- Een wonderkind met een moeilijke jeugd
Béla Bartók wordt in 1881 geboren in een klein Hongaars stadje (vandaag gelegen in Roemenië), in een gezin van amateurmuzikanten. Zijn muzikale talent blijkt al op jonge leeftijd, maar zijn kindertijd verloopt moeizaam: tot zijn zesde leeft hij door ziekte afgezonderd van andere kinderen.
- Patriottische trots
Bartók groeit op in een tijd waarin de Hongaarse identiteit onder druk staat van de Russische, Duitse en Oostenrijkse rijken. Aan het eind van de 19de eeuw domineren Brahms en Wagner het muzikale landschap. Bartók begint zich af te vragen: hoe kan ik een écht Hongaarse muziektaal creëren, los van die Duitse erfenis?
- Zingende dorpen
Na zijn ontmoeting met componist Zoltán Kodály verdiept Bartók zich in volksmuziek. Met een fonograaf in de hand trekt hij van dorp tot dorp, waar hij duizenden volksliederen opneemt. Later breidt hij zijn onderzoek uit naar de buurlanden: hij verzamelt Slowaakse en Roemeense melodieën, en reist zelfs tot in Turkije en Algerije. Zijn werk wordt later gezien als pionierswerk binnen de etnomusicologie, de studie van muziek als cultureel en sociaal fenomeen.
- Zijn muziek
Aanvankelijk beïnvloed door Strauss, Liszt, Brahms en Debussy, vindt Bartók zijn eigen stem dankzij de volksmuziek. Die mengeling van traditionele melodieën en klassieke vormtaal legt de basis van zijn unieke stijl die later nog wordt verrijkt door invloeden van Stravinski en Schönberg.
- De pianodocent
In 1907 wordt Bartók benoemd aan de Koninklijke Academie van Boedapest, waar hij het grootste deel van zijn leven les zal geven. Hij doceert piano, maar nooit compositie: techniek kan je aanleren, vond hij, maar creativiteit is van jezelf.
- The King of Swing
In 1938 krijgt Bartók een opmerkelijke opdracht van Benny Goodman, de beroemde jazzklarinettist van Sing, Sing, Sing. Het resultaat is Contrasts, een verrassend werk dat in première gaat in Carnegie Hall in New York.
- Angst en verzet
De opkomst van het nazisme in de jaren dertig bezorgt Bartók diepe onrust. Hij walgt van het fascisme, weigert dat zijn muziek op nazi-concerten wordt gespeeld en stapt over naar een andere uitgeverij zodra die zich met het regime vereenzelvigt. In zijn testament bepaalt hij dat geen enkele straat zijn naam mag dragen zolang er nog een Hitler- of Mussolinistraat bestaat.
- Bartók in Brussel
Met de opkomst van het fascisme verblijft Bartók steeds vaker in Brussel. Daar ontmoet hij de Antwerpse musicoloog Denijs Dille, die een groot deel van zijn leven aan de nalatenschap van Bartók zou wijden. Dankzij Dille beschikt onze Koninklijke Bibliotheek vandaag over een enorm archief over de componist. Ook Brussel eert Bartók met een standbeeld op het Spanjeplein. Dit werk van beeldhouwer Imre Varga werd in 1995 door de stad Boedapest geschonken ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van Bartóks overlijden.
- In ballingschap
Hoewel hij sterk gehecht is aan zijn vaderland, vertrekt Bartók in 1940 naar de Verenigde Staten. Hij overlijdt er in 1945, nog vol plannen en ideeën. Zijn laatste woorden zouden geweest zijn: “Jammer dat ik moet vertrekken terwijl mijn koffer nog vol is.”
- Een blijvende erfenis
Bartóks invloed reikt veel verder dan zijn eigen composities. Door zijn verzameling en bewerking van volksmuziek legde hij de basis voor de moderne etnomusicologie. Hij combineerde de muzikale stromingen van zijn tijd tot een taal die tegelijk persoonlijk en universeel was, en die vandaag nog steeds weerklinkt in de muziek van vele componisten.
Dit artikel verscheen in het magazine van het Belgian National Orchestra. We danken hen voor het gebruik hiervan.