Gepubliceerd op - Beatriz Navas

Serra of Goya, de wereld anders verteld

In het universum van Albert Serra ontstijgen de personages de natuur. Ze houden zich op buiten de tijd, de gangbare normen en de rationele orde. Met zijn verrassende beelden doet hij denken aan de barokke schilders. Ter gelegenheid van EUROPALIA ESPAÑA brengt Bozar vier van zijn films, aangevuld met drie films die de regisseur heeft gekozen als eerbetoon aan Goya.

Serra en Goya delen een beeldend verlangen, een obsessie met de textuur en het moment. Ze vinden elkaar niet zozeer op het thematische vlak, maar wel in hun zoektocht naar een nieuwe expressieve taal, vrij van conventies en verankerd in een scherpe observatie van de werkelijkheid. Dat is terug te vinden in zowel Los Caprichos als het hoofsere en veeleer rococo aandoende werk van Goya. Zo ontstaat er een dialoog met zijn Pinturas negras en Los Desastres de la Guerra. Voor Goya is schoonheid niet langer een doel. Kunst is een manier om een werkelijkheid te verkennen en de wereld anders te vertellen. Met Los Caprichos, een reeks stille momentopnames van de werkelijkheid, schept hij een nieuwe beeldtaal. Hij streeft naar een kunstvorm die gevoed wordt door de ruwe waarneming die de geest van een tijdperk vat en levend is. Die visie kondigt de geboorte van de film aan en verklaart meteen waarom de Spaanse filmprijzen zijn naam dragen.  
  
De dierlijke dimensie van de condition humaine krijgt in het werk van Goya een haast fotografische en cinematografische vorm. Serra bewondert die vluchtige compositie die een onzichtbare gebarentaal onthult. Los Caprichos, Desastres en Disparates wijzen hem op de noodzaak om van dichtbij te gaan kijken om zo ook die elementen te kunnen zien die ons op het eerste gezicht ontgaan; de kwaliteit van de texturen, de verdierlijkte gezichten, de heksen, de erotisch gekleurde blik op de vrouwen — lichamen ontdaan van hun mythologische eigenschappen, die zinnelijker zijn en aanleunen bij een onderbewustzijn dat op zoek is naar verrukking (iets à la Buñuel). Hij is ook in de ban van het stierenvechten als cirucusevenement bij Goya, van de haast ludieke wreedheid, van het leven dat er desondanks is. 
  
Serra bewondert ook dat Goya de structurele achterstand die het land lang gekenmerkt heeft, en nog steeds zichtbaar is, heeft weten te vatten. In december zal hij in Bozar uitweiden over hoe hij zijn projecten aanpakt en over zijn filmische lezing van Goya. Hij studeerde Vergelijkende Literatuur in Barcelona, maar liet in 2006 met zijn Honor de cavalleria een frisse wind waaien in de Spaanse film en drukte zijn stempel op de internationale scene. Twintig jaar lang al combineert hij film met theater en museale projecten. Zo nam hij ook deel aan documenta in Kassel en aan de Biënnale van Venetië. Hij is een vaste gast op de grote festivals en mocht de Gouden Schelp van San Sebastián (2024) en de Gouden Luipaard van Locarno (2013) in ontvangst nemen.    

Schenk Albert Serra jouw vertrouwen  

De personages van Serra staan buiten dat vermeende centrum dat wordt belichaamd door de samenleving, het alledaagse leven, de normen en het redelijke. Ze behoren enkel zichzelf toe. Serra delft ze op uit de geschiedenis, de literatuur en de actualiteit. Of hij gaat te rade bij Fassbinder. Ze lijken gebukt te gaan onder een romantische 19e-eeuwse banvloek: ze overwonnen de dood en stijgen zo boven de mens uit. Tegelijkertijd moeten ze ook onderdoen voor de mens, want ze leven in ballingschap, buiten de tijd, waartoe ze willen behoren, net omdat dat hun ontzegd wordt. Serra is zowel romantisch en sceptisch, een fantast en een meedogenloos observator. Hij keert zich af van de middelmatigheid van bepaalde levenshoudingen die uitgaan van een blind vertrouwen in de vooruitgang die, te midden van het tegenstrijdige schouwspel van deze wereld, een illusie is gebleken. Hij behoudt de esthetische controle, zonder zich vast te klampen aan een vooraf vastgelegde vorm. Hij laat zich niet leiden door een scenario, maar door het expressieve potentieel van gezichten, lichamen en plekken die hij heel nauwgezet selecteert. Hij laat de camera beeldende en temporele texturen vastleggen en brengt in de montage een unieke filmtaal tot stand. Zijn creatieve vrijheid vloeit voort uit het feit dat hij zijn films zelf producet. Zo hoeft hij aan minder mensen verantwoording af te leggen en kan hij de kijker ruimte tot bezinning schenken. In zijn werk is de tijd onderhevig aan de zwaartekracht: hij dobbert, drijft weg en ontvouwt zich als een gebed.