Sufi Night
  25 Okt.'25
 - 20:00
Henry Le Boeufzaal
 
  20:00 - 21:00
Jawa
pauze: 15'
21:15 - 22:30
Istanbul Sufi Ceremonies Ensemble: het devran-ritueel
In het wit geklede mannen die rondwervelen, gedichten die de wijn en de geliefde bezingen… Het soefisme, een mystieke traditie gelinkt aan de islam, hanteert doorgaans een esthetiek van genot. Maar er zijn eindeloos veel varianten, sommige strenger dan andere, van de Marokkaanse bergen tot de valleien van de Indus.
Een ascetische leer
In het Arabisch betekent de stam ṣ.w.f ‘iemand die kleren van wol draagt’. Etymologisch gezien is dat de oorsprong van het woord ṣūfī, waarmee een islamitische mysticus wordt aangeduid. De wollen mantel die de soefi’s dragen symboliseert hun levenswijze, die gebaseerd is op materiële onthechting. Een belangrijke ceremonie bij tal van broederschappen is trouwens die waarbij de meester zijn leerling de mantel overhandigt als teken dat hij het volgende niveau in zijn opleiding heeft bereikt.
Verschillende pre-islamitische ascetische bewegingen vormden de voedingsbodem en daarop werden nieuwe praktijken geënt. In de begintijd van de islam beschouwden sommige gelovigen het als hun plicht aan de wereld te verzaken en hun uiterlijke gedragingen af te stemmen op hun inwendige ervaring, zoals het geloof dat voorschreef. De grote veroveringen in de eerste eeuwen van de islam (6e-7e eeuw) leidden tot overvloed en luxe, maar sommigen gingen op zoek naar de originele concepten, die soberheid voorstonden, en trokken zich terug uit de bewoonde wereld. In hun afgelegen woonst bouwden ze een verfijnde, spirituele relatie op met God en het Al. Dat deden ze via gebed, poëzie en muziek, rituelen die de deelnemers geregeld verheffen tot een staat van genade, waǧd genoemd (‘emotie’, ‘extase’).
Muziek en religie, een moeilijke relatie
Het historische dispuut over de plaats van muziek in de islam heeft het muzikale aspect heel erg beïnvloed: reciteren uit de Koran en oproepen tot het gebed worden niet gezien als muziek maken, maar dat geldt niet voor de ḏikr (het eindeloos herhalen van de naam van Allah) noch voor de sama‘ (een spiritueel ‘concert’). Sommige, heel strikte strekkingen verbieden muziek omdat ze zou afleiden van het gebed, maar andere stromingen waarderen muziek omdat die transcendentie stimuleert. De stem blijft het favoriete instrument, want daarmee kan het woord van God uitgedragen worden zoals dat in de Koran is vastgelegd. In verschillende gemeenschappen wordt het gebruik van instrumenten aangemoedigd. Het gaat dan vooral om percussie-instrumenten (bendir, daf…), maar ook andere instrumenten zoals de saz en de ney worden regelmatig gebruikt.
Institutionalisering van de rituelen
Het begrip ṣūfī sloeg oorspronkelijk enkel op één tak van de mystieke stromingen, maar tegen het einde van de 9e eeuw werd het algemeen gebruikt voor alle mystieke gebruiken in de islam. In die tijd werden alle verhandelingen in het Arabisch geschreven, het Perzisch zou pas op het einde van de volgende eeuw zijn intrede doen, later volgde het Turks. Om met God te versmelten ontwikkelde elke orde haar eigen ‘pad’ (ṭarīq), dat vorm kreeg door een liturgie of een ritueel.
Die paden werden geclassificeerd, getheoretiseerd en onderwezen. Ze werden gezien als de kennis van het ‘innerlijk’ (esoterisch), en die is superieur aan de kennis van het ‘uiterlijk’ (tradities en wetten). Maar in de praktijk kan men niet anders dan die twee soorten kennis met elkaar combineren.
