Remember to turn down the brightness and mute your phone.

Terug naar het evenement

Los Angeles Master Chorale & Peter Sellars

15 Juni'25
- 19:00

Henry Le Boeufzaal

Heinrich Schütz (1585-1672)

Musikalische Exequien, op. 7, SWV 279–281 (1635)

I. Concert in Form einer teutschen Begräbnis-Messe 

  • Nacket bin ich von Mutterleibe kommen
  • Nacket werde ich wiederum dahinfahren
  • Herr Gott, Vater im Himmel
  • Christus ist mein Leben, Sterben ist mein Gewinn
  • Jesu Christe, Gottes Sohn
  • Leben wir, so leben wir dem Herren
  • Herr Gott, Heiliger Geist
  • Also hat Gott die Welt geliebet, daß er seinen eingebornen Sohn gab
  • Auf daß alle, die an ihn gläuben, nicht verloren werden
  • Er sprach zu seinem lieben Sohn
  • Das Blut Jesu Christi
  • Durch ihn ist uns vergeben
  • Unser Wandel ist im Himmel
  • Es ist allhier ein Jammertal
  • Wenn eure Sünde gleich blutrot wäre
  • Sein Wort, sein Tauf, sein Nachtmahl
  • Gehe hin mein Volk
  • Der Gerechten Seelen sind in Gottes Hand
  • Herr, wenn ich nur dich habe
  • Wenn mir gleich Leib und Seele verschmacht
  • Er ist das Heil und selig Licht
  • Unser Leben währet siebenzig Jahr
  • Ach, wie elend ist unser Zeit
  • Ich weiß, daß mein Erlöser lebt
  • Weil du vom Tod erstanden bist
  • Herr ich lasse dich nicht du segnest mich denn
  • Er sprach zu mir 


II. Motet 

Herr, wenn ich nur dich habe 
 

III. Lofzang van Simeon

Herr, nun lässest du deinen Diener in Frieden fahren 

 

Duur: 90’

Concert zonder pauze 

De heruitvinding van het requiem

Op 4 februari 1636 werd de uitvaart van prins Heinrich II Posthumus von Reuß muzikaal opgeluisterd met werk van zijn jongere vriend (en naamgenoot) Heinrich Schütz. Prins Heinrich, een gerespecteerd en verlicht heerser in een tijd waarin Centraal-Europa ten prooi viel aan haast onvoorstelbare verwoestingen, had zijn eigen afscheidsdienst nauwgezet voorbereid.

Het ontluikende lutheranisme stelde de mensen in de gelegenheid zelf de religieuze teksten voor hun uitvaart te kiezen, maar de reikwijdte van de voorbereidselen van prins Heinrich was ongezien. Minstens een jaar voor zijn overlijden liet hij in het geheim een koperen doodkist maken, waarop rondom 25 citaten uit de Bijbel en een aantal kerkgezangen waren gegraveerd, omgeven door prachtige geschilderde versieringen. De verzameling teksten vormde de basis voor de Musikalische Exequien die Schütz in opdracht componeerde. Deze zogenaamde exequiën waren de akoestische ‘vertaling’ en versterking van de boodschap die de unieke sarcofaag uitdroeg en vormden een wezenlijk onderdeel van het afscheidsritueel.

Prins Heinrich was een gecultiveerd humanist met een bijzondere passie voor muziek. Tijdens muzikale opvoeringen aan het hof nam hij dan ook graag de baspartij voor zijn rekening. Hij was erin geslaagd zijn landerijen rond Gera in Centraal-Duitsland grotendeels te vrijwaren van de verwoestingen van de Dertigjarige Oorlog. Schütz, die in 1585 was geboren in het nabijgelegen Köstritz binnen de heerlijkheid van prins Heinrich, was jarenlang kapelmeester in Dresden geweest. Vanwege de chaos van de oorlog had hij die functie evenwel moeten neerleggen en moest hij op zoek gaan naar andere hoven waar hij zijn leven als artiest zou kunnen voortzetten. 

De prins moest het doen met slechts een fractie van de rijkdommen van Dresden, maar toch bracht zijn beleid economische voorspoed. Hij wou het muzikale leven aan het hof en in de kerken bevorderen en had daarvoor al het advies van Schütz ingewonnen. Hij lijkt ook een nauwe vriendschapsband met de componist ontwikkeld te hebben. Het is onduidelijk of prins Heinrich zelf, bij leven, dan wel zijn weduwe, na zijn dood, Schütz in de arm heeft genomen om de Musikalische Exequien te componeren. Sommige bronnen beweren namelijk dat de prins in zijn laatste maanden opvoeringen van de muziek heeft bijgewoond. Hoe het ook zij, Schütz componeerde een vernieuwende dodenmis die nog altijd geldt als mijlpaal in de muziekgeschiedenis.

