John Baldessari, 1982 © John Baldessari 1982. Courtesy the Estate of John Baldessari © 2025, Courtesy John Baldessari Family Foundation.

Gepubliceerd op - David Platzker

Dit, Dat, of het Andere

David Platzker over John Baldessari

John Baldessari was een reus in de hedendaagse kunst en heeft meermaals gebroken met de ongeschreven wetten. De expo die Bozar aan zijn werk wijdt, is een must-see voor iedereen die de subtiliteiten van de avant-garde van de tweede helft van de 20e eeuw wil begrijpen.

John Baldessari (1931-2020) is grootgebracht in een wereld vol botsende talen. Zijn ouders waren naar Amerika uitgeweken en hebben elkaar daar leren kennen. De roots van zijn moeder lagen in Denemarken, zijn vader was een Italiaanstalige Oostenrijker uit het zuiden van Tirol. John is geboren in 1931. Hij groeide op in Californië, in een stadje met de paradoxaal aandoende naam National City, iets ten zuiden van San Diego en op negentien kilometer van de grens met Mexico. Hij groeide op in een gezin waar gebroken Engels de voertaal was, maar kwam zijn hele jeugd lang ook in contact met het Spaans.

In een terugblik op zijn opvoeding schreef Baldessari over het snijpunt tussen locatie en taal, zoals hij dat in National City heeft ervaren:

"Ik omring mezelf graag met boeken en tijdschriften waarin ik zomaar kan beginnen te lezen. Ze vormen een soort surrogaatwereld voor me, samen met de tv. De verklaring daarvoor ligt volgens mij in het feit dat ik ben opgegroeid in een getto waar weinig boeken waren en je geen rijk leven leidde. Ik moest er boeken en tijdschriften bestellen. Ik voerde er als het ware mijn eigen cultuur in. Mijn ouders waren Europese immigranten … en ze hadden geen gemeenschappelijke moedertaal. Ik denk dat ik taal hoger inschat dan kunst omdat ik meer over taal en schrijven lees dan over kunst … Voor mij zijn woorden en visuele beelden iet of wat inwisselbaar, en dat stimuleert me. Ik heb geen voorkeur voor het ene of het andere. Ik speel zoals een auteur of schrijver speelt. Ik maak sinds 1957 kunst en ik heb intussen wel geleerd hoe je betekenissen kunt samenbrengen."

Net zoals veel andere conceptuele kunstenaars beschouwde Baldessari taal als een plastisch materiaal dat dezelfde artistieke waarde heeft als beelden, als ze al niet waardevoller is. Terwijl kunstenaars zoals Joseph Kosuth en Lawrence Weiner “kunstsignalen”, zoals verf op doek, expressie en visueel beeldwerk weerden uit hun werk, ging Baldessari op zoek naar een evenwicht tussen tekst en representatie. In de etsenreeks Los Caprichos (de bevliegingen, 1797–98) en de postuum uitgebrachte reeks diepdrukken Los Desastres de la Guerra (de verschrikkingen van de oorlog, 1810–20) van Goya zag hij een sjabloon voor hoe beelden en tekst elkaar in evenwicht kunnen houden op het intellectuele en visuele vlak, maar een nieuwe, congruente betekenis krijgen als ze bij elkaar worden gebracht.

In 1926 erfde het San Diego Museum of Art een aantal losse platen van Los Caprichos, zoals Tú que no puedes (jij die niet meer kunt). Baldessari herinnerde zich dat hij die een paar keer had gezien tijdens schooluitstappen en toen hij als jongvolwassene het museum bezocht. Net zoals andere etsen uit de reeks laat Tú que no puedes een politiek beladen beeld versmelten met de korte bijtende tekst eronder die meteen ook de titel van de ets is. De woorden voegen een contextuele laag toe aan het beeld: twee afgepeigerde plattelanders die elk een schijnbaar vrolijke ezel op hun rug meedragen. Voor het toenmalige Spaanse publiek, dat met de titel van het werk al meteen een hint meekreeg, was de bespottelijke rolwisseling tussen de lastdieren en de verpauperde mannen een speelse verwijzing naar het populaire spreekwoord Tú que no puedes, llévame a cuestas (jij die niet meer kunt, draag me op de rug). Dat was een schimpscheut aan het adres van de adel en de clerus die de armen hoge belastingen en pachtgelden lieten betalen en sociale beperkingen oplegden waarvan ze zichzelf vrijstelden.

Vanaf halfweg de jaren 1960 vermengde Baldessari veelvuldig beelden met teksten om verhalen te vertellen. De titel van deze tentoonstelling, John Baldessari: Parabels, fabels en andere grote verhalen, is een directe verwijzing naar dit aspect van zijn werk. Een van zijn vroegste werken dat in de expo is opgenomen, Ingres and Other Parables (1972), is rechtstreeks geënt op wat hij heeft gezien in het werk van Goya. De reeks bestaat uit tien foto’s die telkens boven een kort verhaal zijn geplaatst. De foto en de tekst hebben wel iets met elkaar te maken, maar versterken elkaar in de eerste plaats. Om ook het internationale publiek te kunnen bereiken, liet Baldessari elke parabel van Ingres and Other Parables vertalen in het Frans, Duits en Italiaans, waarmee het werk voor een grote groep uiteenlopende lezers toegankelijk werd.

In 1999 was de cirkel rond voor Baldessari toen hij de nalatenschap van Goya rechtstreeks verwerkte in een reeks werken die hij zelf beschouwde als een onmiskenbaar onderzoek naar de afdrukken van de artiest:

"Ik vind de poëzie en de dubbelzinnigheid [in de titels van Goya] intrigerend vanwege de woordkeuze en de bewoordingen, en vanwege het feit dat de titel niet specifiek betrekking heeft op het beeld. Ze hebben iets diffuus en algemeens, waardoor ze ook op zichzelf kunnen staan. Ze zijn rijk. In dit nieuwe werk gebruik ik zijn titels, of vind ik zelf Goya-achtige titels uit, en die koppel ik dan aan foto’s die ik heb gemaakt. De beste combinaties zijn die waarbij de foto noch de titel domineert. Ze zijn allebei even belangrijk en er ontstaat een moment van synthese en evenwicht."

Het gebruik van taal en beelden als hefboom speelt een grote rol in het hele oeuvre van Baldessari. De expo in Bozar belicht deze eenheid, samen met zijn eeuwige verlangen om het publiek via verschillende interactieplatformen te bereiken. Dat verlangen vloeit voort uit zijn nieuwsgierigheid naar de snijpunten tussen openlijke en bedekte betekenisniveaus in de kunst.