In de loop van de 12e eeuw werden de mystieke praktijken steeds vaker uitgevoerd binnen hiërarchisch gestructureerde ordes en broederschappen, waar ze tot vandaag in eer worden gehouden. Soefi-aanhangers uit het oosten van Iran brachten een verandering in de meester-leerlingrelatie teweeg. De band die daarvoor al bestond tussen meester en leerling werd nog versterkt: vanaf dan stond de meester in voor het onderricht maar ook voor de opleiding van zijn leerlingen. In de volgende eeuwen bleef die relatie altijd even belangrijk en tegenwoordig is het een van de pijlers voor de overdracht van muzikale kennis in de oosterse wereld.
Hélène Sechehaye
De soefimuziek bezet een centrale plaats in de muzikale tradities van de islam en ontstaat vanuit een verlichte bijzonderheid. Ze schept een sacrale band tussen de menselijke melodie en de goddelijke echo.Ze is geboren uit het hart van het soefisme, de mystieke stroming uit de begindagen van de islamitische spiritualiteit, en belichaamt de zoektocht naar een levendige innerlijkheid, waar de goddelijke openbaring een intieme ervaring in het binnenste van de ziel wordt.
Het ontstaan ervan is terug te leiden tot de 7e eeuw, toen de eerste mystici, gehuld in een eenvoudige wollen mantel – de Arabische sūf waaraan het woord ‘soefisme’ is ontleend – zich afkeerden van de wereldse bekoringen en zich gingen wijden aan de contemplatieve soberheid. Die vestimentaire etymologische verklaring verzinnebeeldt hun vrijwillige zelfverloochening. Uit andere bronnen komt dan weer de spirituele dimensie naar voren: ‘soefisme’ zou afgeleid zijn van safā, de kristalheldere reinheid die de ziel nastreeft.
Pas tussen de 11e en de 13e eeuw ging het soefisme zich organiseren in ordes (ṭuruq), die gedragen werden door voorname figuren, zoals Abū Ḥāmid al-Ghazālī en Ibn ʿArabī, die in hun leer de liefde verhieven tot een fundamenteel kosmologisch grondbeginsel.
Centraal in die zelfontdekkingstocht staat de samāʿ, het spirituele luisteren. Voor Ibn ʿArabī overstijgen muziek en poëzie hun zintuiglijke dimensie en leiden ze de ziel naar de goddelijke werkelijkheid. Met hun symbolische kracht laten ze de perceptie de uiterlijke verschijningsvormen doorbreken en toegang krijgen tot het onzichtbare. Het streven naar de extase (wajd) die daaruit ontspruit, verheft de melodie tot een afspiegeling van de universele harmonie, waarbij elke noot een aanroeping wordt, en elke stilte de aanwezigheid van het goddelijke laat voelen.
Deze muzikale traditie onderscheidt zich door drie wezenlijke eigenschappen die samen haar eenheid uitmaken.
- Modale structuur en therapeutische dimensie – De muzikale modi, die verrijkt zijn met micro-intervallen, wekken spanningen en oplossingen op, en elke modus brengt een spirituele betekenis over.
- Geheugenfunctie – De composities en melodieën dragen de heilige teksten en de orale traditie over, en verbinden zo het verleden met het heden.
- Toonkleurdimensie – De interactie tussen de stem en de bamboefluit, of ney, laat harmonische spectra ontstaan, en versterkt zo de lichamelijke respons en de spirituele gewaarwording.
Aleppo, de tijdloze stem van het soefisme: acht eeuwen muzikale traditie
Vanaf de 12e eeuw liet Aleppo de stem van zijn mystici opstijgen naar het goddelijke. Onder de Ajjoebiden namen de devotionele praktijken in de stad een hoge vlucht, en in de Ottomaanse periode beleefden ze een hoogtepunt met de institutionalisering van de soefibroederschappen. Van de khānqāh-s van de Ajjoebiden tot de Ottomaanse zāwiyas … de stad bleef die unieke alchemie ademen die van de melodie een levend gebed maakte.
Aleppo groeide uit tot de bakermat van een multiseculiere muzikale traditie en heeft de soefi-inshād tot sacrale kunst verheven. In deze stad, een heuse smeltkroes waarin Arabisch, Turks en Perzisch erfgoed zich al eeuwenlang vermengt, schetst de stem van de voorzangers (munshidīn) een bijzondere spirituele geografie. Hun kunst belichaamt een muzikale ontologie die haar vervulling bereikt in de hadra (letterlijk “aanwezigheid”), de openbaring van de goddelijke aanwezigheid via de collectieve extase.
