Gepubliceerd op

Zestien snaren in harmonie

Het Simply Quartet wordt nu al beschouwd als een van de meest veelbelovende strijkkwartetten van het moment. In Bozar bewijzen ze dat ze met Beethovens Veertiende Strijkkwartet een echt repertoirestuk onder de knie hebben, en met een nieuwe compositie van de Oostenrijkse componist Julia Lacherstorfer ook niet terugdeinzen voor nieuwe muziek.

Dit artikel kadert in

Bozar Next Generation: 25 jaar

Hoe voelt het om een Rising Star te zijn? 

Het is een heel fijn gevoel om zoveel waardering en steun te krijgen van de ECHO-organisatie en van de deelnemende concertzalen. Het is een uitgelezen kans om op die grote, belangrijke podia op te treden en in contact te komen met een cultureel divers publiek in heel Europa. En natuurlijk is het ook heel spannend, want het is een grote carrièresprong voor ons om voor die zalen te mogen staan. De ervaring en oefening die we tijdens elk concert opdoen, zijn ongetwijfeld bepalend voor onze verdere carrière.  

Strijkkwartetten krijgen vaak het etiket 'moeilijk' opgeplakt. Hoe zouden jullie een breder publiek aansporen om toch te komen luisteren? 

Het strijkkwartetgenre heeft weinig duidelijke, programmatische elementen in vergelijking met andere genres zoals liedrecitals (Liederabende) of opera's waarbij een onderliggende tekst een verhaal ondersteunt. Toch is het strijkkwartet een genre boordevol muzikale conversatie en discours, niet alleen tussen de instrumenten, maar ook tussen de bewegingen van de muziekstukken zelf. Als je goed luistert, kan je het verhaal dat de instrumenten vertellen op verschillende manieren horen; in sommige muziekstukken vooral dankzij de eerste viool, in andere stukken eerder als dialoog of conversatie tussen de vier strijkers.  

Beethoven, maar ook hedendaags werk staat er op het programma. Zoeken jullie altijd naar verbanden tussen oud en nieuw? 

We mikken er niet zozeer op om de stukken programmatisch aan elkaar te rijgen, maar we spelen graag muziek van verschillende stijlen, en we merken dat ons muzikaal inzicht daardoor verrijkt. Er is natuurlijk een sterke historische band tussen de eerste Weense school, romantisch en hedendaagswerk. Aan het begin van onze studies focusten we dan ook vooral op een dieper inzicht in de werken van de eerste Weense school, om de later gecomponeerde muziek te kunnen begrijpen. Tijdens onze repetities gingen we vaak op zoek naar de verschilpunten tussen stukken van verschillende componisten. Zo kijken we bijvoorbeeld naar de benadering van structuur en vorm, karakters, stemvoering, harmonische kleuren en instrumentatie. Maar bij onze programmakeuzes leggen we de nadruk niet op het verband tussen oud en nieuw. Wél op het verband tussen de individuele betekenis van de werken zelf 

Wat we ook als een openbaring ervaarden toen we met hedendaagse muziek bezig waren, was dat onze oren plots anders gingen luisteren wanneer we teruggrepen naar bepaalde vroegere genres. Dat werkt altijd heel inspirerend. 

 Hebben jullie een guilty pleasure? 

Over die vraag moesten we even nadenken. We houden er wellicht alle vijf verschillende guilty pleasures op na: 

  • Simpelweg niets doen. 
  • Reizen (voor het plezier), zodat je alles even van je af kunt zetten. 
  • Op het openbaar vervoer de persoon naast je zijn of haar smartphone zien openen en meelezen wat er op het scherm verschijnt. 
  • Als een van ons tijdens een concert 3,5% hoger zou stemmen dan de rest. 
  • Wanneer iemand tijdens een repetitie een imitatie neerzet van muzikale helden van ons, en er dan een karikatuur van maakt. 

Wat is jullie grootste droom? 

  • Eenvoudig en onbezorgd leven: minder paniek, zelf mogen kiezen waar we wonen en wat we eten, minder stress en minder zorgen. 
  • Concerten geven en het integrale strijkkwartetrepertoire van Beethoven opnemen. 
  • Op een dag kinderen krijgen en dat combineren met het leven van een strijkkwartet. 
  • Een nog beter strijkkwartet worden en muziek kunnen delen met een fijn publiek.