Branford & Wynton Marsalis

Gepubliceerd op - Luc Vermeulen

Twee broers, twee lotsbestemmingen

De ene is trompettist, de andere saxofonist. De ene bedenkt jazz die onveranderlijk swingt, de andere zoekt gulzig de grenzen van het genre op. De broers Wynton en Branford Marsalis volgen elk hun eigen weg. In februari en maart ontvangen we hen voor twee reeksen bijzondere concerten.

Uitgestippelde paden

Muziek zit het gezin Marsalis in het bloed. Dat is helemaal niet zo verwonderlijk, want hun verhaal is nauw verbonden met New Orleans. Daar, in de bakermat van de jazz, is alles begonnen toen Ellis Marsalis Jr., pianist en muziekdocent aan de universiteit, kennismaakte met Dolores Ferdinand, een zangeres uit een bekende muzikale familie uit Louisiana. Het stel zou zes zonen krijgen, van wie er vier de weg van de muziek insloegen.

Branford, Ellis & Wynton Marsalis
© AP

Branford is de oudste van de broers. Aanvankelijk speelde hij klarinet, maar later ging hij zich toeleggen op de saxofoon. Wynton, die een jaar jonger is, ontpopte zich als trompettist, maar zijn enthousiasme liet even op zich wachten: hij kreeg zijn eerste trompet toen hij zes was, maar ging er pas vanaf z’n twaalfde vol overgave op spelen. En dan zijn er nog Delfeayo, de trombonespeler die later ook producer van zijn oudere broers werd, en Jason, de jongste, die achter het drumstel plaatsneemt.

De vier broers maakten zich de klassieke muziek eigen op de schoolbanken, terwijl ze zich thuis verdiepten in de jazz. Twee van hen gaven echter blijk van een uitzonderlijk muzikaal talent. Branford en Wynton lieten Louisiana achter zich om aan prestigieuze instituten te gaan studeren: Branford trok naar het Berklee College of Music in Boston, en Wynton koos voor de Juilliard School in New York. Stilaan begonnen de contouren van hun toekomst zich af te tekenen ...

Een gemeenschappelijke start

Al tijdens hun studie gaven de twee broers blijk van een grote volwassenheid. Al snel versterkten ze de bigband van Art Blakey, de grootmeester van de hard bop. De drummer was onder de indruk van de overgave waarmee de negentienjarige trompettist speelde en nodigde Wynton uit toe te treden tot het intieme kringetje van muzikanten van The Jazz Messengers. Ook Branford kwam in actie: hij speelde aan de zijde van de grootste namen, zoals vibrafonist Lionel Hampton en trompettist Clark Terry, en werd al snel ingelijfd bij de band van Art Blakey.

Wanneer de twee broers samenspelen, geeft dat altijd vonken. Niemand die onbewogen blijft bij de combinatie van de ronde, precieze en zachte klank van Wynton met de melodisch-ritmische vindingrijkheid van Branford. Ook Herbie Hancock bezweek voor hun samenspel en nam de broers in 1981 mee op tournee.

De broers speelden maar wat graag de rol van sidemen voor de grote jazzmuzikanten. Maar ze liepen over van de ideeën. Wynton wou meer vrijheid en richtte daarom in 1982 zijn eigen kwintet op. Branford Marsalis speelde tenor- en sopraansax in het ensemble, Kenny Kirkland nam plaats achter de piano, Phil Bowler bespeelde de contrabas en Jeff Watts was de drummer van het vijftal.

Het debuutalbum van de groep, dat eenvoudigweg Wynton Marsalis werd gedoopt, werd enthousiast onthaald. Het album Think of One (1983), dat een jaar later uitkwam, leverde Wynton zijn eerste Grammy op (Best Jazz Instrumental Performance, Soloist). Later zou hij nog acht Grammy Awards winnen.

Albums wisselden af met concerttournees en werden telkens weer bejubeld door de recensenten en het publiek. In 1985 stapte Branford echter uit het kwintet om zijn eigen weg te gaan.