Het ritueel is opgehangen aan een dialoog tussen de wereldse en de hemelse dimensie: de improvisaties van de meester, die handelt vanuit een staat van mystieke inspiratie (ḥāl), worden beantwoord door het koor van volgelingen, dat met zijn repetitieve invocaties een ritmische en melodische onderbouw creëert. Wat betreft de structuur, steunt de muzikale architectuur op metrische cycli (īqāʿāt), waarvan de geordende kreeftengang de collectieve voortgang naar de extase (wajd) voortstuwt en ondersteunt (wajd).
Die fijn afgestelde klankenarchitectuur, waarin elke stilte volgens Jalāl al-Dīn Rūmī gepaard gaat met haar eigen barakah (zegening), en elke stembuiging een symbolische betekenis heeft, begeleidt de deelnemers op hun spirituele itinerarium. Die route leidt hen van de muraqabah (gefocuste meditatie) naar de extatische ervaring van de wajd, en mondt uiteindelijk uit in de contemplatieve eenwording met het goddelijke. Voor het soefisme in Aleppo liet de muziek het ritueel een gedaanteverandering ondergaan: van een eenvoudig illustratief element groeide de muziek uit tot een organiserend basisprincipe, dat zowel het individuele spirituele traject als de collectieve dynamiek van de ceremonie stuurt.
Maqāmāt: melodische architecturen en spirituele kleuren
De soefimuziek in het algemeen, en de Syrisch-Aleppijnse traditie in het bijzonder, worden gekenmerkt door een erg vergeestelijkte opvatting van de maqāmāt, waarbij hun louter muzikale functie wordt overstegen. Die modale structuren worden benaderd als psycho-akoestische entiteiten met specifieke eigenschappen en worden er zorgvuldig uitgekozen op basis van hun vermogen om welbepaalde bewustzijnsstaten uit te lokken. De maqām bayātī, bijvoorbeeld, wordt traditioneel geassocieerd met de sereniteit en de goddelijke nabijheid, terwijl de maqām ḥijāz dan weer de metafysische nostalgie en de bovenzintuiglijke verzoeking oproept.
Vanuit muziektherapeutisch oogpunt fungeren die maqāmāt als een akoestische plattegrond die de luisteraar wegwijs maakt in een proces van mystieke introspectie (sulūk). Met hun modale opbouw tekenen ze een gestructureerd emotioneel parcours uit, waarbij elke overgang bijdraagt tot een geleidelijke spirituele verheffing.
Die modale architectuur vindt haar wezenlijke aanvulling in het poëtische repertoire, waarin de klassieke qaṣīda en de bloemrijke muwashshaḥ met elkaar versmelten in een artistieke synergie. De semantische dichtheid van de teksten creëert, samen met de affectieve eigenschappen van de modi, een esthetische totaalervaring waarbij de poëtische betekenaar en het muzikale betekende een symbolische resonantie aangaan.
Mystieke dialogen: de dans van de derwisjen tussen Syrië en Turkije
Eenzelfde mystieke spiraal tolt zich, van het hart van Aleppo tot aan Istanbul, een weg naar het oneindige: die van de draaiende derwisjen, die met hun witte gewaden de onzichtbare windingen van de extase tekenen in de ruimte, terwijl de soefimelodieën het akoestische decor weven dat het aardse met het goddelijke verbindt.
Die samenvloeiing van het Aleppijnse en het Turkse erfgoed onthult een subtiele dialectiek tussen een eenvormige spirituele essentie en meervoudige veruitwendigingen. Beide tradities benaderen de muziek als een auditief verhelderend inzicht en ontwikkelen daarbij verschillende rituele grammatica’s.
In Aleppo is de praktijk schatplichtig aan de takiyya al-Mawlawiyya, het epicentrum van de samāʿmevlevi in het Ottomaanse Syrië. De plaatselijke sema is verwant aan het mystieke wervelen, waarbij elke draaiing symbool staat voor de omwenteling van de hemellichamen rond de metafysische as. Deze rituele choreografie is op een organische manier ingebed in de vocale praktijk van de munshidīn en brengt zo een heuse zintuiglijke polysemie tot stand waarbij de synthese van het lichamelijke en het akoestische plaatsvindt in de mystieke trance van de wajd.