In zijn voorwoord bij de Exequien, die hij ongeveer halverwege zijn carrière publiceerde, vermeldde de componist dat hij de Bijbelse citaten en coupletten van de kerkgezangen die rondom in de bijzondere doodkist van de prins waren gegraveerd “heeft samengebracht en in één georkestreerd werk op muziek heeft gezet”. De desbetreffende teksten, uit zowel het Oude als het Nieuwe Testament, brengen een theologische boodschap over het te boven komen van de bitterheid van de dood via de vertroosting en de hoop die de belofte van het eeuwige leven inhoudt.

Terwijl het in het Latijnse requiem draait om de kosmische, metafysische reis die de overledene heeft aangevat, dragen de zorgvuldig geselecteerde Duitse teksten van de Exequien iets persoonlijkers en intiemers uit – de zekerheid van de verlossing die de overledene wacht en die de rouwenden die achterblijven op aarde, in dit “tranendal”, vertroosting moet bieden. De manier waarop Schütz dit in de muziek tot uitdrukking heeft weten te brengen is, om het met de woorden van regisseur Peter Sellars te zeggen, “vredig, ingetogen, mooi, fragiel, innig en erg bescheiden”, ver weg van de sentimentaliteit en de “aanstellerij” van onze eigen tijd.

Dat kan bekend klinken, want Brahms heeft iets vergelijkbaars bewerkstelligd met zijn vroege meesterwerk Ein deutsches Requiem, waarin hij gebruikmaakte van een soortgelijke nevenschikking van Bijbelse teksten. Maar Schütz, de belangrijkste Duitse voorganger van J. S. Bach, speelde het meer dan twee eeuwen eerder klaar, in een tijd waarin de pest en de gruwelijke oorlogen lelijk huishielden. Brahms was getekend door de tragische verliezen die hem in zijn persoonlijke leven te beurt waren gevallen en die hem, volgens Sellars, “een erg diepgaand inzicht in de dood als levensproces” hadden verschaft.

Toen Schütz in Venetië muziek ging studeren bij Giovanni Gabrieli ging er een nieuwe wereld voor hem open, die in niks te vergelijken was met die van zijn jeugdjaren in het begin van de 17e eeuw. “Hoe overdonderend moet het niet geweest zijn toen hij er aankwam: dat alles omhullende, immersieve akoestische universum van de koren, omringd door de stralende gouden stukken en de ongelooflijke mozaïekkunstwerken van de Basiliek van San Marco. De muziek was niet langer een opvoering, maar een immersieve ervaring”, laat Sellars optekenen.

Na zijn terugkeer naar Duitsland en zijn benoeming aan het hof in Dresden, begon Schütz de stilistische stromingen uit Noord-Europa te combineren met de Italiaanse invloeden. Die laatste werden in de eerste plaats vertegenwoordigd door de praal van de meerkorigheid van Gabrieli, maar kwamen ook tot uiting in de subtiele woordschildering van het monteverdiaanse madrigaal.

Aspecten van beide stijlen bezielen de Musikalische Exequien, maar in veel bescheidener mate dan de extravagante inspiratiebronnen van zijn vroegere werken. Voor deze uitvaartmuziek hield hij het op een tutti koor voor zes tot acht partijen (waarbij elke partij meer dan één stem kan hebben), dat afwisselt met uiteenlopende solistenbezettingen. Van de 24 zangers die in de opvoering van vanavond het koor vormen (drie of vier per partij), zullen er liefst 18 op een bepaald moment in dit stuk een solopartij voor hun rekening nemen. Zo wordt “het gevoel van gezamenlijke droefenis en het delen van persoonlijke verhalen” dat het werk kenmerkt overgebracht, aldus Gershon.

Musikalische Exequien omvat drie delen en biedt een gepersonaliseerd, protestants alternatief voor de rooms-katholieke dodenmis. Het eerste deel, dat Schütz “Concerto in de vorm van een Duitse begrafenismis” noemde, is verschillende keren langer dan de twee andere delen samen en stemt overeen met de Kyrie- en Gloria-bewegingen van de traditionele Latijnse liturgie. Concerto wordt hier gebruikt in de hedendaagse Italiaanse betekenis: een compositie voor stemmen begeleid door basso continuo (in alle drie de delen gebracht met een portatief orgel en een viola da gamba).

