Gepubliceerd op - Klaas Coulembier

In croce van Sofia Gubaidulina

In de concertreeks ‘Echoes of the 20th Century’ vertellen we het verhaal achter twaalf iconische composities uit de 20e eeuw. Op 23 november brengen celliste Valerie Fritz en accordeonist Goran Stevanovich In croce van Sofia Gubaidulina. Een meditatief en aangrijpend werk dat op een uitgelezen manier de spiritualiteit van haar composities illustreert.

Dit artikel kadert in

Echoes of the 20th Century

Weinig symbolen zijn zo krachtig in hun eenvoud als het kruis. De bekendste toepassing is wellicht die van het christendom, verbonden met de kruisdood van Christus. Maar in essentie is het kruis niet meer dan de ontmoeting van twee lijnen: het snijpunt tussen het horizontale en het verticale, de samenkomst van tegengestelden. De ruimtelijke dimensie van het kruis vinden we ook terug in heel wat muziek, in de vorm van kruisverbanden, spiegelingen en omkeringen. Het kruis als symbool én als constructiemiddel: dat is misschien wel de kortstmogelijke samenvatting van Sofia Gubaidulina’s In Croce.

Sofia Gubaidulina en de kunst van het verbinden
Sofia Gubaidulina (1931-2025) is vandaag wereldwijd één van de bekendste Russische componisten. Dat was ooit anders, want zoals veel van haar landgenoten moest ze zich conformeren aan de politieke machten, of kiezen voor emigratie. Tussen 1964 en 1989 zorgde haar muziek voor films en documentaires voor een stabiel inkomen. Haar persoonlijke muzikale taal ontwikkelde ze echter vooral in (en in dialoog met) het Westen. Dankzij enkele Europese pleitbezorgers van haar muziek (Gidon Kremer, Reinbert de Leeuw, …) verwierf ze internationale faam. In 1991 vestigde ze zich in Duitsland, waar ze woonde tot haar overlijden op 13 maart 2025.

Omdat haar vader het religieuze fanatisme van zijn eigen vader had afgezworen, was er voor godsdienstbeleving geen plaats ten huize Gubaidulin. Dat was overigens ook in lijn met de politiek van Lenin en Stalin, voor wie religie verdacht en ongewenst was. Op vijfjarige leeftijd voelde Sofia Gubaidulina echter een sterke roeping. Ze ontwikkelde een erg persoonlijke visie op godsdienst, die ook doorsijpelde in haar muziek. Nogal wat van haar composities dragen een religieuze titel, zoals Alleluja, De Profundis, Einfaches Gebet, Jauchzt vor Gott, en zelfs een heuse Johannespassie.

Bij Gubaidulina is religie echter meer dan godsdienst in de liturgische zin. Religie moeten we letterlijk begrijpen: re-ligio of her-verbinding. Het is de taak van de kunstenaar om verbindingen te maken in een wereld waarin ons hele leven verbrokkeld is. Vertaald in muzikale termen kunnen cultuur en kunst ons volgens Gubaidulina helpen om ‘legato’ te leven in een wereld die ‘staccato’ is. De essentie van muziek ligt voor haar bij de klank, die niet per se welluidend hoeft te zijn. Deze klank heeft een mystiek karakter, en het creëren van klanken is een religieuze act.

“Wat is religie eigenlijk? Voor mij is dit begrip letterlijk re-ligio – een ligatuur die de horizontale lijn van ons leven verbindt met de verticale lijn van onze goddelijke aanwezigheid. Iedereen die iets schept, bijvoorbeeld een gedicht, treedt dit verticale domein binnen. Zo iemand is in staat om, al is het maar een beetje, waar te nemen wat er in die dimensie bestaat.” (Interview met Aleksey Munipov, 2012)
- Sofia Gubaidulina

In Croce
De originele bezetting van In Croce is cello en orgel. Het idee voor deze ongewone combinatie kwam van Vladimir Tonkha, een cellist waar Gubaidulina regelmatig mee samenwerkte. Tijdens de repetitie zag de componiste hoe beide muzikanten hun best deden hun eigen partij naar best vermogen uit te voeren, maar toch klopte er iets niet. Haar reactie bestond uit slechts twee woorden, de titel van het werk: In Croce. Op slag begrepen de muzikanten wat hen te doen stond. De essentie van deze compositie is de intieme en tegelijk onmogelijke verbinding tussen de aardse cello (beneden in de kerk) en het hemelse orgel (hoog op het oksaal). De metafoor van het kruis maakt deze ontmoeting mogelijk. In 1992, dertien jaar nadat ze het werk geschreven had, bewerkte Gubaidilina In Croce voor cello en bajan, een Russisch type accordeon.

De vorm en het verloop van deze compositie zijn op zich heel eenvoudig. De bajan begint in het hoge register en vormt een dalende lijn, alsof de Heilige Geest nederdaalt over de aarde. De cello daarentegen vertrekt vanuit de diepte en beweegt overwegend in stijgende lijnen. Aan het einde van het werk zijn de rollen omgedraaid. De bajan wentelt zich in diepe clusters (lage akkoorden met veel dissonanten), terwijl de klank van de cello ondertussen zichzelf ontstegen is en als het ware lost lijkt te komen van het instrument. Gubaidulina schrijft hier zogenaamde harmonieken, heel ijle tonen die je kan maken door de snaar met de linkerhand met heel zachte druk aan te raken. De melodieën die op de bajan weerklonken aan het begin van In Croce komen exact terug in de cello, terwijl de muziek van de cello haar weg naar de bajan heeft gevonden. In het begin van het werk speelt de bajan solistisch, terwijl het aan het einde de cello is die alleen overblijft. Alles in een perfecte kruisvorm.

Sofia Gubaidulina ©GR-DR

Grafische partituur
In Croce begint als een traditionele partituur. Na een zevental pagina’s verandert de notatie echter ingrijpend. De cello blijft traditioneel genoteerd, maar de noten in de bajanpartij maken plaats voor parallellogrammen en kronkels, getekend op de notenbalken. De parallellogrammen staan voor op en neer gaande clusters, terwijl de kronkellijnen het melodisch verloop bij benadering weergeven. De uitvoerder kiest de noten zelf, zolang de contouren maar ongeveer de kronkellijnen volgen. Dit is een voorbeeld van ‘grafische muzieknotatie’, waarbij de uitvoerder een grotere vrijheid krijgt. 

Muziek als verheffende kracht
Met dit werk maakt Gubaidulina op een kernachtige wijze duidelijk waar ze als componist voor staat. Het is de muziek (en bij uitbreiding de kunsten) die ons als sterfelijke mens helpt om in contact te komen met het spirituele. Dat spirituele moeten we niet zoeken in een god buiten ons, maar wel in de (wiskundig te verklaren) mysteriën van de kosmos en in ons eigen diepe onderbewustzijn. Dat laatste hangt ook samen met haar interesse voor improvisatie, een manier van muziekmaken waar ze zelf vaak naar teruggreep. Muziek is volgens Gubaidulina cruciaal om naar een hoger spiritueel niveau op te stijgen. Muziek zorgt voor een extra dimensie in ons leven.