De Turkse devran-ceremonie, met haar paleiselijke formalisme, legt een meer ceremoniële benadering aan de dag, waarbij de omwentelingen plaatsvinden binnen een strikte symbolische geometrie. Met zijn onafgebroken zang belichaamt de ney de nostalgie van de ziel die volgens de aanschouwing van Rumi gescheiden is van haar oorspronkelijke beginsel.
De Syrische bijzonderheid berust op de integratie van het erfgoed van de mevlevi in de lokale vocale praktijk. Zo ontstaat er een hybride taalgebruik waarin de Arabische modale complexiteit in dialoog treedt met de Ottomaanse choreografische grammatica, en dat maakt van Syrië, en van Aleppo in het bijzonder, een actief laboratorium van de islamitische akoestische mystiek.
Amira Nasraoui
Sinds de begindagen van de islamitische mystiek komen de soefi’s samen om God te gedenken in sacrale rituelen die, afhankelijk van de periode en de regio, onder verschillende namen bekendstaan. De paden van de soefi’s formaliseerden zich geleidelijk in georganiseerde tariqas (spirituele ordes), en zo groeiden die oorspronkelijk veranderlijke en informele bijeenkomsten uit tot gestructureerde ceremonies met discipline en gedeelde traditie als verbindende elementen.
Qua stijl lopen de soefi-gedenkingsrituelen (dhikr) uiteen, afhankelijk van de locatie en de pedagogische methoden van de orde, maar gewoonlijk worden er drie hoofdtypes onderscheiden:
- Qu’ud Dhikr: zittend en in stilte uitgevoerd,
- Qiyam Dhikr: staand en met ritmische wiegbewegingen uitgevoerd,
- Devran Dhikr: in een cirkelbeweging uitgevoerd, door hand in hand te lopen, of door rond een centrale as te draaien.
De Devran Dhikr bezet hierbij een bijzondere plaats, meer bepaald binnen de Khalwati-orde, die diep geworteld is in het culturele en spirituele weefsel van de Ottomaanse wereld. Deze praktijk groeide, van Anatolië tot de Balkan, uit tot het handelsmerk van de Khalwati-bijeenkomsten en vond ook haar weg naar andere invloedrijke ordes, zoals de Qadiriyya en Rifa'iyya.
De term devran is afgeleid van de Arabische stam dāra, wat zoveel betekent als “draaien” of “omwentelen”. In een spirituele context verwijst het naar een onafgebroken beweging – zoals die van de planeten in hun cirkelvormige baan, of van het bloed in onze aderen – die symbool staat voor het onophoudelijke gedenken van het goddelijke. Tijdens de ceremonie vormen de deelnemers een cirkel en voeren ze, begeleid door een sjeik, ritmische bewegingen uit onder het declameren van de namen van God.
Bij aanvang van het ritueel zingen de deelnemers samen een usul ilahisi, een hymne die de spirituele principes van het derwisjpad afbakent. Terwijl ze zacht heen en weer wiegen – een verwijzing naar de sierlijkheid van de cipressen die wiegen in het briesje – zet deze hymne de emotionele en spirituele toon van de bijeenkomst. Deze traditie wordt doorgaans in verband gebracht met de Anatolische soefimeester Shams al-Din Sivasi (16e eeuw).
De Devran Dhikr wordt uitgevoerd in een cirkelvormige opstelling – een heilig symbool van gelijkheid onder al wie op zoek is op het pad naar het goddelijke. De cirkel staat voor eenheid, zonder begin of einde, waarbij niemand boven een ander staat in de nabijheid tot God. De derwisjen geven elkaar de hand of plaatsen hun handen op elkaars schouders. Daarmee belichamen ze het idee van eenwording op het pad dat naar de waarheid (haqq) leidt.
In de Khalwati-traditie beweegt de devran naar links, naar de kant van het hart. De cirkel draait van rechts naar links, en zo leidt de beweging elke aanroeping op symbolische wijze naar het spirituele hart. De derwisjen proberen met elke omwenteling het goddelijke licht van de gedenking te laten schijnen op hun eigen hart, en op dat van hun metgezellen.