Schitterende carrières

In werkelijkheid had Branford al in 1984 afscheid genomen van het kwintet met de release van zijn eerste soloalbum. Scenes in the City is een evocatie van de nachtelijke dwaaltochten van een jazzman door de straten van Manhattan, waarmee de jonge saxofonist zijn wedergeboorte aankondigt als een artiest die zich helemaal heeft bevrijd van elk artistiek keurslijf.

Scenes in the City
© Columbia Records

Voor Branford werd 1985 een jaar van ontdekkingen. De saxofonist stapte niet alleen op uit het kwintet van Wynton, maar zette ook zijn eerste stappen in het funkrockuniversum dat de eighties bezielde. Hij ging spelen in de band rond de Britse zanger Sting die na zijn avontuur met The Police zijn solocarrière van de grond probeerde te krijgen. Die samenwerking leverde hen een aantal wereldhits op, waaronder het uiteraard Englishman in New York, waarin de sopraansax van Branford de Big Apple en zijn ongrijpbare sfeer in muziekvorm giet.

Daarna richtte Branford samen met zijn vroegere partners Watts en Kirkland en contrabassist Robert Hurst zijn eigen kwartet op. Het vervolg van zijn carrière zou verlopen in het ritme van verschillende projecten die bekroond werden op de Grammies en van tal van prestigieuze samenwerkingen. Zo speelde hij samen met, onder anderen, Dizzy Gillespie, Terence Blanchard, Joey Calderazzo en zijn broer Wynton met wie hij in de loop van de jaren 1990 verschillende opnames zou inblikken.

Wynton bleef evenmin op zijn lauweren rusten. Ook hij speelde in goed gezelschap. Zo bundelde hij niet alleen de krachten met Sarah Vaughan en Sonny Rollins, maar ook met Eric Clapton met wie hij als duo een bluesproject opzette.

De trompettist heeft bovendien meer dan één pijl op zijn boog. Zo is hij al van zijn kindertijd gek van klassieke muziek. Toen hij amper 14 was, nam hij samen met het New Orleans Symphony Orchestra het Trompetconcert van Haydn op. Tot in de jaren 1990 wisselde hij de blues- en traditionele jazzcompilaties vrolijk af met het klassieke symfonische repertoire. In 1984 werd hij zo de eerste muzikant die zich zowel in de categorie klassieke muziek als in de categorie jazz bekroond zag met een Grammy!

Wynton bleef de primeurs opstapelen. In 1997 was hij ook de eerste jazzmuzikant die de Pullitzer Prize kreeg. Hij is namelijk niet alleen muzikant, maar ook componist. Het werk dat werd bekroond met een Pullitzer, Blood on the Fields, is een oratorium dat het verhaal brengt van de bloedige ontstaansgeschiedenis van de Verenigde Staten van Amerika tegen de achtergrond van het kolonialisme en de slavenhandel.

Ten slotte kunnen we ook niet om zijn vruchtbare samenwerking met een van de bekendste New Yorkse muziekinstituten heen: het Jazz at Lincoln Center Orchestra, waarvan hij in 1991 artistiek directeur werd. Samen met het orkest staat de trompettist en dirigent op de grootste podia ter wereld en speelt hij, altijd met oog voor het educatieve aspect, het grote jazzrepertoire.

De ene heeft zichzelf een traditionelere missie opgelegd, terwijl de andere er een eclectische carrière opna houdt. Hun esthetische wegen leken dan ook steeds verder uit elkaar te lopen...

De gezinsreünie

Toch zouden hun paden elkaar opnieuw kruisen. Op 4 augustus 2001 stonden de zonen Marsalis samen met hun vader, pianist en docent Ellis, op het podium van de New Orleans University ter gelegenheid van diens pensionering. Naast Wynton en Branford bestond het sextet uit Ellis aan de piano, trombonist Delfeayo, drummer Jason, en contrabassist Roland Guerin (een vriend des huizes). De band speelde een gevarieerde set in een erg gemoedelijke, familiale sfeer. Wynton en Branford vierden er hun broederband met het erg mooie Cain and Abel dat Branford Marsalis had gecomponeerd: een stuk over de band tussen broers, die onverbrekelijk is.