Gepubliceerd op

“Zelfs in de cel vinden mensen manieren om vrij te zijn”

David Wengrow, David Graeber en Het begin van alles

Op 1 september ontvangt Bozar auteur en archeoloog David Wengrow in het kader van zijn meest recente werk The Dawn of Everything, onlangs in het Nederlands vertaald naar Het begin van alles. Hij schreef het in co-auteurschap met antropoloog en anarchistisch activist David Graeber, die eind 2020 plots overleed. Een kennismaking.

Als je in 2022 één boek moet lezen, dan is het Het begin van alles. Zelfs als je niet overtuigd raakt van de spectaculaire inzichten van David Wengrow en David Graeber dan ontsnap je niet aan de neiging om tegenargumenten te zoeken voor hun verbluffende stellingen. Volgens hen begon de beschaving niet bij de uitvinding van de landbouw, heeft ons idee van vrijheid te maken met slavernij en is het eigenlijk een inheemse Amerikaan (Indiaan) die de Europese Verlichting aanstichtte.

Sinds de publicatie van Het begin van alles holt David Wengrow van het ene interview naar het andere. Op 1 september komt hij het boek voorstellen aan het publiek van Bozar. Dat doet hij noodgedwongen alleen: David Graeber, met wie hij het werk samen schreef, overleed vlak nadat ze het monumentale boek hadden afgewerkt.

David Graeber © Shutterstock

Het begin van alles schopt tegen heel wat heilige huisjes, waaronder die van de achttiende-eeuwse filosoof Jean-Jacques Rousseau. Zijn visie luidt als volgt: de mens leefde bijna 200.000 jaar lang in kleine, maar egalitaire samenlevingen van jagers-verzamelaars. Door de ontwikkeling van de landbouw kwamen er meer mensen, wat leidde tot complexiteit, hiërarchie, exploitatie, maar ook kunst en filosofie. De mens verloor ook drie fundamentele vrijheden: de vrijheid om te gaan en staan waar je wil, de vrijheid om bevelen niet te aanvaarden en de vrijheid om te kiezen hoe je met anderen wil samenleven. Die theorie is volgens Wengrow niet alleen foutief, maar ook zeer hardnekkig, wat ook blijkt uit het succes van een boek als Sapiens van Yuval Noah Harari.

David Wengrow, docent archeologie aan het University College in Londen, wisselde zijn ideeën over de oorsprong van ongelijkheid uit met de Amerikaan David Graeber. Naast antropoloog was Graeber ook activist: in 2011 zette hij de actie Occupy Wall Street op poten om de economische ongelijkheid in Amerika aan te kaarten. Wengrow en Graeber wouden aanvankelijk een kort pamflet tegen deze hardnekkige ideeën rond beschaving schrijven, maar het groeide al snel uit tot een monumentale studie van meer dan 700 pagina’s. “Onze grootste frustratie was dat wij enorm veel studies vonden die onze inzichten bevestigden, maar slechts heel weinig mensen in onze vakgebieden bezig waren geweest om daar een synthese van te maken. Toen beseften we dat we er met een klein pamflet niet zouden komen.”

Reconstruction image of Kondiaronk © Francis Back

Het genie Kondiaronk

De antwoorden op Graeber en Wengrows vragen over ongelijkheid kwamen meermaals uit onverwachte hoeken. Ze stootten bijvoorbeeld op de filosoof-staatsman Kondiaronk, bijgenaamd De Rat, die als lid van de inheemse bevolking rond Quebec ideeën uitwisselde met Franse missionarissen. Zijn gesprekken met de gouverneur van Nieuw-Frankrijk werden gepubliceerd en het boek werd al snel een bestseller die op de boekenkast van elke verlichtingsfilosoof stond. Een citaat uit het boek luidt als volgt: “Ik bevestig dat wat u geld noemt, de duivel der duivels is; de tiran der Fransen, de bron van alle kwaad; de vloek der zielen en het slachthuis der levenden. Geld is de vader van luxe, wulpsheid, intriges, bedrog, leugens, verraad, onoprechtheid – van al het slechtste gedrag ter wereld.”

Vergeten bronnen

Wengrow uit dat bronnen zoals die van Kondiaronk vaak vergeten worden. Dat is jammer, zegt hij, aangezien ze aanzienlijk bijdroegen tot de confrontatie van verschillende filosofische ideeën over hoe samenlevingen ingericht worden. “Het grote inzicht van de Verlichting is dat mensen in staat zijn om zichzelf te besturen zonder dat er chaos uitbreekt. Dat ze daarvoor geen God of koning nodig hebben. Dat is vandaag nog steeds een schokkend idee voor veel mensen.”