De ceremoniële ruimte waar de dhikr plaatsvindt zou het Profetische Licht van Mohammed (noor-i Muhammadî) vertegenwoordigen. Met luide en ritmische aanroepingen, die vaak met een grote intensiteit worden gedeclameerd, worden de derwisjen geoefend om God niet enkel tijdens het ritueel, maar op elk moment van hun dagelijks leven aanwezig te laten zijn. Deze krachtige gezangen helpen de zoekende mens de gewoonte aan te kweken van de onafgebroken gedenking, van de waarneming van het goddelijke in alle ervaringen.
De heilige hymnen die tijdens de dhikr worden gezongen, overstijgen de loutere schoonheid: ze zijn de dragers van de tijdloze spirituele leerstellingen. Via hun melodieën ontvangt de derwisj wezenlijke lessen in liefde, ethiek, en goddelijke kennis. Samen vormen die de leidende principes voor een leven op het soefipad.
Na de hymne worden er zegeningen en begroetingen ter ere van de profeet Mohammed (pubh) gedeclameerd, en gaat de cirkel over in de devran. Die begint met de aanroeping van de goddelijke naam Hu – een symbool van zuivere, spontane liefde voor de waarheid –gescandeerd in een harmonisch ritme. Daarna volgt de naam Hayy (“de eeuwig levende”), die de heropleving van de harten via de goddelijke gedenking vertegenwoordigt.
Door het hele ritueel heen brengt een groep vocalisten, de zogenaamde zakiran, hymnen en sacrale melodieën. Deze ervaren artiesten verrijken de ceremonie met elementen uit de traditionele islamitische muziek en wakkeren zo de spirituele sfeer nog aan. Het tempo van de dhikr kan, onder leiding van de sjeik, en naargelang de spirituele energie van de bijeenkomst, toenemen of afzwakken.
In de loop der jaren hebben de soefitradities elkaar ook geïnspireerd, en hebben ze verschillende vormen van dhikr overgenomen of aangepast. Een treffend voorbeeld daarvan is de Badawi-cirkel, een ritueel dat geworteld is in de Badawi-orde. In deze vorm wentelen de derwisjen om de sjeik heen, terwijl de zakiran zegeningen voor de profeet declameren. Nadien wordt er een fragment uit de Koran voorgelezen, gevolgd door een gezamenlijke smeekbede, de zogenaamde gulbank.
Het woord gulbank, dat uit het Perzisch afkomstig is, betekent letterlijk “zang van de nachtegaal.” Tijdens dit krachtige slotgebed weerklinkt een gezamenlijk en ritmisch “Allah Allah” en bewegen de deelnemers synchroon hun handen en voeten. De ceremonie bereikt een hoogtepunt met de krachtige aanroeping van “Hu” en de recitatie van al-Fatihea die de spirituele bijeenkomst bezegelt.
Jawa
Jawa is een ensemble dat zich inzet voor het behoud en de herinterpretatie van het muzikale soefi-erfgoed van Aleppo, een traditie met een diepe spirituele en artistieke diepgang die bedreigd wordt door de oorlog in Syrië. De soefimeesters, die de geheimen van deze muzikale traditie hebben bewaard, verdwijnen geleidelijk van het toneel, waardoor een schat aan liederen voorgoed verloren dreigt te gaan. Als bewaarders van dit rijke culturele erfgoed zorgt Jawa voor een eigentijdse kijk door instrumenten te introduceren in een repertoire dat van oudsher a capella wordt uitgevoerd. Tegelijkertijd wordt de klassieke manier van uitvoering van Soefi muwashahat met zijn complexe ritmes en oosterse maqams behouden. Een optreden door Jawa is meer dan een optreden, het is een daad van cultureel verzet en spirituele continuïteit.