Het zesstemmige koor zingt het lutherse equivalent van de driestemmige Kyrie-smeekbede van de Latijnse ritus, af en toe onderbroken door op muziek gezette Bijbelverzen voor wisselende groepen solisten. Dit afwisselende patroon zet zich voort in het veel langere, symmetrisch opgebouwde, zestienstemmige gedeelte dat het Latijnse Gloria parafraseert en volledig herschrijft, en daarbij gebruikmaakt van verzen uit hedendaagse koralen (gezongen door het koor) en Bijbelse passages (gezongen door een steeds wisselende groep solisten). 

In Deel II volgt de toonzetting van Psalm 73 (die ook zijn opwachting maakt in het midden van het Gloria-gedeelte) als motet voor dubbelkoor: de dialoog tussen de koren is een knipoog naar wat Schütz heeft overgenomen uit de meerkorige stijl van zijn mentor Gabrieli tijdens zijn verblijf in San Marco.

Deel III vraagt om een bijzonder ongebruikelijke partituur. Een vijfstemmig koor zingt de Lofzang van Simeon uit het Evangelie volgens Lucas, een wezenlijk gebed rond vredig afscheid nemen. Een trio van solisten respondeert met andere passages uit de Schrift en belichaamt de “gezegende ziel” van de overledene (baritonsolist) die naar het hemelrijk wordt begeleid door twee serafijnen (sopraansolisten). Schütz maakt op vernuftige wijze gebruik van de ruimte waarin de opvoering plaatsvindt om deze muzikale krachten te onderscheiden en het beeld op te roepen van “de kleine groep mensen die rond de doodkist de aflijvige toezingen en door het universum beantwoord worden”, aldus Sellars. 

Deze opstelling vat op symbolische wijze de boodschap samen die vervat zit in de Musikalische Exequien. De term exequiën is namelijk afgeleid van het Latijnse woord exequi: tot het einde volgen. In de buitengewoon aangrijpende dramaturgie van Schütz komen zij/wij samen om een heengaan in goede banen te leren leiden. Om het met de woorden van Sellars te zeggen: “Je voelt dat er niemand meer in die doodkist ligt: deze mens bevindt zich nu in de lucht en in het zonlicht en is opnieuw opgenomen door het universum, in elke regendruppel, in elke knop aan elke boom.”

Thomas May (vertaald door Piet De Meulemeester)

I. Concert in Form einer teutschen Begräbnis-Messe 

Intonatio: Nacket bin ich von Mutterleibe kommen

Nacket bin ich von Mutterleibe kommen.

 

Soli : Nacket werde ich wiederum dahinfahren

Nacket werde ich wiederum dahinfahren,

Der Herr hat's gegeben, der Herr hat's genommen, 

der Name des Herren sei gelobet!

 

Capella: Herr Gott, Vater im Himmel

Herr, Gott, Vater im Himmel, erbarm dich über uns!

 

Soli: Christus ist mein Leben, Sterben ist mein Gewinn

Christus ist mein Leben, Sterben ist mein Gewinn.

Siehe, das ist Gottes Lamm, das der Welt Sünde trägt!

 

Capella: Jesu Christe, Gottes Sohn

Jesu Christe, Gottes Sohn, erbarm dich über uns!

 

Soli: Leben wir, so leben wir dem Herren

Leben wir, so leben wir dem Herren;

sterben wir, so sterben wir dem Herren

Darum: wir leben oder sterben, so sind wir des Herren

 

Capella: Herr Gott, Heiliger Geist

Herr Gott, Heiliger Geist, erbarm dich über uns!

 

Intonatio: Also hat Gott die Welt geliebet, daß er seinen eingebornen Sohn gab

Also hat Gott die Welt geliebt, das er seinen 

eingebornen Sohn gab,

 

Soli: Auf daß alle, die an ihn gläuben, nicht verloren werden

Auf daß alle, die an ihn glauben, nicht verloren 

werden, sondern das ewige Leben haben.

 

Capella: Er sprach zu seinem lieben Sohn (Martin Luther)

Er sprach zu seinem lieben Sohn:

Die Zeit ist hie zu erbarmen;

fahr hin, mein's Herzens werte Kron

und sei das Heil der Armen

und hilf ihn' aus der Sünden Not,

erwürg für sie den bittern Tod

und laß sie mit dir leben.

 

Soli: Das Blut Jesu Christi

Das Blut Jesu Christi, des Sohnes Gottes, machet uns

rein von allen Sünden.

