomen, van de muzikanten die de creatie van Pythsens Kambilo brengen. Met behulp van licht-donkercontrasten is het doek nu eens semitransparant – als er geen direct licht op valt (de achtergrond en de muzikanten worden dan zichtbaar) – en dan weer ondoorzichtig, waardoor we het beeld te zien krijgen van het woud, van die voorouderlijke, duizenden jaren oude plek vol eeuwenoude bomen, waar ook de “de boom van de authenticiteit” te vinden is die alles gadeslaat en de verhalen doorvertelt van al wie hier heeft rondgelopen. Het woud verwijst ook naar de impact van de menselijke activiteit op het milieu. Het belichaamt die spanning tussen geheugen, natuur en toekomst.
Een tweede element is een soortgelijk, maar kleiner doek dat bedrukt is met een foto uit de reeks Kolwezi (2011) van Sammy Baloji, waarop we de rode aarde van de koper- en kobaltmijnen zien, die plek waar grondstoffen worden ontgonnen en economisch geweld plaatsvindt. Dit doek wordt voor de koninklijke loge bevestigd, waar de muzikale performance van artiest Satch Hoyt plaatsvindt. Ook nu weer geeft het licht vorm aan de ruimte: nu eens zien we de muzikant, en dan weer de opdruk. Deze twee doeken treden niet alleen in dialoog met de architectuur, maar spelen ook in op de begrippen onthulling en verhulling van verhalen en hoofdstukken uit het Congolese verleden.
Het lichtspel is overigens geïnspireerd door bepaalde scènes uit het manuscript van Pasolini die zijn uitgewerkt als kubistische schilderijen. De scenografie maakt gebruik van een contrasterende verlichting die een spanningsveld creëert tussen materies, vormen en kleuren: het purperroze, dat zuiver maar ook onrustbarend en haast toxisch is, doordrenkt de ruimte. Het licht wordt tot in het extreme uitgewerkt en is haast psychedelisch. Dat vertaalt zich in een spanning die aanhoudt, net zoals ook de vervuiling van de toxische ruimten die de jonge held Davidson tijdens zijn identiteitscrisis doorkruist, aanhoudt.
Het ontwerp van de kostuums kadert binnen diezelfde dynamiek van spanning en flamboyante uitstraling, en maakt gebruik van emblematische referenties uit de jaren 70: de subversieve esthetiek van cineasten als Lindsay Anderson, Stanley Kubrick en Emile Degelin; de levendige kleuren en de fonkelende schittering die symbool staan voor de schreeuw naar emancipatie uit de beginjaren van de disco, en de gecodeerde en duidelijke elegantie van de podiumoutfits van de TP OK Jazz-scene.
Dit muzikale evenement staat stil bij de drijfveren en het leed uit het verhaal van Pasolini die ook nu nog aanwezig zijn in de Congolese samenleving. De inhaligheid van de mijnbouwbedrijven, de impact van de ontginning en de fragmentatie van het maatschappelijke weefsel als gevolg van etnische conflicten hebben nog niet aan actualiteitswaarde ingeboet.
Vertaald door Piet De Meulemeester
Sammy Baloji
artistieke directie
Sammy Baloji (geboren in 1978 in Lubumbashi) woont en werkt tussen Lubumbashi en Brussel. Sinds 2005 onderzoekt hij het geheugen en de geschiedenis van Congo. Zijn werk is een doorlopend onderzoek naar het culturele, architecturale en industriële erfgoed van Katanga en stelt de impact van de Belgische kolonisatie in vraag. Door gebruik te maken van archieven kan hij tijd en ruimte manipuleren en oude koloniale verhalen vergelijken met hedendaags economisch imperialisme. Zijn videos, installaties en foto’s belichten hoe identiteiten worden gevormd, getransformeerd, geperverteerd en opnieuw uitgevonden. In 2008 was hij medeoprichter van Picha, de organisatie achter de Biënnale van Lubumbashi.
Satch Hoyt
compositie & performance
De in Berlijn gevestigde Jamaicaans-Britse kunstenaar Satch Hoyt (° 1957) onderzoekt het sonische geheugen van de Afrikaanse diaspora. Zijn veelzijdige werk – van sculpturen, installaties en geluidsperformances tot schilderijen die fungeren als cartografieën of grafische partituren - draait om het concept van de Eternal Afro-Sonic Signifier, een sonisch geheugennetwerk dat is ontstaan na het oversteken van de Middenpassage. Hoyt richt zich op twee grote projecten: Afro-Sonic Mapping en Un-Muting Sonic Restitutions, die een verspreid collectief geheugen reactiveren door middel van ruimte, tijd en geluid. Als ervaren muzikant werkte hij samen met Grace Jones, Louise Bourgeois en Stomu Yamashta. Sinds 2001 is hij fluitist-percussionist bij Burnt Sugar the Arkestra Chamber en hij nam het album Un-Muting Beyond Misspelt Borders (juli 2025) op.