In de negentiende eeuw werden die opvattingen als utopisch en gevaarlijk weggezet, stellen Wengrow en Graeber. Zo schoof de Franse econoom A.R.J. Turgot deze kijk op samenlevingen opzij, met het excuus dat het vaak om kleine, primitieve en inferieure samenlevingen ging, die enkel functioneerden omdat iedereen even arm was. Zo ontstond er een lineair denken van de mens die eerst jager-verzamelaar was, daarna dieren begon te domesticeren, en uiteindelijk via landbouw en verstedelijking tot welvaart, maar ook ongelijkheid evolueerde.

Dit frame is erg hardnekkig gebleken. Wie vandaag pleit voor een meer egalitaire samenleving, krijgt al snel het verwijt ons terug naar “het stenen tijdperk” te willen brengen. “Als wij verkondigen dat uit ons onderzoek blijkt dat het wel mogelijk is om complexe samenlevingen op een veel minder autoritaire manier te besturen, dan valt al snel het woord ‘anarchie’”, zegt Wengrow. “Anarchie is geen synoniem voor chaos. Het is samenleven zonder geweld en dwang. Ons boek toont aan dat onze voorouders in het verleden meer dan verdienstelijke pogingen hebben ondernomen om het anders te doen dan vandaag.”

Een raar Westers concept

Wat het Westen als ‘vrijheid’ omschrijft, wijkt sterk af van hoe volkeren op andere continenten dat begrip invullen, zo schrijven Wengrow en Graeber, geïnspireerd door het werk van de Jamaicaanse socioloog Orlando Patterson. “We aanvaarden dat we vrij zijn van gevangenschap, vrij zijn van het gezag van een vorst, maar we storen er ons niet aan dat onze medemensen wél gevangen zitten of slaven zijn. De westerse vrijheid is vooral een vrijheid over eigendom. De verantwoordelijkheid om te zorgen en te delen, die essentieel is voor de vrijheid zoals bijvoorbeeld Kondiaronk ze definieerde, is helemaal weggevallen.”

“Onze vrijheden zijn vooral schijnvrijheden, maar de mensen die gezag over ons uitoefenen zijn wel degelijk machtig”, schrijven Wengrow en Graeber. “Er zijn verschillende gevallen bekend van kolonisten die gevangen werden genomen door indianen en bij hun bevrijding er toch niet voor kozen om terug te keren naar de Westerse samenleving. Dat heeft ons sterk getroffen toen we daar onderzoek naar deden.”

David Wengrow & David Graeber (KALPESH LATHIGRA)

Een gevoelige snaar

Het begin van alles schoot naar de tweede plaats op de bestsellerlijst van Amazon nog voor het boek eind vorig jaar verscheen. Ondertussen wordt het boek druk vertaald. De stroom recensies is niet bij te houden.

“Onlangs las ik een recensie waarin iemand het eenvoudige punt maakte dat mensen die vandaag op de vlucht zijn, of mensen die gevangen zitten in hun eigen land, toch de meest ingenieuze manieren bedenken om vast te houden aan hun menselijkheid”, schrijft Wengrow. “Ze blijven actief als kunstenaar, ook al lopen ze grote risico’s. Als mensen dat vandaag kunnen doen in omstandigheden van extreme onderdrukking, waarom zouden we dan voetstoots moeten aannemen dat we, zoals Harari schrijft, vastzitten in een reeks overgangen van kooi naar kooi? Het is geen aangeboren menselijk instinct om te leven als een gevangene. Zelfs mensen die in een cel leven, vinden vaak ongelooflijke manieren om vrij te zijn.”

“Misschien is dat wel een van de redenen waarom ons boek zoveel mensen aanspreekt: het klassieke verhaal over geschiedenis geeft ons het gevoel dat we nietig zijn en niet in staat om te handelen. Ons boek schrijft niks voor. Het biedt geen recepten voor een betere toekomst en het zegt niet waar we naartoe moeten gaan. Het probeert wel de ketting en de bol van je enkel te halen en te zeggen: ‘Waar je ook naartoe gaat. Deze ballast moet je niet meesleuren.’”

Het begin van alles, een nieuwe geschiedenis van de mensheid van David Graeber & David Wengrow is in het Nederlands beschikbaar bij Maven Publishing.

Op deze pagina kon je een verkorte versie van een interview met Wengrow in Apache lezen. Het volledige artikel vind je hier.