 

Capella: Durch ihn ist uns vergeben (Ludwig Helmbold)

Durch ihn ist uns vergeben

die Sünd, geschenkt das Leben

Im Himmel soll'n wir haben,

o Gott, wie große Gaben!

 

Soli: Unser Wandel ist im Himmel

Unser Wandel ist im Himmel, von dannen wir auch

warten des Heilandes Jesu Christi, des Herren, 

welcher unsern nichtigen Leib verklären wird, daß er

ähnlich werde seinem verklärten Leibe.

 

Capella: Es ist allhier ein Jammertal (Johann Leon)

Es ist allhier ein Jammertal,

Angst, Not und Trübsal überall;

des Bleibens ist ein kleine Zeit,

voller Mühseligkeit,

und wer's bedenkt,

ist immer im Streit.

 

Soli: Wenn eure Sünde gleich blutrot wäre

Wenn eure Sünde gleich blutrot wäre, soll sie doch 

schneeweiß werden, wenn sie gleich ist wie rosinfarb, 

soll sie doch wie Wolle werden.

 

Capella: Sein Wort, sein Tauf, sein Nachtmahl (Ludwig Helmbold)

Sein Wort, sein Tauf, sein Nachtmahl

dient wider allen Unfall;

der Heilge Geist im Glauben

lehrt uns darauf vertrauen.

 

Solo: Gehe hin mein Volk

Gehe hin, mein Volk, in eine Kammer und schleuß die

Tür nach dir zu! Verbirge dich einen kleinen

Augenblick, bis der Zorn vorübergehe.

 

Soli: Der Gerechten Seelen sind in Gottes Hand

Der Gerechten Seelen sind in Gottes Hand,

und keine Qual rühret sie an.

Für den Unverständigen werden sie angesehen,

als stürben sie und ihr Abschied wird

für eine Pein gerechnet, und ihr Hinfahren für 

Verderben; aber sie sind in Frieden.

 

Solo: Herr, wenn ich nur dich habe

Herr, wenn ich nur dich habe

so frage ich nichts nach Himmel und Erden.

 

Soli: Wenn mir gleich Leib und Seele verschmacht 

Wenn mir gleich Leib und Seele verschmacht',

so bist du, Gott, allzeit

meines Herzens Trost und mein Teil.

 

Capella: Er ist das Heil und selig Licht (Martin Luther)

Er ist das Heil und selig Licht

für die Heiden

zu erleuchten, die dich ke nnen nicht,

und zu weiden.

Er ist seines Volks Israel

der Preis, Ehr, Freud und Wonne.

 

Soli: Unser Leben währet siebenzig Jahr

Unser Leben währet siebenzig Jahr

und wenn's hoch kömmt so sind's achtzig Jahr,

und wenn es köstlich gewesen ist,

so ist es Müh' und Arbeit gewesen.

 

Capella: Ach, wie elend ist unser Zeit (Johannes Gigas)

Ach, wie elend ist unser Zeit

allhier auf dieser Erden

gar bald der Mensch darniederleit,

wir müssen alle sterben,

allhier in diesem Jammertal,

ist Müh und Arbeit überall,

auch wenn dir's wohl gelinget.

 

Solo: Ich weiß, daß mein Erlöser lebt

Ich weiß, daß mein Erlöser lebt

und er wird mich hernach aus der Erden auferwecken,

und werde darnach mit dieser meiner Haut umgeben werden, 

und werde in meinem Fleisch Gott sehen.

 

Capella: Weil du vom Tod erstanden bist (Nikolaus Herman)

Weil du vom Tod erstanden bist

werd ich im Grab nicht bleiben,

mein höchster Trost dein Auffahrt ist,

Todsfurcht kannst du vertreiben,

denn wo du bist, da komm ich hin,

daß ich stets bei dir leb und bin,

drum fahr ich hin mit Freuden.

 

Soli: Herr ich lasse dich nicht du segnest mich denn

Herr, ich lasse dich nicht, du segnest mich denn.

 

Capella: Er sprach zu mir (Martin Luther)

Er sprach zu mir: Halt dich an mich,

es soll dir itzt gelingen;

ich geb mich selber ganz für dich,

da will ich für dich ringen.

Den Tod verschlingt das Leben mein,

mein Unschuld trägt die Sünde dein;

da bist du selig worden.

 

II. Motet
 

Herr, wenn ich nur dich habe

Herr, wenn ich nur dich habe

so frage ich nichts nach Himmel und Erden.