Szymon Brzóska
compositie
Szymon Brzóska (° 1981) is een Brusselse componist van Poolse origine. Hij studeerde aan de Muziekacademie van Poznań (Polen) en het Koninklijk Vlaams Conservatorium in Antwerpen, waar hij les volgde bij componisten als Mirosław Bukowski en Luc Van Hove. Brzóska's werk verkent de synergie tussen muziek, beweging en beeld. Hij werkte samen met talloze choreografen (Sidi Larbi Cherkaoui, David Dawson, Maria Pages, Vladimir Malakhov, Yabin Wang), orkesten en ensembles (Sächsische Staatskapelle Dresden, Het Balletorkest, Musiques Nouvelles), solisten (Patrizia Bovi, Barbara Drazkov, Fernando Marzan) en dansgezelschappen (Het Nationale Ballet, Göteborgs Operans Danskompani, Semperoper Ballett, Cedar Lake Company, Eastman).
Pytshens Kambilo
compositie & gitaar
Pytshens Kambilo is gitarist, zanger, songwriter en performer. Hij werd geboren in 1977 in Kinshasa, Zaïre, en bouwde een unieke muzikale identiteit op na het begeleiden van enkele van de grootste namen van de Congolese én internationale scènes. Kambilo woont in Frankrijk en Congo en heeft vier soloalbums op zijn naam staan (Kobanga te!, Toloba Vérité, Ndoa en Silikoti). Hij laveert tussen rumba, ndombolo, jazz en rock en heeft “Ndoa” uitgevonden, een taal die zijn klankuniversum sublimeert, voorbij het Lingala of Frans. Gepassioneerd door kennisoverdracht, geeft hij les en transcribeert hij Congolese muziek in klassieke notatie en jazz tablatuur. Kambilo’s werk verkent het kruispunt tussen traditie en hedendaagse creatie.
performance
Satch Hoyt
*
cello
Maria Kulowska
trompet
Laurent Blondiau
percussie
Louison Renault
piano, harmonium
Barbara Drazkov
*
gitaar
Pytshens Kambilo
bas
Sam Saloom
saxofoon
Florence Kraus
trompet
Julie Varlet
trombone
Gabrielle Rachel
slagwerk
Carlos Gbaguidi
Sammy Baloji, artistieke directie
Minne De Meyer Engelbeen, scenografie
Benoît De Leersnyder, artistiek advies
Philippe Demeestere, lichtontwerp
Leen Stoffels, kostuumontwerp
Gabriel Séverin, geluidsingenieur
Juliette Hourçourigaray & Marek Szponik,productie Twenty Nine Studio & Production
*
Christophe Slagmuylder, CEO & Artistic Director Bozar
Aurore Aubouin, Head of Music, Strategy, Artistic Planning and Production Bozar
Jeroen Vanacker, Head of Music, Strategy and Programming Bozar
Anton Vanderhasselt, programmator global & electronic Bozar
Sam De Ley, production officer Bozar
Èlia Casals Alsina & Jeremy Callier, production officer Bozar
Een bijzondere dank aan heel het team van Bozar Music voor hun inzet om deze productie tot leven te brengen.
