Gepubliceerd op

Salaam Irân

Op 29 maart om 19 uur zoomt Bozar in op Sanaz Azari, een bijzonder getalenteerde Belgisch-Iraanse regisseur wiens werk het midden houdt tussen fictie en documentaire. Ontdek in haar gezelschap Salaam Isfahan en I comme Iran: twee complementaire films, die elk op hun manier de unieke kijk van Iraniërs op hun eigen land en hun recente geschiedenis in beeld brengen.

In welke omstandigheden ben je in België terecht gekomen?

Ik werd geboren in 1981, in volle oorlog tussen Iran en Irak. Met andere woorden: twee jaar na de Islamitische Revolutie. Mijn ouders, die helemaal geen politieke activisten waren, besloten het land te verlaten toen ik vier jaar oud was, gewoon omdat ze een normaal leven wilden leiden. Ze hielden de relaties met Iran wel tastbaar. Ik beschrijf het altijd zo: fysiek hadden we Iran verlaten, mentaal niet. We aten thuis Perzisch, luisterden naar Iraanse muziek en werden in slaap gesust door de poëzie die mijn vader declameerde.

Waarom koos je er in Salaam Isfahan voor om Iraniërs te filmen tijdens de presidentsverkiezingen in 2009?

Het oorspronkelijke plan was om met een uiterst nauwkeurige foto-filmcamera straatbeelden te maken van voorbijgangers tijdens fotosessies. Foto's doen de tijd immers stilstaan en creëren momenten van stilte die, paradoxaal genoeg, veel laten doorschemeren. Toen ik in 2009 begon te filmen, besefte ik dat de presidentsverkiezingen dichtbij waren. Die namen een bijzondere wending. De volksopstand na de herverkiezing van Mahmoud Ahmadinejad als president van de Islamitische Republiek werd gedragen door een volksbeweging: de Iraniërs trokken toen al de straat op om stemmen te ronselen voor de andere kandidaat, Mir Hossein Moussavi, die toen de steun van de hervormers genoot. Toen Ahmadinejad de verkiezingen 'won', hoewel de meerderheid van de Iraniërs op zijn tegenstander had gestemd, kwamen de mensen echt in opstand. Zo vraag ik in de film aan twee jongeren op de fiets waar ze heen gaan, en ze antwoorden: 'We gaan ons in elkaar laten slaan.' De mensen waren wanhopig. Ze gingen ervan uit dat de verkiezingen vervalst waren. Dat was dé gebeurtenis van het jaar. Dat gevoel van onrecht deed het jarenlange ongenoegen opborrelen.

Hoe zag het Iraans middenveld er toen uit?

Ik trof een uiterst alerte samenleving aan met mensen die - ondanks het regime - op zoek gingen naar informatie waar die maar te vinden was, en die hevig naar cultuur verlangden. Zo werden sommige films van Pasolini, die ik tijdens mijn studie aan La Cambre te zien kreeg, clandestien in de kelders van huizen vertoond. De drang om te leven was onvoorstelbaar, ook al was dat leven gevaarlijker geworden. Ik zag welke indrukwekkende rol cultuur speelde en hoe die hen de kracht gaf om vol te houden, ondanks de politieke omstandigheden. Tegelijk vraag ik me af of de mensen niet berusten in een aanvaarding van het huidige regime door in het verborgene een parallel leven te leiden, beperkt tot de ruimte van hun geheime tuin. Zo trachten ze de dagelijkse sleur te doorstaan. Het trauma van de revolutie en de oorlog tussen Iran en Irak is nog duidelijk voelbaar en ik denk dat de Iraniërs wellicht niet meer in staat zijn om nog eens zo veel geweld te verdragen. De oorlog vergemakkelijkte trouwens de consolidatie van het regime. De Iraniërs konden niet tegelijk oorlog voeren en politiek verzet plegen.

Hoe ontstond het project I comme Iran?

Eigenlijk wilde ik gewoon Perzische lessen volgen. Al tijdens de eerste lessen besefte ik dat de basiswoorden ook een politieke bijklank hadden en dat de taal daardoor haar onschuld verloor. Vanuit die idee ontstond de film: het leerproces in beeld brengen en via elk woord ook een stukje van het verhaal van het moderne Iran vertellen. De rol van docent vertrouwde ik toe aan Behrouz Majidi, die ik via een gemeenschappelijke vriend had leren kennen. Ik had al heel wat docenten voor de film ontmoet, maar was op zoek naar iemand die tegelijk een goed docent én een getalenteerd verteller was. Behrouz was beide: hij was een Iraans burger die zijn land was ontvlucht en zo een hechte band met Iran had opgebouwd. Ik vroeg hem dus om me te leren schrijven zoals hij dat aan een kind uit de eerste klas zou leren. Hij koos elke keer een woord die een andere letter bevatte en koppelde daaraan een verhaal rond zijn belevenissen of zijn kijk op Iran. Voor mij was het belangrijk om dat taalonderwijs te structureren rond de recente geschiedenis van het land en meer specifiek rond de revolutie: precies de laatste les in het taalhandboek voor Iraanse kinderen in de eerste klas. Dankzij Behrouz, werd het woord 'revolutie' bovendien aangebracht door een man die daarin een actieve rol speelde.

Door wiens ogen bekeek je het thema zelf? Door de ogen van een Iraanse of een westerse vrouw? Of allebei?

Ik geloof dat het Cézanne was die zei: "Ik schilder niet de boom, maar de afstand tussen de boom en mezelf'. Dat is ook zowat de manier waarop ik in mijn films naar Iran kijk. Zo hebben de collages die ik in I comme Iran maak iets heel Belgisch over zich. Het is een beetje als de ontspoorde blik van Magritte in zijn schilderij La trahison des images, met het legendarische bijschrift 'Ceci n'est pas un pipe'. Salaam Isfahan is duidelijk een film over naar huis terugkeren. Iraniërs die in Iran wonen, hadden die wellicht nooit kunnen draaien. Al mijn films vertonen raakvlakken met documentaires en fictie. Ik zet de werkelijkheid in scène om ze extra in de kijker te plaatsen. Onlangs draaide ik Faites sortir les figurants, waarin bijrollen de hoofdrol speelden. Tegelijk worden figuranten geacht om tijdens de film waarin ze kort opduiken op de achtergrond te blijven. Ik vond het interessant om die logica om te keren en naar verschillende draaidagen te gaan om diegenen die gewoonlijk anoniem blijven voor het voetlicht te halen. Die omkering draait niet om film, maar wil daarentegen laten zien op welke manier mensen in films worden getoond. De figuranten zijn voor de beeldvorming min of meer wat mensen zijn voor de maatschappij: die behandelt hen immers zoals de filmindustrie figuranten behandelt.

 

In aanwezigheid van regisseur Sanaz Azari en de Iraanse filmcriticus Bamchade Pourvali

In het kader van het EU-project HerMaP - Erfgoed- en beheersproject Europa-Iran