Wenn mir gleich Leib und Seele verschmacht', 

so bist du doch Gott, allezeit 

meines Herzen Trost und mein Teil.

 

III. Lofzang van Simeon
 

Herr, nun lässest du deinen Diener in Frieden fahren

Koor I

Herr, nun lassest du deinen Diener in Frieden fahren

wie du gesagt hast,

denn meine Augen haben deinen Heiland gesehen 

welchen du bereitet hast vor allen Völkern: ein Licht, 

zu erleuchten die Heiden, und zum Preis deines Volks Israel.

 

Koor II

Selig sind die Toten, die in dem Herren sterben. Sie 

ruhen von ihrer Arbeit und ihre Werke folgen ihnen 

nach. Sie sind in der Hand des Herren, und keine 

Qual rühret sie an. 

I. Concert in Form einer teutschen Begräbnis-Messe 

Intonatio: Nacket bin ich von Mutterleibe kommen

Naakt ben ik uit de moederschoot gekomen.

 

Soli : Nacket werde ich wiederum dahinfahren

Naakt zal ik daarheen wederkeren.

De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen. 

De naam des Heren zij geprezen.

 

Capella: Herr Gott, Vater im Himmel

Heer God, Vader in de hemel, ontferm u over ons!

 

Soli: Christus ist mein Leben, Sterben ist mein Gewinn

Christus is mijn leven: sterven is mij winst.

Zie, het Lam Gods, dat de zonde van de wereld wegdraagt.

 

Capella: Jesu Christe, Gottes Sohn

Jezus Christus, zoon van God, ontferm u over ons.

 

Soli: Leben wir, so leben wir dem Herren

Als wij leven, dan leven wij voor de Heer.

Als wij sterven, dan sterven wij voor de Heer. 

Dus: of wij nu leven of sterven, wij zijn des Heren.

 

Capella: Herr Gott, Heiliger Geist

Heer God, heilige Geest, ontferm u over ons!

 

Intonatio: Also hat Gott die Welt geliebet, daß er seinen eingebornen Sohn gab

Alzo lief heeft God de wereld gehad, 

dat hij zijn eniggeboren zoon gegeven heeft.

 

Soli: Auf daß alle, die an ihn gläuben, nicht verloren werden

Opdat allen die in hem geloven, niet 

verloren gaan, maar eeuwige leven zullen hebben.

 

Capella: Er sprach zu seinem lieben Sohn (Martin Luther)

Hij sprak tot zijn geliefde Zoon:

Ik kan 't niet langer lijden;

nu is het tijd, verlaat mijn troon

en stel U aan zijn zijde;

sta voor hem in als bondgenoot,

verdelg de zonde en de dood

en laat hem met U leven.

 

Soli: Das Blut Jesu Christi

Het bloed van Jezus Christus, Gods

zoon, reinigt ons van alle zonden.

 

Capella: Durch ihn ist uns vergeben (Ludwig Helmbold)

Hij heeft aan ons vergeven

de schuld en schenkt ons leven.

Bij U, o God, bezitten

wij schatten ongeweten.

 

Soli: Unser Wandel ist im Himmel

Onze wandel is in de hemel, vanwaar wij ook 

de Heiland, Jezus Christus, verwachten, 

de Heer die ons nietige lichaam zal verheerlijken 

opdat het gelijk zal zijn aan zijn verheerlijkt lichaam.

 

Capella: Es ist allhier ein Jammertal (Johann Leon)

Het is hier een tranendal,

angst, nood, ellende overal.

Het leven is kort,

vol moeite en zorg.

Als je er bij stilstaat,

geraak je in tweestrijd.

 

Soli: Wenn eure Sünde gleich blutrot wäre

Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen

wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, 

zij zullen zijn als witte wol.

 

Capella: Sein Wort, sein Tauf, sein Nachtmahl (Ludwig Helmbold)

Zijn woord, zijn doop en Avondmaal

beschermen ons tegen alle onheil;

de heilige Geest leert ons om

daarop in geloof te vertrouwen.

 

Solo: Gehe hin mein Volk

Ga heen, mijn volk, ga in uw binnenkamer en sluit

de deuren achter u; verberg u een korte 

tijd, tot de toorn voorbij is.

 

Soli: Der Gerechten Seelen sind in Gottes Hand

De zielen van de rechtvaardigen zijn in Gods hand:

geen kwelling kan hen deren.

