Gepubliceerd op - Maarten Sterckx

Dvorák & Janáček: twee iconen van de Tsjechische muziek

Tsjechië is momenteel voorzitter van de Raad van de Europese Unie en Bozar brengt daarom enkele grote Tsjechische componisten voor het voetlicht. De programmering kleurt dan ook opvallend Dvorák en Janáček, twee van de grootste Tsjechische componisten. Maar wat precies kenmerkt hun muziek? Is er een typische couleur local te bespeuren? Of is er überhaupt wel sprake van een Tsjechisch parfum?

De opkomst van nationale gevoelens

Het Tsjechië dat we vandaag kennen, bestond nog niet in de 19de eeuw. Het was toen een onderdeel van het toenmalige Habsburgse rijk dat ook bestond uit onder meer hedendaags Oostenrijk, Hongarije, Polen, Roemenië, Slowakije, Servië, Kroatië en Bosnië-Herzegovina. Het was een veelvolkerenstaat boordevol culturen en gesproken talen, en het was dan ook niet gek dat er in de 19de eeuw nationalistische gevoelens opborrelden bij de verschillende volkeren. Een gevoel dat bij de minderheden werd versterkt toen Hongarije en Oostenrijk meer macht kregen vanaf 1867 bij het ontstaan van de Dubbelmonarchie.

De eerste bekende Tsjechische componist die nationale gevoelens in de muziek binnen sluisde was Bedřich Smetana. Het was in de opera dat hij de kunstvorm had gevonden door te componeren op grote verhalen uit het eigen verleden, als historische gebeurtenissen of mythes, Paradoxaal genoeg, zag hij zich niet genoodzaakt om de muziek an sich in vraag te stellen, want hij bleef componeren in een Duitse traditie à la Beethoven of Schubert.

Antonín Dvořák © GR-DR

Dvorák: een voet in beide tradities

Antonin Dvorák (1841-1904), vandaag de bekendste Tsjechische componist, was het volmondig eens met Smetana dat het Tsjechisch moest gezocht worden in de combinatie van de moderne stijl met enkele oudere patriottische onderwerpen. Het is dan ook duidelijk in zijn muziek te horen dat hij ijverig de partituren van Beethoven, Brahms of Wagner had bestudeerd. Toch bestaat Dvoráks uitput vooral uit instrumentale muziek met strijkkwartetten en symfonieën, vooral de Negende Symfonie is heel bekend geworden. Om hieraan een Tsjechische kleur te geven, keek hij naar de volksmuziek. Dvorák speelde in zijn jeugd altviool in een orkestje, waardoor hij de plaatselijke Boheemse dansen leerde kennen.

In zijn nationalistische gekleurde Tsjechische Suite, kan je bijvoorbeeld in het eerste deel een suggestie van een Tsjechische doedelzak horen, maar ook dansen als een polka, een soesedska en een furiant. Gestileerde dansen zijn een constante doorheen zijn gehele compositorische output. Ook in de Poetic Tone Pictures, dertien programmatische pianominiaturen, keren er enkele Boheemse dansen terug. Deze compositie is misschien wel een van de meest onderschatte werken van de componist. Hijzelf schreef erover dat hij ‘deze keer niet louter een absolute componist is, maar ook een poëet.’ Dvorák vraagt naast veel technische bagage van de pianist, ook een gevoel voor subtiele klanknuances. Hoor je in de eerste tonen van het derde deel, trouwens niet de impressionistische stijl van Debussy? Het Dertiende Strijkkwartet is misschien wel het beste voorbeeld van hoe dicht de componist eigenlijk bij de Duitstalige esthetiek staat, en dan vooral de late strijkkwartetten van Beethoven.

Leoš Janáček in Villa Bertramka in Praag (1928) © Moravian museum

Janáček: tussen traditie en moderniteit 

Hoewel Janáček (1954-1928) slechts 10 jaar jonger is dan Dvořák, geeft zijn muziek blijk van een totaal ander esthetisch kader. Is Dvorák nog een kind van de romantiek, dan staat Janáček al met een been stevig verankerd in het modernisme van de 20ste eeuw, toch als we naar zijn latere oeuvre kijken. Het is opvallend dat de componist pas vanaf zijn vijftigste opvallend progressief ging componeren. Hij bleef misschien zijn hele leven aan een tonaal denkkader vasthouden, maar hij injecteert steeds modale invloeden die terug te brengen zijn tot de Moravische volksmuziek. Nog eerder dan de Hongaarse componist Béla Bartók legde hij een verzameling volksmuziek aan waaruit hij put om zijn muziek vorm te geven. Hij dikt zijn muzikaal vocabularium aan met hardnekkige repetitieve structuren, bevreemdende harmonische progressies en uitdagende klankenschilderingen. Zijn muziek is als het ware een schommeling tussen romantiek en moderniteit, die mateloos fascineert.

Leoš Janáček met leden van het comité voor het Tsjechische Nationale Lied van Moravië en Silezië in Strání (1906) © Moravisch Museum

Bij Bozar krijg je de kans om zijn kamermuziek van dichterbij te leren kennen. Voor piano laat hij een zeer klein, maar hoogstaand oeuvre na. Naast zijn cyclus Een overwoekerend pad, is de Pianosonate 1905 heel knap. Het werk is vernoemd naar de dag 1 oktober 1905 toen de componist met eigen ogen zag hoe een arbeider werd vermoord met een bajonet. Janáček was sterk geschokt door deze gebeurtenis. Ook de uitdagende Vioolsonate is meer dan het ontdekken waard.

In Janáčeks muziek speelt de liefde steeds een prominente rol. Zijn Tweede Strijkkwartet, bijgenaamd Intieme Brieven, schreef hij voor zijn geliefde. Hij was geobsedeerd door Kamila Stosslova, een getrouwde vrouw die bijna 40 jaar jonger was dan hij. De gevoelens waren niet wederzijds, maar hij schreef haar meer dan 700 liefdesbrieven in het laatste decennium van zijn leven. Het is in deze muziek dat de echte Janáček-stijl floreert. Janáček weet als geen ander de turbulente gevoelens voor de vrouw te combineren met zijn modernistische stijl. Op magistrale wijze doorbreekt hij meermaals de melodische ruggengraat door onverwachte inzetten en wendingen. Dissonante harmonieën bruuskeren het schijnbaar romantische betoog treffend. 

Kamila Stösslová met haar zoon Ota in 1917 © Moravian Museum

Het is niet eenvoudig om het Tsjechische aspect te definiëren. Smetana werkte met grote nationale verhalen uit het verleden, maar verbond dit aan de stijl van een grote Duitse traditie. Dvorák volgde zijn mening, maar hij doorspekt zijn oeuvre met Boheemse dansen, hoewel het uiteindelijke resultaat toch vooral doet denken aan Beethoven of Brahms. Ook Janáček vond inspiratie in de volksmuziek, maar weet dit om te zetten tot uiterst originele en eigenzinnige stijl. 

Dompel jezelf onder in Tsjechische klanken met de In Czech Lands playlist.