Istanbul Sufi Ceremonies Ensemble
Het Istanbul Sufi Ceremonies Ensemble, opgericht in 2018 onder de auspiciën van het Turkse Ministerie van Cultuur en Toerisme, zet zich in voor het behoud en de heropleving van de muzikale en spirituele tradities van het Anatolische soefisme. Het ensemble voert rituelen uit van onder meer de Mevlevi-, Khalvati-, Qadiri- en Rifa’i-ordes, volgens hun oorspronkelijke vormen, zowel in concertzalen als in historische ruimtes. Het repertoire omvat de Mevlevi Sema, Devrân, Semah en dhikr-rituelen, waarin muziek, poëzie en dans samenkomen. Daarnaast onderzoekt en herstelt het ensemble bedreigde Ottomaanse soefipraktijken en draagt het deze via de traditionele meester-leerling methode over aan nieuwe generaties, waardoor kennis, devotie en kunst in harmonie blijven voortleven.
Jawa
 
stem
Khaled Alhafez
qanun
Youssef Nassif
ney
Tammam Mohamad Alramadan
percussie
Simon Leleux
oud
Fawaz Baker
viool
Marwan Fakir
draaiende derwisj
Hatim Aljamel
Istanbul Sufi Ceremonies Ensemble
hoofd van de derwisjen, Sjeik
Mehmet Fatih Çıtlak
 
artistieke directie, oud
Yüce Gümüş
manager, draaiende derwisj
Mehmet Mithat Özçakıl
adjunct-artistiek directeur, stem
Eray Cinpir
percussie
Aygen Atay
İbrahim Batın Özkayoğlu 
 
ney
Yasin Özçimi 
tanbur
Muhammed Hakki Özçimi 
qanun 
Tuncay Tuncay
stem
Yusuf Samet Bilkil
Fırat Özkan
Harun Cura
Mesut Çakarlı
Efe Sargın
draaiende derwisj
Abdurrahman Tevruz
Ali Fatih Olgun
İskender Cüre
Halit Yuşa Hacıdervişoğlu 
Abdullah Gürsoy
Yunus Emre Özer
Mustafa Uğur Bozkurt
Yusuf Öztürk
Yigitcan Ihlamur
Ömer Faruk Telliler
Yasin Öztürk
vrijwillige deelnemers
Osman Solmaz
Akif Yurduseven
Berat Ağaoğlu
Gazi Altınok
Abdullah Koç
Serdar Yılmaz
Burak Hüseyinoğlu
Mehmet Emin Hüseyinoğlu
Alperen Yeşilöz
Hüseyin Irım
Ferhat Çelik
Şeref Tuncer
Osman Burak Gezer
Ferhat Kafkas
Abdurrahim Yağız
Bayram Karakuzay
Seyit Ali Akbulut
Yasin Aydoğan
Abdurrahman Tok
Sadık Osman Bayrak
Abidin Çelik
Murat Bakırnay
Mustafa Öcalan
Hasan Selim
Mehmet Yılmaz
Bozar Maecenas
Patrick Derom Gallery • Monsieur et Madame Bertrand Ferrier • Baron en Barones Marnix Galle-Sioen • Baron Xavier Hufkens • Monsieur et Madame Laurent Legein • Madame Heike Müller • Monsieur et Madame Dominique Peninon • Monsieur et Madame Antoine Winckler • Monsieur et Madame Bernard Woronoff • Chevalier Godefroid de Wouters d'Oplinter
Bozar Honorary Patrons
Comte Etienne Davignon • Madame Léo Goldschmidt
Bozar Patrons
Monsieur et Madame Charles Adriaenssen • Madame Marie-Louise Angenent • Comtesse Laurence d'Aramon • Monsieur Jean-François Bellis • Baron et Baronne Berghmans • De heer Stefaan Bettens • Monsieur Philippe Bioul • Mevrouw Roger Blanpain-Bruggeman • Madame Laurette Blondeel • Comte et Comtesse Boël • Monsieur et Madame Thierry Bouckaert • Monsieur Thierry Boutemy • Madame Anny Cailloux • Madame Valérie Cardon de Lichtbuer • Madame Catherine Carniaux • Monsieur Jim Cloos et Madame Véronique Arnault • Mevrouw Chris Cooleman • Monsieur et Madame Denis Dalibot • Madame Bernard Darty • Monsieur Jimmy Davignon • De heer en mevrouw Philippe De Baere • Prince et Princesse de Chimay • De heer Frederic Depoortere en mevrouw Ingrid Rossi • Madame Louise Descamps • Madame