In het oog der dwazen was het, of zij stierven;

Hun afscheid werd als een pijniging beleefd

Hun heengaan werd aanzien als ondergang,

Maar ze zijn in de vrede ingegaan…

 

Solo: Herr, wenn ich nur dich habe

Heer, als ik u maar heb,

vraag ik niets in de hemel of op de aarde.

 

Soli: Wenn mir gleich Leib und Seele verschmacht 

Al verkwijnen mijn lichaam en mijn ziel,

dan nog zijt Gij, o God, altijd

de troost mijns harten en mijn erfdeel.

 

Capella: Er ist das Heil und selig Licht (Martin Luther)

Hij is het heil en zalig licht

Voor de volken

Om te verlichten die u niet kennen

En om hen te weiden

Voor zijn volk Israel is Hij

lof en eer, vreugde en lust.

 

Soli: Unser Leben währet siebenzig Jahr

De dagen onzer jaren, daarin zijn zeventig jaren,

en, indien wij sterk zijn, tachtig jaren;

wat ons daarin dierbaar was,

het is moeite en leed geweest.

 

Capella: Ach, wie elend ist unser Zeit (Johannes Gigas)

Ach, hoe ellendig is onze tijd

alhier op aarde.

zodra de mens geboren is,

staat vast dat hij moet sterven.

Hier in dit tranendal is

Moeite en leed overal,

Ook als je succesvol bent.

 

Solo: Ich weiß, daß mein Erlöser lebt

Ik weet dat mijn verlosser leeft

en hij zal mij hierna uit de aarde doen verrijzen,

en ik zal weer met deze, mijn huid, worden bekleed,

en zal in mijn vlees God zien.

 

Capella: Weil du vom Tod erstanden bist (Nikolaus Herman)

Omdat Gij uit de dood zijt opgestaan,

Zal ik niet in het graf blijven. 

Mijn grootste troost is uw verrijzenis; 

doodsangst kunt gij verdrijven. 

Want waar gij zijt, daar gaan ik heen

zodat ik steeds bij u leef en bij u ben.

Daarom ga ik heen in vreugde.

 

Soli: Herr ich lasse dich nicht du segnest mich denn

Heer, ik laat u niet gaan tenzij gij mij zegent.

 

Capella: Er sprach zu mir (Martin Luther)

Hij sprak tot mij: hou mij nu vast

Dan zal het u wél gaan

Ik heb mijn leven veil voor u,

Ik zal voor u strijden.

Mijn leven verslindt de dood

Mijn onschuld draagt uw zonde:

Zalig zijt gij zo geworden.

 

II. Motet

Herr, wenn ich nur dich habe

Heer, als ik u maar heb, vraag ik 

niets in de hemel of op de aarde. 

Al verkwijnen mijn lichaam en mijn ziel,

dan nog zijt Gij, o God, altijd de

troost mijns harten en mijn erfdeel.   

 

III. Lofzang van Simeon
 

Herr, nun lässest du deinen Diener in Frieden fahren

Koor I

Heer, nu laat gij uw dienaar in vrede heengaan 

zoals u gezegd hebt,

want mijn ogen hebben uw heil gezien

dat gij hebt bereid voor alle volkeren, een licht 

om de heidenen te verlichten, en tot eer van uw volk Israël.

 

Koor II

Zalig zijn de doden die in de Heer sterven. 

Zij rusten uit van hun arbeid en hun werken volgen hen na. 

Zij zijn in de hand van de Heer

en geen kwelling deert hen.

Los Angeles Master Chorale

Het met een Grammy Award bekroonde Los Angeles Master Chorale, geprezen als “het allerbeste grote koor in Amerika” (Los Angeles Times), is een hoeksteen van het culturele landschap van Los Angeles. Onder leiding van artistiek directeur Grant Gershon en geassocieerd artistiek directeur Jenny Wong treedt het koor op in de Walt Disney Concert Hall en toert het internationaal. Geroemd om zijn artistieke durf en vocale uitmuntendheid, creëert het koor werken van toonaangevende hedendaagse componisten en werkt het samen met de Los Angeles Philharmonic. Onder leiding van Grant Gershon bracht het Los Angeles Master Chorale acht albums uit, waaronder the national anthems met werken van David Lang.