*
Veel dank aan: Elena Akilo, Matteo Cerami & Graziella Chiarcossi,
Rémi Gérard, Henriette Gillerot, Walid Jaafria, Rosa Spaliviero, Wannes Wouters,
Defise Fondation
Bozar Maecenas
Monsieur et Madame Bertrand Ferrier • Barones Michèle Galle-Sioen • Monsieur et Madame Laurent Legein • Madame Heike Müller • Monsieur et Madame Dominique Peninon • Monsieur et Madame Antoine Winckler • Chevalier Godefroid de Wouters d'Oplinter
Bozar Honorary Patrons
Comte Etienne Davignon • Madame Léo Goldschmidt
Bozar Patrons
Monsieur et Madame Charles Adriaenssen • Madame Marie-Louise Angenent • Comtesse Laurence d'Aramon • Monsieur Jean-François Bellis • Baron et Baronne Berghmans • De heer Stefaan Bettens • Monsieur Philippe Bioul • Mevrouw Roger Blanpain-Bruggeman • Madame Laurette Blondeel • Comte et Comtesse Boël • Monsieur et Madame Thierry Bouckaert • Monsieur Thierry Boutemy • Madame Anny Cailloux • Madame Valérie Cardon de Lichtbuer • Madame Catherine Carniaux • Madame Paloma Castro Martinez de Tejada • Prince et Princesse de Chimay • Monsieur Jim Cloos et Madame Véronique Arnault • Mevrouw Chris Cooleman • Monsieur et Madame Jean Courtin • Monsieur et Madame Denis Dalibot • Madame Bernard Darty • Monsieur Jimmy Davignon • De heer en mevrouw Philippe De Baere • Monsieur Nicolas De Coster et Madame Stéphanie Donnez • De heer Frederic Depoortere en mevrouw Ingrid Rossi • Monsieur Edouard Derom • Monsieur Patrick Derom • Madame Louise Descamps • Monsieur Amand-Benoit D'Hondt • De heer Bernard Dubois • Mevrouw Sylvie Dubois • Madame Claudine Duvivier • Madame Dominique Eickhoff • Baron et Baronne William Frère • De heer Frederick Gordts • Baron et Baronne Pierre Gurdjian • De heer en mevrouw Philippe en Martine Haspeslagh - Van den Poel • Madame Susanne Hinrichs et Monsieur Peter Klein • Monsieur Jean-Pierre Hoa • De heer Xavier Hufkens • Madame Bonno H. Hylkema • Madame Fernand Jacquet • Baron Edouard Janssen • Madame Elisabeth Jongen • Monsieur et Madame Jean-Louis Joris • Monsieur et Madame Adnan Kandyoti • Monsieur Sander Kashiva • Monsieur Sam Kestens • Monsieur et Madame Klaus Körner • Madame Marleen Lammerant • Monsieur Pierre Lebeau • Monsieur et Madame François Legein • Monsieur et Madame Charles-Henri Lehideux • Madame Gérald Leprince Jungbluth • Monsieur Xavier Letizia • Monsieur Bruno van Lierde • Monsieur et Madame Clive Llewellyn • Monsieur et Madame Thierry Lorang • Madame Olga Machiels-Osterrieth • De heer Peter Maenhout • De heer en mevrouw Jean-Pierre en Ine Mariën • De heer en mevrouw Frederic Martens • Monsieur Yves-Loïc Martin • Monsieur et Madame Dominique Mathieu-Defforey • De heer en mevrouw Frank Monstrey (urbion) • Madame Philippine de Montalembert • Madame Nelson • Monsieur Laurent Pampfer • Famille Philippson • Monsieur Gérard Philippson • Madame Lucia Recalde Langarica • Monsieur Bernard Respaut • De heer en mevrouw Guy en Martine Reyniers • Madame Fabienne Richard • Madame Elisabetta Righini et Monsieur Craig Finch • Monsieur et Madame Frédéric Samama • Monsieur Grégoire Schöller • Monsieur et Madame Philippe Schöller • Monsieur et Madame Hans C. Schwab • Monsieur et Madame Tommaso Setari • Monsieur et Madame Olivier Solanet • Monsieur Eric Speeckaert • Monsieur Jean-Charles Speeckaert • Vicomte Philippe de Spoelberch et Madame Daphné Lippitt • Madame Anne-Véronique Stainier • Monsieur Didier Staquet et Madame Lidia Zabinski • De heer Karl Stas • Monsieur et Madame Philippe Stoclet • Monsieur Nikolaus Tacke et Madame Astrid Cuylits • De heer en mevrouw Coen Teulings • Monsieur et Madame Philippe Tournay • Monsieur Jean-Christophe Troussel • Dr. Philippe Uytterhaegen • Monsieur et Madame Xavier Van Campenhout • De heer Marc Vandecandelaere • De heer Alexander Vandenbergen •Mevrouw Barbara Van Der Wee en de heer Paul Lievevrouw • De heer Koen Van Loo • De heer en mevrouw Anton Van Rossum • De heer Johan Van Wassenhove • Monsieur et Madame Michel Wajs-Golschmidt • Monsieur et Madame Albert Wastiaux • Monsieur Luc Willame • Monsieur et Madame Bernard Woronoff • Madame Danuta Zedzian • Monsieur et Madame Jacques Zucker
Bozar Circle
Monsieur et Madame Paul De Groote • Mevrouw Greet Puttaert • De heer Stefaan Sonck Thiebaut • Madame France Soubeyran • De heer en mevrouw Remi en Evelyne Van Den Broeck
Bozar Young Circle
Monsieur Axel Böhlke et Madame Clara Huizink • Monsieur Matteo Cervi • Monsieur Laurent Coulie et Madame Cory Zhang • Monsieur Rodolphe Dulait • Madame Ana Fota • Monsieur et Madame Melhan-Gam • De heer Koen Muylle • De heer Sander Muylle • Madame Audrey Noble • Madame Valéria Onofrj • Dr. Bram Peeters • Monsieur Guillaume van Doorslaer et Madame Emily Defreyne