Hélène Deslauriers • Monsieur Amand-Benoit D'Hondt • De heer Bernard Dubois • Mevrouw Sylvie Dubois • Madame Claudine Duvivier • Madame Dominique Eickhoff • Baron et Baronne William Frère • De heer Frederick Gordts • Baron et Baronne Pierre Gurdjian • De heer en mevrouw Philippe Haspeslagh - Van den Poel • Madame Susanne Hinrichs et Monsieur Peter Klein • Monsieur Jean-Pierre Hoa • Madame Bonno H. Hylkema • Madame Fernand Jacquet • Baron Edouard Janssen • Madame Elisabeth Jongen • Monsieur et Madame Jean-Louis Joris • Monsieur et Madame Adnan Kandiyoti • Monsieur Sander Kashiva • Monsieur Sam Kestens • Monsieur et Madame Klaus Körner • Madame Marleen Lammerant • Monsieur Pierre Lebeau • Monsieur et Madame François Legein • Monsieur et Madame Charles-Henri Lehideux • Monsieur et Madame le Hodey • Madame Gérald Leprince Jungbluth • Monsieur Xavier Letizia • Monsieur Bruno van Lierde • Madame Florence Lippens • Monsieur et Madame Clive Llewellyn • Monsieur et Madame Thierry Lorang • Madame Denise Louterman • Madame Olga Machiels-Osterrieth • De heer Peter Maenhout • De heer en mevrouw Frederic Martens • Monsieur Yves-Loïc Martin • Monsieur et Madame Dominique Mathieu-Defforey • De heer en mevrouw Frank Monstrey (urbion) • Madame Philippine de Montalembert • Madame Nelson • Monsieur Laurent Pampfer • Dr. Bram Peeters et Monsieur Lucas Van Molle • Madame Christine Perpette • Philippson • Monsieur Gérard Philippson • Comte et Comtesse Antoine de Pracomtal • Monsieur Bernard Respaut • Madame Fabienne Richard • Madame Elisabetta Righini et Monsieur Craig Finch • Monsieur et Madame Michael Rosenthal • Monsieur et Madame Frédéric Samama • Monsieur et Madame Philippe Schöller • Monsieur et Madame Hans C. Schwab • Monsieur et Madame Tommaso Setari • Monsieur et Madame Olivier Solanet • Monsieur Eric Speeckaert • Monsieur Jean-Charles Speeckaert • Vicomte Philippe de Spoelberch et Madame Daphné Lippitt • Madame Anne-Véronique Stainier • Monsieur Didier Staquet et Madame Lidia Zabinski • De heer Karl Stas • Monsieur et Madame Philippe Stoclet • Monsieur Nikolaus Tacke et Madame Astrid Cuylits • De heer en mevrouw Coen Teulings • Monsieur et Madame Philippe Tournay • De heer en mevrouw Koen en Anouk Van Balen-Stulens • Monsieur et Madame Xavier Van Campenhout • De heer Marc Vandecandelaere • De heer Alexander Vandenbergen • Mevrouw Barbara Van Der Wee en de heer Paul Lievevrouw • Monsieur Michel Van Huffel • De heer Koen Van Loo • De heer en mevrouw Anton Van Rossum • De heer Johan Van Wassenhove • Monsieur et Madame Michel Wajs-Goldschmidt • Monsieur et Madame Albert Wastiaux • Monsieur Luc Willame • Madame Danuta Zedzian • Monsieur et Madame Jacques Zucker
Bozar Circle
Monsieur et Madame Paul De Groote • Mevrouw Greet Puttaert • De heer Stefaan Sonck Thiebaut • De heer en mevrouw Remi en Evelyne Van Den Broeck
Bozar Young Circle
Monsieur Axel Böhlke et Madame Clara Huizink • Monsieur Rodolphe Dulait • Madame Ana Fota • De heer Koen Muyle • De heer Sander Muyle • Madame Valeria Onofrj • Sir Gabriel Smit Pergolizzi • Monsieur Guillaume van Doorslaer et Madame Emily Defreyne
En onze Leden die anoniem wensen te blijven
 
     
     
     
     
     
     
     
    