Grant Gershon

muzikale leiding

Grant Gershon, Kiki & David Gindler Artistic Director, wordt geprezen om zijn avontuurlijk en gedurfd artistiek leiderschap. Hij dirigeerde meer dan 200 optredens van het Chorale in de Walt Disney Concert Hall in programma's die een breed scala aan koormuziek omvatten; van de vroege pijlers van het repertoire tot hedendaagse composities. Zo verzorgde hij wereldpremières van werken van componisten als John Adams, Louis Andriessen, Eve Beglarian, David Lang en Steve Reich. Gershon dirigeerde in prestigieuze concertzalen, zoals Carnegie Hall en het Lincoln Center, en werkte samen met dirigenten als Abbado, Boulez, Dudamel, Maazel, Rattle en Salonen. Tot zijn opnames behoren Le Grand Macabre van Ligeti en samen met het Chorale bracht hij 8 albums uit, waaronder Glass-Salonen, Daniel Variations en Miserere

 

Peter Sellars

regie en vertaling

Peter Sellars verwierf internationale bekendheid door zijn baanbrekende interpretaties van meesterwerken uit de opera en geldt als een van de belangrijkste figuren uit het hedendaagse theater. Van Così fan tutte in een diner in Cape Cod en Le nozze di Figaro in een luxe appartement in Trump Tower, tot de creatie van opera’s van John Adams en Kaija Saariaho - Sellars is nooit gestopt met het verleggen van de grenzen van het genre. Daarnaast leidde Sellars verschillende grote kunstfestivals, waaronder de Los Angeles Festivals in 1990 en 1993 en het 2002 Adelaide Arts Festival. Hij ontving een MacArthur Fellowship, de Erasmusprijs voor bijdragen aan de Europese cultuur en in 2014 de prestigieuze Polar Music Prize.

James F. Ingalls

lichtontwerp

James F. Ingalls maakt lichtontwerpen voor zowel ballet en moderne dans als theater, symfonieconcerten en opera. Hij werkt al sinds 1980 samen met Peter Sellars. Tot hun samenwerkingen behoren creaties van John Adams (Nixon in China, The Death of Klinghoffer, El Niño, Doctor Atomic, A Flowering Tree, The Gospel According to the Other Mary, Girls of the Golden West) en Kaija Saariaho (L’Amour de loin, Adriana Mater, La Passion de Simone, Only the Sound Remains). Daarnaast werkt Ingalls geregeld samen met Mark Morris (L’Allegro, il Penseroso ed il Moderato, The Hard Nut, Layla and Majnun, Mozart Dances, Orphée et Eurydice), het Paul Taylor Dance Company en met Twyla Tharp Dance.

sopraan

Graycen Gardner* 

Kelci Hahn* 

Elissa Johnston* 

Sunmi Shin* 

Addy Sterrett* 

Andrea Zomorodian* 

 

alt

Lindsay Patterson Abdou* 

Mindy Ella Chu* 

Callista Hoffman-Campbell 

Shabnam Kalbasi 

Laura Smith Roethe* 

Niké St. Clair 

Ilana Summers 

 

tenor 

Casey Breves* 

Matthew Brown 

Adam Faruqi* 

Dermot Kiernan* 

Joey Krumbein* 

 

bas

Derrell Acon* 

James Hayden* 

Luc Kleiner* 

Chung Uk Lee* 

Ben Lin 

Brett McDermid* 

 

portatieforgel 

Lisa Edwards

 

 viola da gamba

Eva Lymenstull

 

*solist 

Bozar Maecenas 

Monsieur et Madame Bertrand Ferrier • Barones Michèle Galle-Sioen • Monsieur et Madame Laurent Legein • Madame Heike Müller • Monsieur et Madame Dominique Peninon • Monsieur et Madame Antoine Winckler • Chevalier Godefroid de Wouters d'Oplinter  

Bozar Honorary Patrons

Comte Etienne Davignon • Madame Léo Goldschmidt  

Bozar Patrons 

Monsieur et Madame Charles Adriaenssen • Madame Marie-Louise Angenent • Comtesse Laurence d'Aramon • Monsieur Jean-François Bellis • Baron et Baronne Berghmans • De heer Stefaan Bettens • Monsieur Philippe Bioul • Mevrouw Roger Blanpain-Bruggeman • Madame Laurette Blondeel • Comte et Comtesse Boël • Monsieur et Madame Thierry Bouckaert • Monsieur Thierry Boutemy • Madame Anny Cailloux • Madame Valérie Cardon de Lichtbuer • Madame Catherine Carniaux • Madame Paloma Castro Martinez de Tejada • Prince et Princesse de Chimay • Monsieur Jim Cloos et Madame Véronique Arnault • Mevrouw Chris Cooleman • Monsieur et Madame Jean Courtin • Monsieur et Madame Denis Dalibot • Madame Bernard Darty • Monsieur Jimmy Davignon • De heer en mevrouw Philippe De Baere • Monsieur Nicolas De Coster et Madame Stéphanie Donnez • De heer Frederic Depoortere en mevrouw Ingrid Rossi • Monsieur Edouard Derom • Monsieur Patrick Derom • Madame Louise Descamps • Monsieur Amand-Benoit D'Hondt • De heer Bernard Dubois • Mevrouw Sylvie Dubois • Madame Claudine Duvivier • Madame Dominique Eickhoff • Baron et Baronne William Frère • De heer Frederick Gordts • Baron et Baronne Pierre Gurdjian • De heer en mevrouw Philippe en Martine Haspeslagh - Van den Poel • Madame Susanne Hinrichs et Monsieur Peter Klein • Monsieur Jean-Pierre Hoa • De heer Xavier Hufkens • Madame Bonno H. Hylkema • Madame Fernand Jacquet • Baron Edouard Janssen • Madame Elisabeth Jongen • Monsieur et Madame Jean-Louis Joris • Monsieur et Madame Adnan Kandyoti • Monsieur Sander Kashiva • Monsieur Sam Kestens • Monsieur et Madame Klaus Körner • Madame Marleen Lammerant • Monsieur Pierre Lebeau • Monsieur et Madame François Legein • Monsieur et Madame Charles-Henri Lehideux • Madame Gérald Leprince Jungbluth • Monsieur Xavier Letizia • Monsieur Bruno van Lierde • Monsieur et Madame Clive Llewellyn • Monsieur et Madame Thierry Lorang • Madame Olga Machiels-Osterrieth • De heer Peter Maenhout • De heer en mevrouw Jean-Pierre en Ine Mariën • De heer en mevrouw Frederic Martens • Monsieur Yves-Loïc Martin • Monsieur et Madame Dominique Mathieu-Defforey • De heer en mevrouw Frank Monstrey (urbion) • Madame Philippine de Montalembert • Madame Nelson • Monsieur Laurent Pampfer • Famille Philippson • Monsieur Gérard Philippson • Madame Lucia Recalde Langarica • Monsieur Bernard Respaut • De heer en mevrouw Guy en Martine Reyniers • Madame Fabienne Richard • Madame Elisabetta Righini et Monsieur Craig Finch • Monsieur et Madame Frédéric Samama • Monsieur Grégoire Schöller • Monsieur et Madame Philippe Schöller • Monsieur et Madame Hans C. Schwab • Monsieur et Madame Tommaso Setari • Monsieur et Madame Olivier Solanet • Monsieur Eric Speeckaert • Monsieur Jean-Charles Speeckaert • Vicomte Philippe de Spoelberch et Madame Daphné Lippitt • Madame Anne-Véronique Stainier • Monsieur Didier Staquet et Madame Lidia Zabinski • De heer Karl Stas • Monsieur et Madame Philippe Stoclet • Monsieur Nikolaus Tacke et Madame Astrid Cuylits • De heer en mevrouw Coen Teulings • Monsieur et Madame Philippe Tournay • Monsieur Jean-Christophe Troussel • Dr. Philippe Uytterhaegen • Monsieur et Madame Xavier Van Campenhout • De heer Marc Vandecandelaere • De heer Alexander Vandenbergen •Mevrouw Barbara Van Der Wee en de heer Paul Lievevrouw • De heer Koen Van Loo • De heer en mevrouw Anton Van Rossum • De heer Johan Van Wassenhove • Monsieur et Madame Michel Wajs-Golschmidt • Monsieur et Madame Albert Wastiaux • Monsieur Luc Willame • Monsieur et Madame Bernard Woronoff • Madame Danuta Zedzian • Monsieur et Madame Jacques Zucker  

Bozar Circle 

Monsieur et Madame Paul De Groote • Mevrouw Greet Puttaert • De heer Stefaan Sonck Thiebaut • Madame France Soubeyran • De heer en mevrouw Remi en Evelyne Van Den Broeck 

Bozar Young Circle 

Monsieur Axel Böhlke et Madame Clara Huizink • Monsieur Matteo Cervi • Monsieur Laurent Coulie et Madame Cory Zhang • Monsieur Rodolphe Dulait • Madame Ana Fota • Monsieur et Madame Melhan-Gam • De heer Koen Muylle • De heer Sander Muylle • Madame Audrey Noble • Madame Valéria Onofrj • Dr. Bram Peeters • Monsieur Guillaume van Doorslaer et Madame Emily Defreyne 

En onze Leden die anoniem wensen te blijven